ECLI:NL:CRVB:2015:3899
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een besluit inzake indicatie voor persoonlijke verzorging op basis van de AWBZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een besluit van het CIZ. Appellant had een aanvraag ingediend voor persoonlijke verzorging op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). CIZ had appellant in een eerder besluit geïndiceerd voor persoonlijke verzorging, klasse 3, maar in een bestreden besluit werd deze indicatie gewijzigd naar klasse 1. Appellant was het niet eens met deze indicatie en heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 23 september 2015 heeft de gemachtigde van CIZ aangegeven dat de zorgomvang van 1 uur en 58 minuten ten onrechte was geclassificeerd als klasse 1, en dat dit in feite klasse 2 moest zijn. De Raad heeft geoordeeld dat het hoger beroep slaagt, omdat de conclusie van CIZ niet juist was. De Raad heeft het bestreden besluit vernietigd en zelf in de zaak voorzien door appellant te indiceren voor persoonlijke verzorging, klasse 2, voor de periode van 16 december 2013 tot en met 15 december 2028. Tevens is CIZ veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant en het betaalde griffierecht. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.