Uitspraak
OVERWEGINGEN
17 oktober 2013 worden aangemerkt als een terugvorderingsbesluit als bedoeld in artikel 4:95 van de Awb.
Centrale Raad van Beroep
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 8 november 2017, wordt het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland behandeld. De zaak betreft de intrekking en lagere vaststelling van een persoonsgebonden budget (pgb) dat aan appellante was verleend door het Zorgkantoor. Appellante had een pgb ontvangen voor de jaren 2011, 2012 en 2013, maar het Zorgkantoor had dit pgb verlaagd en de verlening voor de jaren 2012 en 2013 ingetrokken op basis van een rapport van de sociale recherche, waarin werd geconcludeerd dat de zorg niet op de juiste wijze was verleend. De Raad oordeelt dat het Zorgkantoor onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het pgb voor 2011 op een lager bedrag moest worden vastgesteld en waarom de verlening voor de jaren 2012 en 2013 ingetrokken kon worden. De Raad stelt vast dat het bestreden besluit niet berust op een zorgvuldig onderzoek en een deugdelijke motivering, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht. De Raad draagt het Zorgkantoor op om binnen zes weken het gebrek in het besluit te herstellen en de motivering te verduidelijken. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van de belangen van appellante en de verplichtingen die aan het pgb zijn verbonden.