Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 21 januari 2025 op het hoger beroep van:
Nedcargo Logistics B.V., gevestigd te Haaften (Nedcargo),
Bpf Vervoer.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 januari 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Nedcargo Logistics B.V. tegen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg (Bpf Vervoer). De zaak betreft de vraag of Nedcargo, na wijziging van haar bedrijfsactiviteiten, verplicht is deel te nemen aan het bedrijfstakpensioenfonds. Nedcargo had eerder een eigen pensioenvoorziening en vroeg om vrijstelling van deze verplichting. Bpf Vervoer verleende deze vrijstelling echter alleen voor werknemers die al langer dan zes maanden in dienst waren, wat Nedcargo betwistte.
De rechtbank Rotterdam had in een eerdere uitspraak op 2 juni 2023 het beroep van Nedcargo gegrond verklaard en de beperking van de vrijstelling vernietigd. Bpf Vervoer ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. Het College oordeelde dat de rechtbank de juiste uitleg had gegeven aan artikel 2 van het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000, en dat de vrijstelling niet beperkt kon worden tot alleen de werknemers die op 1 september 2020 in dienst waren. Het College bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de vrijstelling ook geldt voor toekomstige werknemers.
Daarnaast werd Bpf Vervoer veroordeeld in de proceskosten van Nedcargo, die op €1.814,- werden vastgesteld. Ook werd een griffierecht van €548,- opgelegd aan Bpf Vervoer. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van het College, waarbij de griffier aanwezig was.