ECLI:NL:CRVB:2019:719
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake persoonsgebonden budget en zorgzwaartepakket
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een betrokkene die een persoonsgebonden budget (pgb) had ontvangen van € 68.839,80 bruto, inclusief een budgetgarantie van € 17.613,-. De betrokkene had voor het jaar 2014 een zorgzwaartepakket (ZZP) 4LG, maar kreeg met ingang van 3 december 2014 een ZZP 6LG toegewezen, wat leidde tot een hoger pgb. Het zorgkantoor stelde dat het pgb voor 2014 gelijk moest blijven aan het bedrag dat in 2013 was toegekend, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet in overeenstemming was met de wetgeving. De rechtbank vernietigde het besluit van het zorgkantoor en verleende de betrokkene een pgb van € 69.934,57 bruto. Het zorgkantoor ging in hoger beroep, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de door het zorgkantoor voorgestane berekening van het pgb niet correct was, omdat dit de rechtszekerheid van de betrokkene in gevaar bracht. De Raad veroordeelde het zorgkantoor tot betaling van de proceskosten van de betrokkene, die zijn begroot op € 1.024,-.