ECLI:NL:CRVB:2017:1126
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken van procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. Het hoger beroep was ingesteld door de appellant, vertegenwoordigd door mr. H.L.M. Janssen, tegen een besluit van het CIZ. De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. De appellant had geen belang meer bij de beoordeling van de indicatie voor Ondersteunende begeleiding dagprogramma (OB-dag), omdat deze indicatie reeds was verstreken en er geen schade was gesteld. De Raad heeft overwogen dat er in beginsel geen procesbelang kan zijn in de beoordeling van een reeds verstreken indicatie, tenzij er een onderbouwd verzoek om schadevergoeding is. De Raad heeft geconcludeerd dat de appellant geen procesbelang meer had, omdat de indicaties voor de daaropvolgende periodes in rechte vaststonden en er geen betalingsverplichtingen waren ontstaan. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.