mw. mr. A.M. Rentema-Westerhof

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het garantiebedrag van € 14,44 per dag voor Wajong-uitkering, appellant heeft geen recht op hoger bedrag.

Centrale Raad van Beroep vernietigt beëindiging WIA-uitkering van appellant per 1 juni 2022, oordeelt dat Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd voor beëindiging en veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie aan appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkneemster, die ziek was. De bedrijfsarts overschreed zijn professionele marge.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat aanvraag terecht is getoetst aan Wajong 2015 en appellant over arbeidsvermogen beschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van Wajong-uitkering aan appellante, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat legeskosten voor nieuw verblijfsdocument na geslachtsverandering bijzondere bijstand rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Wajong-uitkering van de betrokkene terecht is vastgesteld op 6 april 2021, zonder terugwerkende kracht naar 1 september 2020, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenveroordeling af, omdat Uwv al kosten heeft vergoed na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onterecht vervoersvoorziening weigerde aan jonggehandicapte. Besluit van 28 oktober 2020 wordt herroepen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt, herziening en terugvordering van ZW-uitkering niet in stand blijft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag van appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en geschiktheid van geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering en terugvordering voorschot wegens benadelingshandeling. Appellant was arbeidsongeschikt bij ondertekening vaststellingsovereenkomst.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat er kans op verbetering is en het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van ziekengeld aan een ex-werknemer van appellante, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en de ex-werknemer terecht arbeidsongeschikt was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van de WIA-uitkering aan appellant per 2 oktober 2020, vastgesteld op 59,05% arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het hoger beroep slaagt niet en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ex-werkgever niet tekort is geschoten in re-integratie-inspanningen en geen loonsanctie hoeft te worden opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging van ZW-uitkering met 25% gedurende vier maanden wegens niet-naleving re-integratieverplichtingen door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat hij over arbeidsvermogen beschikt en dat deze situatie niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht geen loonsanctie oplegde aan de werkgever van appellante, die onvoldoende re-integratie-inspanningen zou hebben verricht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, waardoor loonsanctie van Uwv terecht is opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkneemster vanaf 17 maart 2016 niet doorlopend arbeidsongeschikt was, en dat het Uwv terecht de ZW-uitkering beëindigde. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Beroep op gelijkheidsbeginsel afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking AIO-aanvulling wegens schending inlichtingenverplichting door appellant over onroerend goed in Marokko.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering en beëindiging van ZW-uitkering, oordeelt dat appellant niet voldoet aan voorwaarden voor uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; geen nieuwe feiten over beperkingen bij appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellante voldoet niet aan criteria voor duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen.

Appellant verzocht om herziening van de weigering van zijn Wajong-uitkering. De Raad bevestigt dat er geen nieuwe feiten zijn en dat de eerdere beslissing van het Uwv terecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante heeft geen duurzaam arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een starterskrediet toe te kennen, omdat het starten van een eigen bedrijf geen reële optie is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant heeft geen duurzaam arbeidsvermogen door gedragsproblematiek, maar toekomstig herstel niet uitgesloten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn arbeidsvermogen niet duurzaam ontbreekt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de ziekmelding van een (ex-)werknemer van appellante heeft overgenomen, omdat appellante deze niet in behandeling had genomen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de loonsanctie aan appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen voor een zieke werknemer.

De aanvraag om bijstand is afgewezen omdat appellante een gezamenlijke huishouding voerde met X, waardoor zij geen zelfstandig recht op bijstand had.

De aanvraag om bijzondere bijstand voor woonkostentoeslag is afgewezen omdat appellante een gezamenlijke huishouding voerde. De Raad bevestigt de afwijzing, maar veroordeelt het college in de proceskosten van appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat afwijzing Wajong-uitkering niet voldoende is onderbouwd; appellante heeft recht op herbeoordeling van haar aanvraag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat het Uwv terecht stelde dat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WGA-uitkering aan een werknemer en oordeelt dat de werkgever als belanghebbende is aangemerkt. Het hoger beroep van de werkgever slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste ziektedag van de werkneemster op 30 augustus 2018 ligt, waardoor de ZW-uitkering ten laste van de eigenrisicodrager komt.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de uitkeringsspecificatie van maart 2021 geen besluit is in de zin van de Awb, waardoor het bezwaar van appellanten niet-ontvankelijk is verklaard.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college van Sittard-Geleen niet verplicht is de kosten van bezwaar te vergoeden, omdat betrokkene pas in bezwaar relevante informatie heeft verstrekt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ingangsdatum van de bijstand op 6 februari 2020 blijft staan, zonder terugwerkende kracht, omdat appellante geen bijzondere omstandigheden heeft aangetoond.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking en terugvordering van bijstand, oordeelt dat geen bewijs is voor garagewerkzaamheden, en stelt boete vast op € 1.568,11.

Appellant heeft bijstand ingetrokken en teruggevorderd wegens verblijf buiten Nederland. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De Raad bevestigt deze uitspraak en handhaaft de boete.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking bijstand voor periode 1 op basis van onschuldpresumptie, maar handhaaft intrekking voor periode 2 wegens schending inlichtingenverplichting.

Centrale Raad van Beroep bevestigt buitenbehandelingstelling aanvraag om bijstand wegens ontbrekende financiële gegevens. Appellant krijgt geen proceskostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag bijstand; appellant kan hoofdverblijf niet aannemelijk maken door extreem laag waterverbruik.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking en terugvordering van de IOAZ-uitkering van appellanten wegens schending van de inlichtingenverplichting door het niet melden van schoonmaakwerkzaamheden.

De aanvraag om bijzondere bijstand voor een wasmachine is afgewezen omdat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet kon reserveren voor de kosten. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering AIO-aanvulling wegens schending inlichtingenverplichting over onroerend goed in Turkije.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet gemeld vermogen in Turkije. Appellante heeft eigendom niet gemeld, waardoor bijstand ten onrechte is ontvangen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van bijstand wegens onroerend goed in Turkije, waarde overschrijdt vrij te laten vermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking bijstand en ingangsdatum bijstandsverlening. Appellant had geen hoofdverblijf op uitkeringsadres en geen bijzondere omstandigheden aangetoond voor eerdere ingangsdatum.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking en terugvordering van bijstand van appellante wegens gezamenlijke huishouding met haar partner. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college bij medeterugvordering van bijstand geen belangenafweging heeft gemaakt, wat leidt tot vernietiging van de eerdere uitspraak en het besluit.