Bijlage
Algemene wet bestuursrecht
1. Voordat een bestuursorgaan een beschikking geeft waartegen een belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd naar verwachting bedenkingen zal hebben, stelt het die belanghebbende in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen indien:
a. de beschikking zou steunen op gegevens over feiten en belangen die de belanghebbende betreffen, en
b. die gegevens niet door de belanghebbende zelf ter zake zijn verstrekt.
Artikel 4:9
Bij toepassing van de artikelen 4:7 en 4:8 kan de belanghebbende naar keuze schriftelijk of mondeling zijn zienswijze naar voren brengen.
Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten
Artikel 23 Het gebruik van termen die verwijzen naar biologische productie
1. In de zin van deze verordening worden producten geacht producten te zijn waarop termen voorkomen die verwijzen naar de biologische productiemethode, wanneer die producten, de ingrediënten ervan of de bij de productie gebruikte voedermiddelen in de etikettering, de reclame of de handelsdocumenten worden beschreven in termen die de koper doen aannemen dat de producten, ingrediënten of voedermiddelen geproduceerd zijn overeenkomstig de in deze verordening vervatte regels. Met name mogen de termen vermeld in de bijlage en de afleidingen of verkleinwoorden daarvan, zoals „bio” en „eco”, in de hele Gemeenschap en in elke taal van de Gemeenschap afzonderlijk of in combinatie worden gebruikt voor de etikettering van en de reclame voor een product dat voldoet aan de voorschriften die bij of krachtens deze verordening zijn vastgesteld.
Op de etikettering van en in de reclame voor levende en onverwerkte landbouwproducten mogen termen die verwijzen naar de biologische productiemethode, daarenboven slechts voorkomen wanneer ook alle ingrediënten van dat product geproduceerd zijn overeenkomstig de voorschriften van deze verordening.
2. De in lid 1 bedoelde termen worden nergens in de Gemeenschap en in geen enkele taal van de Gemeenschap gebruikt voor de etikettering van, de reclame voor en de handelsdocumenten betreffende een product dat niet voldoet aan de eisen van deze verordening, tenzij zij niet worden toegepast op landbouwproducten in levensmiddelen of diervoeders of duidelijk geen verband houden met biologische productie.
Voorts worden in de etikettering of reclame geen termen, termen in handelsmerken inbegrepen, of praktijken gebruikt die de consument of gebruiker kunnen misleiden door de indruk te wekken dat een product of de ingrediënten ervan voldoen aan de voorschriften krachtens deze verordening.
Artikel 27 Controlesysteem
1. De lidstaten zetten een controlesysteem op en wijzen een of meer bevoegde autoriteiten aan die verantwoordelijk zijn voor de controles ten aanzien van de bij deze verordening vastgestelde verplichtingen, zulks overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004.
4. De bevoegde autoriteit kan:
a. a) haar controlebevoegdheden toevertrouwen aan een of meer andere controlerende autoriteiten. De controlerende autoriteiten bieden adequate waarborgen inzake objectiviteit en onpartijdigheid, en beschikken over gekwalificeerd personeel en de middelen die nodig zijn om hun taak te vervullen;
1. De in artikel 27, lid 4, bedoelde controlerende autoriteiten en controleorganen geven een bewijsstuk af aan de marktdeelnemer die aan hun controles onderworpen is en die bij zijn activiteiten de bij deze verordening vastgestelde voorschriften naleeft. In het bewijsstuk worden ten minste de identiteit van de marktdeelnemer, het type of de reeks producten en de geldigheidsduur van het bewijsstuk vermeld.
Artikel 30 Maatregelen in geval van inbreuken en onregelmatigheden
1. Wanneer er een onregelmatigheid wordt geconstateerd met betrekking tot de naleving van de voorschriften van deze verordening, zorgt de controlerende autoriteit of het controleorgaan ervoor dat de etikettering en de reclame voor de volledige partij of productiegang waarop de onregelmatigheid betrekking heeft geen verwijzing naar de biologische productiemethode bevatten, wanneer een dergelijke maatregel in verhouding staat tot het belang van het voorschrift waarop inbreuk is gemaakt en tot de aard en de specifieke omstandigheden van de onregelmatige activiteiten.
Wanneer er een ernstige inbreuk of een inbreuk met langdurige gevolgen is geconstateerd, ontneemt de controlerende autoriteit of het controleorgaan de betrokken marktdeelnemer gedurende een met de bevoegde autoriteit van de lidstaat overeengekomen periode het recht om producten in de handel te brengen met verwijzing naar de biologische productiemethode in de etikettering of de reclame.
Artikel 33 Invoer van producten van gegarandeerde gelijkwaardigheid
1. Een uit een derde land ingevoerd product mag ook in de Gemeenschap als biologisch product in de handel worden gebracht mits:
a. a) het product is geproduceerd overeenkomstig productievoorschriften die gelijkwaardig zijn met die bedoeld in de titels III en IV;
Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie van 5 september 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten, wat de biologische productie, de etikettering en de controle betreft
Artikel 84 Verstrekking van informatie over geïmporteerde zendingen
De importeur stelt de controlerende autoriteit of het controleorgaan tijdig in kennis van elke zending die in de Gemeenschap zal worden geïmporteerd, en verstrekt daartoe de volgende gegevens:
a. a) de naam en het adres van de eerste geadresseerde;
b) alle gegevens die de controlerende autoriteit of het controleorgaan redelijkerwijs nodig kan hebben,
i. i) voor producten die overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 834/2007 worden geïmporteerd, de in dat artikel bedoelde bewijsstukken;
ii)
voor producten die overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 834/2007 worden geïmporteerd, een kopie van het in dat artikel bedoelde controlecertificaat.
Op verzoek van de controlerende autoriteit of het controleorgaan van de importeur, stuurt de importeur de in lid 1 bedoelde informatie door naar de controlerende autoriteit of het controleorgaan van de eerste geadresseerde.
De importeur verstrekt de in de eerste en tweede alinea bedoelde informatie door middel van het elektronische Traces-systeem (Trade Control and Expert System), waarin is voorzien bij Beschikking 2003/24/EG van de Commissie.
Artikel 91 Maatregelen bij vermoede inbreuken en vermoede onregelmatigheden
1. Marktdeelnemers die van mening zijn of vermoeden dat een door hen geproduceerd, bereid of geïmporteerd product, dan wel een door een andere marktdeelnemer aan hen geleverd product niet in overeenstemming is met de voorschriften voor de biologische productie, leiden procedures in om elke aanduiding betreffende de biologische productiemethode van dat product te verwijderen of om het product af te zonderen en te identificeren. Zij mogen het product pas gaan verwerken of verpakken of in de handel brengen nadat de betrokken twijfel is weggenomen, tenzij het product in de handel wordt gebracht zonder aanduidingen betreffende de biologische productiemethode. In geval van dergelijke twijfel moeten de marktdeelnemers de controlerende autoriteiten of de controleorganen onmiddellijk informeren. De controlerende autoriteiten of de controleorganen kunnen eisen dat het product niet met aanduidingen betreffende de biologische productiemethode in de handel wordt gebracht voordat de van de marktdeelnemers of uit andere bronnen ontvangen informatie hen ervan heeft overtuigd dat de twijfel is weggenomen.
2. Controlerende autoriteiten of controleorganen die een gegrond vermoeden hebben dat een marktdeelnemer van plan is een product in de handel te brengen dat niet in overeenstemming is met de voorschriften voor de biologische productie maar wel is voorzien van een verwijzing naar de biologische productiemethode, kunnen beslissen dat de marktdeelnemer het product gedurende een door hen vastgestelde periode niet met deze verwijzing in de handel mag brengen. Alvorens een dergelijke beslissing te nemen, moeten de controlerende autoriteiten of controleorganen de marktdeelnemer de kans geven om de situatie toe te lichten. Deze beslissing wordt, indien de controlerende autoriteiten of controleorganen er zeker van zijn dat het product niet aan de voorschriften voor de biologische productie voldoet, aangevuld met de verplichting om elke verwijzing naar de biologische productiemethode van dat product te verwijderen.
Indien het vermoeden tijdens de hierboven bedoelde periode niet wordt bevestigd, moet de in de eerste alinea bedoelde beslissing uiterlijk bij het verstrijken van die periode worden ingetrokken. De marktdeelnemer verleent de controlerende autoriteit of het controleorgaan zijn volledige medewerking bij de opheldering van het vermoeden.
(…)
Landbouwkwaliteitsbesluit
De Stichting Skal wordt aangewezen als bevoegde autoriteit voor zover het betreft het gebied, genoemd in artikel 1, tweede lid, aanhef en onderdeel i, van verordening (EU) 2017/625 voor:
a. het documenteren, bedoeld in artikel 29, zesde lid, van verordening (EU) 2018/848 van onderzoeksresultaten naar de aanwezigheid van niet-toegelaten producten of stoffen en genomen maatregelen;
b. het ontvangen van de melding, bedoeld in artikel 34 van verordening (EU) 2018/848;
c. het meedelen van de informatie, bedoeld in artikel 43, zesde lid, van verordening (EU) 2018/848 aan het daar bedoelde betaalorgaan;
d. de handhavingsverplichtingen, bedoeld in artikel 137 van verordening (EU) 2017/625, en
e. het nemen van de acties en maatregelen, bedoeld in artikel 138 van verordening (EU) 2017/625, en belast met deze taken.