Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Wet WIA wel te zijn. De rechtbank heeft daarnaast geoordeeld dat het Uwv onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Er bestond voor werkgever geen reden om de adviezen van de bedrijfsarts in twijfel te trekken. Deze adviezen sluiten volgens de rechtbank logisch en navolgbaar aan op de feiten en omstandigheden zoals die volgen uit het dossier. Werkgever mocht er dus van uitgaan dat deze adviezen van de bedrijfsartsen op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen. Onder deze omstandigheden kan van werkgever in redelijkheid niet gevergd worden te twijfelen aan de adviezen van de bedrijfsartsen. Dit betekent dat het Uwv zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat werkgever zich niet mocht baseren op de standpunten van de bedrijfsartsen. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom betrokkene wel kon re-integreren. De verzekeringsartsen hebben slechts gekeken of sprake was van benutbare mogelijkheden. Dit doet zonder nadere motivering geen recht aan de standpunten van de behandelaars en de bedrijfsartsen. Ook is het de rechtbank niet gebleken dat de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen de periode na het deskundigenoordeel bij hun overweging hebben betrokken. Uit het bestreden besluit blijkt niet goed of en in hoeverre werkgever wordt verweten over de gehele re-integratieperiode van twee jaar niet aan de verplichtingen te hebben voldaan. Het Uwv heeft dit onvoldoende gemotiveerd. Tot slot maakt het arbeidsconflict niet dat werkgever en betrokkene niet in redelijkheid tot de verrichte re-integratie-verplichtingen mochten komen. Dit conflict berustte waarschijnlijk op een misverstand en was snel opgehelderd. De rechtbank vindt het oordeel van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen op dit punt dan ook onnavolgbaar. Dit betekent dat het Uwv ten onrechte aan werkgever een loonsanctie heeft opgelegd.
artikel 65 van de Wet WIA. Dit uitgangspunt van de rechtbank gaat voorbij aan de bedoeling van de wetgever. Het Uwv voert verder aan dat het wel gemotiveerd aannemelijk heeft gemaakt dat werkgever verwijtbaar onvoldoende re-integratieverplichtingen heeft verricht. Ter onderbouwing van dit standpunt heeft het Uwv een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 14 april 2023 overgelegd.
re-integratie-inspanningen verricht. De bedrijfsarts heeft zich terecht gebaseerd op de informatie van de Belgische behandelaars, waaruit volgt dat betrokkene volledig arbeidsongeschikt was. Daarnaast was het arbeidsconflict snel opgelost met tussenkomst van een advocaat.
Het oordeel van de Raad
re-integratie-inspanningen die zijn verricht.
re-integratie-inspanningen zijn verricht in spoor 1 en spoor 2. Omdat er benutbare mogelijkheden waren, had werkgever re-integratie-inspanningen in spoor 1 moeten verrichten. Bij geen of onvoldoende zicht op herplaatsing binnen de eigen onderneming, dient uiterlijk na een jaar parallel aan spoor 1, spoor 2 te worden ingezet. Dit is niet, of althans na bijna twee jaar ziekmelding en daarmee te laat, gebeurd. De Raad wijst er in dit verband ook op dat in de periode mei 2018 - augustus 2019 zonder deugdelijke grond in het geheel geen re-integratie-inspanningen zijn verricht. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep kan worden gevolgd.