dhr. mr. R.C. Stam

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van extra betaling voor jonge landbouwers, omdat de vennootschap geen nieuw bedrijf heeft opgericht.

Het College oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 20% terecht is opgelegd, maar vernietigt de intrekking van de derogatievergunning wegens gebrek aan belangenafweging.

De maatschap [naam 1] en [naam 2] verliest het beroep tegen de afwijzing van GLB-subsidies voor percelen 88 en 104, die niet als subsidiabel werden aangemerkt.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] gegrond en vernietigt het besluit van de minister over subsidiabele hectares voor 2022, met veroordeling tot schadevergoeding.

Hoger beroep van slachterij tegen boete wegens overtreding Wet dieren. Boete verlaagd tot € 2.250,- vanwege intern matigingsbeleid en schending hoorplicht.

Het College bevestigt de 30% randvoorwaardenkorting voor [naam 1] wegens opzettelijke niet-naleving van zorgplicht voor een ernstig gewond rund.

De beroepen van drie wijnhandelaren tegen hun indeling in de toezichtscategorie hoog risico zijn ongegrond verklaard. De hogere heffingen zijn gerechtvaardigd en de gevolgen zijn niet onevenredig. Beroepen van vier andere wijnhandelaren zijn niet-ontvankelijk verklaard.

Het College vernietigt de toelating van het gewasbeschermingsmiddel Pitcher wegens onvoldoende beoordeling van hormoonontregelende eigenschappen en draagt het Ctgb op een nieuwe beslissing te nemen.

Beroep gegrond; minister niet bevoegd randvoorwaardenkorting op te leggen. Proceskostenvergoeding en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toegewezen.

De Regeling aanpak flitskrediet is onverbindend verklaard; AFM mag niet optreden tegen Spaanse kredietaanbieder. Nederland heeft Spanje niet vooraf geïnformeerd, wat in strijd is met het Unierecht.

Hoger beroep van administratiekantoor [naam 2] tegen boete wegens overtreding Wwft ongegrond verklaard. Hoge contante omzet supermarkt niet gemeld, verscherpt toezicht niet uitgevoerd.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat Bpf Vervoer de vrijstelling van deelname aan het pensioenfonds niet mag beperken tot bestaande werknemers. Proceskosten van €1.814,- worden toegewezen aan Chainges.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat Nedcargo vrijstelling krijgt van deelname aan Bpf Vervoer voor alle werknemers, ook toekomstige, na wijziging van bedrijfsactiviteiten.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, oordelend dat er geen gerede twijfel is aan de uitvoerbaarheid van het plan van Transdev voor de concessie openbaar busvervoer in Utrecht.

Bestuurlijke boete vervalt na overlijden van de overtreder; erven ontvangen schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van een melkveehouderij tegen boetes voor overtredingen van de Meststoffenwet. Het College bevestigt de boetes, maar matigt er een wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting heeft opgelegd aan de maatschap wegens overschrijding van gebruiksnormen in 2015. De verjaring is tijdig gestuit. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn wordt toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verlaagt de randvoorwaardenkorting voor [naam 1] B.V. van 20% naar 15% wegens onvoldoende motivatie van de minister over de niet-naleving van gewasbeschermingsmiddelen voorschriften.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening van Arriva afgewezen, omdat de scores van de beoordelingscommissie houdbaar zijn en er geen afwijkingen van de procedure zijn vastgesteld.

Het College oordeelt dat TenneT geen kosten voor de verplaatsing van de aansluiting bij AVEBE mag doorberekenen en de periodieke aansluitvergoeding niet eenzijdig mag verhogen.

Het College oordeelt dat TenneT de kosten voor de verplaatsing van de aansluiting niet bij Twence mag doorberekenen, omdat het niet gaat om vervanging in de zin van de Tarievencode elektriciteit.

Het College bevestigt de rechtmatigheid van spoedbestuursdwang door de minister bij overtredingen van het Besluit houders van dieren, met kostenverhaal op de dierhouder.

Het College verklaart het beroep van de melkveehouder ongegrond, oordelend dat de minister bevoegd was om bestuursdwang op te leggen wegens overtredingen van het Besluit houders van dieren.

Beroep tegen heffing Diergezondheidsfonds ongegrond verklaard; appellanten zijn geen belanghebbenden. Dubbele heffing voor kalkoenen niet toegestaan volgens wet.

Hoger beroep over boete slachthuis wegens condensvorming. Boete gematigd van € 5.000,- naar € 4.500,- vanwege overschrijding redelijke termijn. Minister veroordeeld in proceskosten.

Hoger beroep over boete slachthuis wegens verontreiniging met baansmeer. Boete van € 2.500 gematigd tot € 1.500 vanwege redelijke termijn overschrijding. Overtreding van hygiënevoorschriften bevestigd.

Het CBb vernietigt de erkenning van EFS als dochterstamboekvereniging voor Falabella-paarden wegens onvoldoende onderzoek door de minister en draagt hem op een nieuwe beslissing te nemen.

Het College oordeelt dat de opgelegde diergezondheidsheffing aan de pluimveehouder rechtmatig is en geen ongeoorloofde inmenging vormt in het eigendomsrecht. Tevens wordt een schadevergoeding van € 3.500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College vernietigt de last onder bestuursdwang voor honden, katten en kippen, maar handhaaft deze voor paarden en pony’s. Proceskosten van € 1.750,- aan de houder.

College vernietigt last onder bestuursdwang voor honden, katten, kippen en overige vogels; minister in strijd met wetgeving door betrokkenheid dierenarts.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat het belang van de Bijenstichting bij bezwaar tegen het verlengingsbesluit is komen te vervallen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister het ontheffingsverzoek voor fosfaatrechten terecht heeft afgewezen, met voldoende motivatie en zonder strijd met het evenredigheidsbeginsel.

De minister heeft terecht een last onder bestuursdwang opgelegd aan de houder van paarden wegens onvoldoende verzorging van de hoeven, in strijd met de Wet Dieren. Het beroep van de houder is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst het verzoek om schadevergoeding van een melkveebedrijf af, omdat er geen causaal verband bestaat tussen de schade en de heffingsbesluiten van de minister.

Hoger beroep van vervoerder tegen boetebesluit voor niet wegen van mest vóór export. Boete herroepen, minister veroordeeld tot proceskostenvergoeding.

Het College vernietigt de intrekking van de derogatievergunning voor de melkveehouderij wegens gebrek aan belangenafweging door de minister.

Het College vernietigt de decertificering van vijf partijen zonnebloempitten en de intrekking van het biocertificaat van de graanhandel, oordeelt dat Skal haar bevoegdheid te buiten is gegaan en draagt Skal op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 5% heeft opgelegd aan varkenshouder [naam 1] wegens onvoldoende hokverrijking, in strijd met artikel 2.22 van het Besluit houders van dieren.

Hoger beroep over boete voor onvoldoende hokverrijking voor varkens. College bevestigt eerdere uitspraak en boete van € 1.500,- blijft staan.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de Bijenstichting niet is geschaad in haar verdediging bij de toelating van het biocide Maxforce Quantum. Schadevergoeding wordt toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bevestigt de sancties opgelegd aan [naam 2] wegens onvoldoende hokverrijkingsmateriaal voor varkens, en verklaart de beroepen ongegrond.

Het College verklaart het beroep van de maatschap tegen het besluit van de minister gegrond, maar het beroep tegen het vervangingsbesluit ongegrond. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Beroep ongegrond; afwijzing GLB steunaanvraag door verhindering bedrijfscontrole. Minister handelde conform Verordening 1306/2013.

Het College verklaart het beroep van een landbouwbedrijf gegrond, omdat de minister ten onrechte de GLB-uitbetaling weigerde op basis van een gebrek aan geldige gebruikstitel.

Het College vernietigt het vervangingsbesluit van de minister inzake GLB-betalingen, oordeelt dat de minister onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld en draagt hem op een nieuw besluit te nemen.

Het College herstelt een eerdere uitspraak en oordeelt dat de minister ten onrechte de aanvraag voor extra betaling voor jonge landbouwers heeft afgewezen. De minister wordt veroordeeld tot schadevergoeding van € 1.000,- en moet proceskosten vergoeden.

Het College verklaart de beroepen van [naam] B.V. ongegrond, omdat de mededelingen en waarschuwingen van de minister geen besluiten zijn in de zin van de Awb.

Het College verklaart het beroep van de V.O.F. gegrond en vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor extra betaling voor jonge landbouwers, oordelend dat er sprake is van blokkerende zeggenschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van World Wide Potatoes B.V. ongegrond verklaard, omdat de onderneming niet als actieve landbouwer geregistreerd stond op de peildatum voor uitbetaling van GLB-rechten.

Beroep ongegrond; randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen GLB terecht vastgesteld wegens niet-naleving mestgebruikseisen.