1.2Voor zover in deze uitspraak een oordeel wordt gegeven over de rechtmatigheid van het bestreden besluit en de concessieverlening, is sprake van een voorlopig oordeel dat het College niet bindt in de hoofdzaak.
Achtergrond van het geschil
2 Arriva is de huidige concessiehouder voor het verrichten van openbaar busvervoer in de provincie Friesland. Deze concessie eindigt op 14 december 2024. Aangezien concessies voor openbaar vervoer op grond van artikel 61, eerste lid, van de Wp 2000 slechts worden verleend nadat daartoe een aanbesteding is gehouden, heeft GS de concessie voor de periode van 15 december 2024 tot en met 9 december 2034 openbaar aanbesteed.
3 De uitkomst van de aanbestedingsprocedure was voor GS reden om de concessie voor de volgende concessieperiode aan Qbuzz te verlenen. In totaal heeft Qbuzz een score van [… 1] van de [… 2] punten gekregen, terwijl Arriva een score van [… 3] punten heeft gekregen. Naar voorlopig oordeel gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat de concessieverlening en de verlenings- en afwijzingsbrieven één besluit vormen.
4 GS heeft de afwijzing van Arriva met verbetering van motivering en de verlening aan Qbuzz gehandhaafd.
5 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Arriva, gezien de aanvangsdatum van de concessie, een voldoende spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening.
6 Arriva stelt dat is afgeweken van de procedure in de aanbestedingsleidraad. De beoordelingscommissie heeft zich bij het vervoerplan (gunningscriterium G2) laten bijstaan door vervoerskundig bureau [naam] . Na de afronding van de beoordeling heeft [naam] een nieuwe versie van haar advies ‘Beoordeling Inschrijvingen G2 Vervoerplan’ opgesteld over verschillen tussen de vervoerplannen van Arriva en Qbuzz. Uit de begeleidende e-mail van 26 september 2023 volgt dat die aanvullingen voor de beoordelingscommissie geen rol kunnen hebben gespeeld. Hierdoor zijn ook de (zelfstandig) door [naam] geconstateerde verschillen in de concessieverlening gekomen, terwijl de aanbestedingsleidraad voorschrijft dat (alleen) de beoordelingscommissie de inschrijvingen beoordeelt.
7 GS betwist dat is afgeweken van de procedure in de aanbestedingsleidraad. De vervoerplannen in de inschrijvingen zijn door de beoordelingscommissie beoordeeld. De nieuwe versie van haar advies (met een concrete inventarisatie van de verschillen) heeft [naam] daarna opgesteld als hulpmiddel bij het opstellen van de motivering van de concessieverlening.
8 Qbuzz sluit zich aan bij het standpunt van GS en stelt dat Arriva de beoordeling van de inschrijvingen en de uitkomst daarvan verwart met de motivering in de concessieverlening.