ECLI:NL:CBB:2024:195
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing steunaanvraag GLB door verhindering bedrijfscontrole
In deze zaak heeft de maatschap [naam 1] en [naam 2] te [plaats] beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun steunaanvraag uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De aanvraag voor subsidies voor het jaar 2021 werd afgewezen omdat de maatschap een bedrijfscontrole op 15 december 2021 heeft verhinderd. De minister verklaarde het bezwaar van de maatschap ongegrond, waarna de maatschap in beroep ging. Tijdens de zitting op 31 januari 2024 werd de zaak behandeld, waarbij de maatschap en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De maatschap voerde aan dat zij kort voor de bedrijfscontrole al een andere controle had gehad en daarom niet wilde meewerken aan een nieuwe onaangekondigde controle. Ze waren niet goed geïnformeerd over de gevolgen van hun weigering. De toezichthouder had hen weliswaar geïnformeerd over de controle, maar de maatschap was zich niet bewust van de mogelijke gevolgen voor de inkomenssteun. De minister verwees naar artikel 59, zevende lid, van Verordening 1306/2013, dat voorschrijft dat indien een controle wordt verhinderd, de steunaanvraag moet worden afgewezen, tenzij er sprake is van overmacht.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de minister terecht had gehandeld. De maatschap had erkend de controle te hebben verhinderd, en de minister was verplicht om de aanvraag af te wijzen. De maatschap had zich als professioneel marktdeelnemer moeten informeren over de regels en verplichtingen van het GLB. De conclusie was dat het beroep ongegrond werd verklaard en dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 19 maart 2024.