dhr. mr. B.J. Duinhof

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen tot 18 november 2025 en houdt het verzoek tot wijziging van de zorgregeling aan voor advies van de Raad voor de Kinderbescherming.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen met een maand, tot 18 december 2024, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen met twee maanden, tot 19 december 2024, na verzoek van de GI en instemming van de moeder.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen met twee maanden, tot 19 december 2024, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

De kinderrechter heeft op 10 oktober 2024 een spoedbeschikking gegeven die de verdeling van zorg- en opvoedtaken voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wijzigt, met onmiddellijke ingang geen contact tussen de moeder en de kinderen voor twee weken.

De kinderrechter verleent vervangende toestemming voor wijziging van de verblijfplaats van een minderjarige naar familie, met spoedbeslissing zonder horen van belanghebbenden.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen vanwege acute onveiligheid in de thuissituatie, met een voorlopige duur van twee weken.

De kinderrechter verleent een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, met aandacht voor de betrokkenheid van een mentor tijdens het MST-traject.

De rechtbank heeft Nidos benoemd tot tijdelijk voogdes van een alleenstaande minderjarige asielzoeker, wiens moeder niet in staat is het gezag uit te oefenen.

De kinderrechter heeft het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen, oordelend dat de ouders met hulp in staat zijn de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen.

De kinderrechter verleent een machtiging gesloten jeugdhulp voor [de minderjarige] voor zes maanden, na negatieve ervaringen bij een eerdere instelling.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen vanwege ernstige zorgen over hun ontwikkeling, beïnvloed door de strafrechtelijke veroordeling van de vader voor seksueel misbruik.

De kinderrechter heeft op 25 november 2022 de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een ongeboren kind bevolen, gezien de ernstige zorgen over de ontwikkeling en gezondheid van het kind.

De kinderrechter verklaart de GI niet-ontvankelijk in het verzoek tot geschilbeslechting over de uithuisplaatsing van [minderjarige], omdat er andere proceduremogelijkheden zijn.

De kinderrechter heeft het verzoek tot plaatsing van een minderjarige in gesloten jeugdzorg afgewezen, omdat de jongere niet zal meewerken aan begeleiding. De jongere heeft plannen voor zijn toekomst en krijgt de kans om deze uit te voeren.

De rechtbank heeft het verzoek tot wijziging van schorsingsvoorwaarden afgewezen, omdat de verdachte reeds in vrijheid was gesteld, maar heeft het OM opgedragen om de verdachte aan te sluiten op elektronische monitoring.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, met nadruk op stabiliteit en begeleiding voor het kind.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] van 3 augustus tot 9 november 2022, na verzoek van de GI.

De kinderrechter verleent een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige in voorlopige hechtenis wegens betrokkenheid bij geweldsmisdrijf, ter ondersteuning van zijn ontwikkeling en om hem te helpen met zijn problemen.

De kinderrechter heeft op 15 juli 2022 een voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] goedgekeurd, vanwege zorgen over de veiligheid en geweldsincidenten in de thuissituatie.

De kinderrechter heft de ondertoezichtstelling van [minderjarige] op vanwege verbeterde omstandigheden en veiligheid, ondanks bedreigend gedrag van de vader.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in een netwerkpleeggezin, gezien de zorgelijke situatie bij de vader.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van de minderjarige met zes maanden en wijst het verzoek tot wijziging van de zorgregeling af, omdat dit verzoek is ingetrokken.

De kinderrechter verlengt de machtiging tot opname van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met zes maanden, gezien de aanhoudende zorgen en de noodzaak voor diagnostisch onderzoek.

Verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking, omdat het verzoek te laat is ingediend, acht dagen na de mondelinge behandeling.

De kinderrechter wijst het verzoek tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een ongeboren kind af, omdat de zorgen onvoldoende zijn onderbouwd en de ouders actief betrokken zijn bij de hulpverlening.

De rechtbank heeft het wrakingsverzoek van verzoekster afgewezen, oordelend dat de afwijzing van digitale deelname van haar begeleidster geen blijk gaf van vooringenomenheid.

De Verschoningskamer heeft op 13 april 2022 het verzoek tot verschoning van een rechter toegewezen vanwege persoonlijke betrokkenheid bij een WOZ-zaak.

De rechtbank heeft op 6 april 2022 een verschoningsverzoek toegewezen in een zaak over de invordering van dwangsommen, omdat de rechter zich niet onpartijdig voelde.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voor zes maanden, met de opdracht aan de GI om een nieuw verzoek in te dienen met een duidelijk plan van aanpak.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van een minderjarige met drie maanden en houdt het verzoek tot vervanging van de GI aan.

De kinderrechter verleent een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, benadrukt het belang van nabijheid tot zijn steunend netwerk en wijst op de noodzaak van jeugdhulp.

De kinderrechter verleent een machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige met ernstige problematiek en houdt het verzoek om een voorwaardelijke machtiging aan.

De kinderrechter heeft het verzoek tot ondertoezichtstelling van vier minderjarigen afgewezen, omdat de opvoedsituatie bij de moeder stabiel is en er voldoende hulpverlening is.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van een minderjarige met drie maanden, tot 28 mei 2022, vanwege zorgen over de ontwikkeling en het ontbreken van een borgingsplan.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige tot haar 18e verjaardag, ondanks onvoldoende onderbouwing van de GI.

De kinderrechter wijst het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige af, omdat er geen zorgen meer zijn over zijn ontwikkeling.

De kinderrechter heeft een voorlopige omgangsregeling vastgesteld voor de minderjarigen met hun vader, na verzoek van de GI, en houdt verdere behandeling aan.

De kinderrechter wijst het verzoek tot bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing af, omdat deze geen rechtsgevolg bevatte.

De kinderrechter verlengt de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen tot 26 februari 2022, met nadruk op gezamenlijke plaatsing in een gespecialiseerd gezinshuis.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] toegewezen vanwege problemen tussen de ouders, met als doel herstel van de situatie.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tot 9 mei 2022, met betrokkenheid van de Raad voor de Kinderbescherming.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van vijf minderjarigen wegens onveilige opvoedomgeving en onvoldoende samenwerking van de ouders met de hulpverlening.

Herstelbeschikking van 30 november 2021 door kinderrechter mr. B.J. Duinhof inzake ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van twee minderjarigen, met correctie van eerdere schrijffouten.

De kinderrechter heeft op 26 november 2021 een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen uitgesproken, gezien de spoedeisende situatie in het pleeggezin.

De rechtbank heeft het verzoek tot verschoning van rechter mr. I. Dijkman afgewezen, omdat er geen aanwijzingen waren voor onpartijdigheid.

De kinderrechter verlengt de uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tot 30 december 2021 en stelt een definitieve zorgregeling vast.

De kinderrechter heeft de verzoeken tot ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van de minderjarigen toegewezen, met als doel de veiligheid en stabiliteit van de kinderen te waarborgen.

De kinderrechter verleent een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige van 8 maart 2004, met aandacht voor haar wensen en begeleiding tot haar achttiende verjaardag.

Wrakingsverzoek tegen mr. J.W. Ponds afgewezen; procesbeslissing vormt geen grond voor wraking.

De kinderrechter heeft op 29 september 2021 de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige verlengd vanwege zorgen over zijn veiligheid in de thuissituatie, ondanks verzet van de ouders.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van [minderjarige] verlengd tot 2 april 2022 en gedeeltelijk gezag toegewezen aan de GI voor onderwijsinschrijving.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van de aangever, maar spreekt hem vrij van poging doodslag. Een werkstraf van 80 uren wordt opgelegd.

De kinderrechter heeft het verzoek tot machtiging uithuisplaatsing van drie minderjarigen afgewezen, ondanks zorgen over hun veiligheid. Er is onvoldoende grond voor uithuisplaatsing vastgesteld.

De kinderrechter heeft op 18 augustus 2021 de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen verlengd en een voorlopige zorgregeling vastgesteld, waarbij de kinderen om en om bij de ouders verblijven.

Wrakingsverzoek van JUSTITAE TENAX B.V. kennelijk ongegrond verklaard; rolbeslissing is procesbeslissing, geen grond voor wraking.

De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] tot 6 september 2021, ondanks de positieve ontwikkeling van de ouders en succesvolle gezinsobservatie.

De kinderrechter heeft het verzoek tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen afgewezen, omdat de situatie niet verslechterd genoeg was. Ook het verzoek om vervanging van de GI werd afgewezen.

De kinderrechter wijst het verzoek tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen af, evenals het verzoek van de moeder tot vervanging van de GI, en houdt de zaak aan voor verdere behandeling.

De kinderrechter wijst het verzoek tot omgangsregeling tussen halfzusjes af, omdat de ondertoezichtstelling is afgelopen en er geen belang meer is.

De kinderrechter heeft het verzoek tot omgangsregeling tussen halfzusjes afgewezen, omdat het onvoldoende recht deed aan de opvoedsituatie van [minderjarige 1] en haar kindeigen problematiek.

De kinderrechter houdt het verzoek tot bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing aan tot 12 augustus 2021, in afwachting van een aangepast gezinsplan van de GI.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een jeugdhulpaanbieder tot 22 juli 2021, vanwege onveilige thuissituatie en noodzaak tot stabilisatie.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] met één maand voor het opstellen van een borgingsplan, maar wijst het verzoek van de vader tot verdere verlenging af.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen bevestigd en de machtiging tot uithuisplaatsing van de oudste twee kinderen afgewezen, met nadruk op intensieve begeleiding binnen de thuissituatie.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in gezinshuis 'gezinshuis 2' tot 13 juni 2022.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tot 17 mei 2022, met aandacht voor toekomstperspectief en contactherstel.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd en het verzoek om vervangende toestemming voor een medische behandeling aangehouden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over zedenfeit tegen minderjarige; verdachte krijgt voorwaardelijke jeugddetentie en ouders aansprakelijk voor schadevergoeding aan slachtoffer.

De rechtbank heft de schorsing van de voorlopige hechtenis van een minderjarige verdachte op, omdat hij zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden.

De kinderrechter schorst gedeeltelijk het gezag van de moeder over de minderjarige en verlengt de uithuisplaatsing in een anoniem ziekenhuis vanwege medische noodzaak en oncoöperatief gedrag van de ouders.

De kinderrechter verlengt de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [minderjarige] met drie maanden, tot 19 augustus 2021, vanwege psychische instabiliteit en de noodzaak van een veilige omgeving.

De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige verlengd en de GI opgedragen om de opvoedsituatie te onderzoeken en een passende plek te vinden.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen tot 13 november 2021, gezien de zorgwekkende situatie in de jeugdzorg en de noodzaak voor een betere aanpak door de GI.

De kinderrechter heeft [minderjarige] onder toezicht gesteld en machtiging tot uithuisplaatsing verleend in het kader van jeugdzorgproblematiek in Zeeland.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, met zorgen over de rol van de gecertificeerde instelling en de beschikbaarheid van de gezinsmanager.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van een minderjarige met een maand, omdat de GI onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor de verlenging.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van een minderjarige tot 8 januari 2022, gezien de aanhoudende conflicten tussen de ouders en de noodzaak voor continuïteit in de zorg.

De kinderrechter heeft een minderjarige verdachte veroordeeld tot een werkstraf en schadevergoeding, en uit zorgen over de rol van de gecertificeerde instelling in de zorg voor minderjarigen.

De kinderrechter heeft een minderjarige verdachte veroordeeld tot een leerstraf en werkstraf voor openlijk geweld, diefstal en bedreiging, met schadevergoedingen aan benadeelde partijen.

De kinderrechter heeft een minderjarige verdachte vrijgesproken van zware mishandeling en een leer- en werkstraf opgelegd, met toezicht door de GI.

De rechtbank beëindigt het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige en benoemt Stichting Intervence tot voogdes, vanwege ernstige ontwikkelingsbedreiging en gebrek aan samenwerking van de moeder.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van de minderjarigen en wijzigt de zorgregeling, waarbij de kinderen in even weken bij de moeder en in oneven weken bij de vader verblijven.

De kinderrechter verleent een machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige tot 21 maart 2021, gezien zijn ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, die wisselende woonsituaties heeft ervaren, tot respectievelijk 23 december 2021 en 23 april 2021.

De kinderrechter heeft in een gezinszaak beslist dat de GI onderzoek moet doen naar de kindeigen problematiek van de minderjarigen. Het verzoek van de vader om onbegeleide omgang is afgewezen en de kosten van het deskundigenonderzoek zijn vastgesteld op € 2.096,07.

De kinderrechter heeft de schriftelijke aanwijzing van de GI vervallen verklaard en een nieuwe zorgregeling vastgesteld voor de minderjarigen, waarbij bezoeken om de zes weken plaatsvinden onder begeleiding.

De kinderrechter heeft op 14 juli 2020 de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] bij zijn grootmoeder toegewezen, voor de duur van de ondertoezichtstelling.

Tussenuitspraak over zorgregeling voor minderjarigen; beslissing aangehouden in afwachting van uitspraak Hof.

De kinderrechter verlengt de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [minderjarige] tot 4 juli 2020, gezien de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen.

De kinderrechter verleent op 28 februari 2020 de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] in een jeugdhulpaccommodatie, vanwege onvoldoende hulpverlening in de thuissituatie.

De rechtbank heeft het verzoek van minderjarige [minderjarige 1] om een bijzondere curator te benoemen afgewezen, gezien de bestaande hulpverlening en de recente machtiging uithuisplaatsing.

De kinderrechter verlengt de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige tot 4 april 2020, na zorgvuldige afweging van zijn situatie en de betrokken instanties.

De kinderrechter verleent een machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige met complexe problematiek, met een duur van drie maanden, en roept de GI op tot een vlotte doorplaatsing naar een passende instelling.

De kinderrechter verlengt de uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in een pleegzorgvoorziening tot 3 mei 2020, omdat de GI nog geen perspectiefbesluit heeft genomen.

De kinderrechter verklaart zich onbevoegd inzake het verzoek tot ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, die feitelijk in België verblijven, ondanks hun connectie met Nederland.

De kinderrechter verklaart zich onbevoegd in de zaak van de ondertoezichtstelling van een minderjarige die in België verblijft, ondanks inschrijving in Nederland. De feitelijke aanwezigheid in België en overeenstemming van de ouders zijn doorslaggevend.

Verdachte, een minderjarige, is schuldig bevonden aan straatroof en opzetheling van scooters. Hij krijgt 207 dagen jeugddetentie, waarvan 66 dagen voorwaardelijk, en moet schadevergoeding betalen aan slachtoffers.

De rechtbank heeft een minderjarige verdachte schuldig bevonden aan straatroof en opzetheling van scooters, met ernstige gevolgen voor slachtoffers. Een jeugddetentie van 207 dagen, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, is opgelegd.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen tot 25 augustus 2020, met zorgen over hun ontwikkeling en de betrokkenheid van de GI.

De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen, waarbij zorgen zijn over de wisseling van jeugdzorgwerkers en de vertrouwensband met de moeder.

De kinderrechter verleent machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in een pleegzorgvoorziening vanwege ernstige zorgen over de thuissituatie van de ouders.

De rechtbank heeft een minderjarige verdachte veroordeeld voor internetoplichting, diefstal met geweld en fietsendiefstal, met een lagere straf dan geëist vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor meerdere vermogensdelicten, waaronder woninginbraken en autodiefstallen, met een gevangenisstraf van 360 dagen en een taakstraf van 240 uur.

De rechtbank veroordeelt een minderjarige verdachte voor verkrachting van een slachtoffer in Zierikzee, met een deels voorwaardelijke straf en bijzondere voorwaarden.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam] en houdt het verzoek tot uithuisplaatsing aan, gezien de zorgen over haar ontwikkeling en de relatie met haar ouders.

Wrakingsverzoek afgewezen; late verstrekking proces-verbaal leidt niet tot vooringenomenheid rechters.

De rechtbank heeft [verdachte] en [medeverdachte] vrijgesproken van moord wegens onvoldoende bewijs en schending van het ondervragingsrecht.

Verdachte schuldig aan brandstichting in Oosterland, beroep op psychische overmacht verworpen. Gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 307 dagen voorwaardelijk.

Verdachte veroordeeld tot 9 jaar gevangenisstraf voor doodslag, noodweer verwerpt. Schadevergoeding aan benadeelde partij toegewezen.

Verdachte veroordeeld voor woningoverval met geweld en witwassen; gevangenisstraf van 5 jaar en schadevergoeding van € 200,00 aan slachtoffer.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 6 jaar gevangenisstraf voor een woningoverval in Burgh-Haamstede, waarbij het slachtoffer ernstig werd mishandeld en vastgebonden. Schadevergoeding aan het slachtoffer is ook toegewezen.

Verdachte veroordeeld voor poging doodslag na aanrijding van fietser met bedrijfsbus. Gevangenisstraf van 192 dagen, 180 dagen voorwaardelijk, en werkstraf van 240 uur opgelegd. Schadevergoeding van € 1.313,59 aan slachtoffer toegewezen.

De rechtbank verklaart het hoger beroep van de officier van justitie gegrond en verleent machtiging om onleesbare gedeelten uit het projectplan niet te voegen. Schorsende werking van het hoger beroep is bevestigd.

De rechtbank verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het bezwaarschrift tegen de beslissing van de rechter-commissaris om een projectplan niet te verstrekken, omdat het onderzoek ter terechtzitting al was aangevangen.

Verdachte vrijgesproken van zware mishandeling met dodelijke afloop; handeling in noodweer.

De rechtbank heeft een verdachte veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf voor een gewapende overval op een tankstation en mishandeling met zwaar letsel.

De rechtbank heeft een verzoek tot schadevergoeding van € 11.635,31 afgewezen en een vergoeding van € 840,00 toegekend voor immateriële schade door onterecht voorarrest, plus kosten juridische bijstand en indiening.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte op 19 april 2013 met een fles een 82-jarige vrouw heeft geslagen in een poging tot doodslag en poging tot diefstal. De verdachte krijgt een gevangenisstraf van twee jaar en TBS met voorwaarden.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van brandstichtingen en vernielingen in Oosterland wegens onvoldoende bewijs en onbetrouwbare getuigenverklaringen.

De rechtbank heeft het verzoek tot kwijtschelding van een ontnemingsmaatregel toegewezen, gezien de schrijnende financiële situatie van de veroordeelde.

De rechtbank heeft het wrakingsverzoek van verzoekster afgewezen, omdat er geen gerechtvaardigde grond voor wraking was. De rechter werd geacht onpartijdig te zijn en zijn beslissing was begrijpelijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat kosten van ontmanteling hennepkwekerij niet aftrekbaar zijn van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Voordeel vastgesteld op € 6.000,00.

Verdachte veroordeeld voor het telen van hennep en diefstal van stroom in Ritthem. Gevangenisstraf van één maand voorwaardelijk en 200 uur taakstraf opgelegd.

Verdachte schuldig aan poging tot doodslag na steekincident in Middelburg; gevangenisstraf van vijf jaar opgelegd.

Verdachte veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor gewapende roofoverval op juwelierszaak, DNA-match als bewijs.

Verdachte bedreigt en mishandelt ambtenaren; rechtbank legt gevangenisstraf van twee maanden op en kent schadevergoeding toe aan benadeelde partij.

Verdachte vrijgesproken van dood door schuld na dodelijk ongeval matroos; onvoldoende bewijs voor schuld; meerdere scenario's mogelijk.

Verdachte veroordeeld tot 42 maanden gevangenisstraf voor verkrachting, poging zware mishandeling en meerdere vermogensdelicten.

Verdachte veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf voor poging tot moord op ex-vrouw en wapenbezit. Ernstige verwondingen bij slachtoffer, blijvende schade.

Verdachte bedreigt [slachtoffer] met zwaard en vernielt eigendommen. Rechtbank heropent onderzoek en plaatst verdachte in psychiatrisch ziekenhuis.

Verdachte veroorzaakte op 26 oktober 2012 een verkeersongeval onder invloed van alcohol, leidend tot zwaar lichamelijk letsel voor een inzittende van een andere auto. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf, taakstraf en rijontzegging op.

De rechtbank heeft een veelpleger veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf voor meerdere woninginbraken, met schadevergoedingen voor de slachtoffers.

De rechtbank heeft op 11 juni 2013 een verzoek tot wraking afgewezen in een strafzaak, waarbij de politierechter de schijn van vooringenomenheid zou hebben gewekt. De rechtbank oordeelde dat er geen feiten waren die de onpartijdigheid van de politierechter in gevaar brachten.

De rechtbank heeft het wrakingsverzoek van de verdediging afgewezen, oordelend dat de economische politierechter niet partijdig was en zijn beslissing om bepaalde richtlijnen niet te verstrekken niet onbegrijpelijk was.

Betrokkene maakt bezwaar tegen administratiekosten van € 6,- opgelegd bij verkeerssanctie. Kantonrechter verklaart beroep gedeeltelijk gegrond en vernietigt beslissing officier van justitie.

Eiser verzoekt om doorbetaling van loon en schadevergoeding wegens PTSS door schietincident. Rechtbank oordeelt dat er causaal verband is en vernietigt eerdere besluiten.

De voorzieningenrechter schorst de ongewenstverklaring van verzoeker, erkent zijn EU-verblijfsrecht en wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe.

De rechtbank heeft de asielaanvraag van een vreemdeling uit Afghanistan afgewezen, oordelend dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt te vrezen voor de Taliban en dat de situatie in Paktia geen uitzonderlijke bescherming rechtvaardigt.

De rechtbank vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring van eisers en oordeelt dat de bouwvergunning voor een appartementencomplex in Cadzand-Bad rechtmatig is, met uitzondering van de bezwaren van twee eisers die als belanghebbenden zijn aangemerkt.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de intrekking van kapvergunningen voor bomen. De rechtbank oordeelt dat eiser voor de bomen aan het Goese Diep als belanghebbende kan worden aangemerkt, maar niet voor de bomen aan de Houtkade. Het bestreden besluit wordt vernietigd en verweerder wordt in de proceskosten veroordeeld.

De rechtbank 's-Gravenhage wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de visumaanvraag voor kort verblijf onvoldoende bewijs van reisdoel bevatte.

Rechtbank 's-Gravenhage wijst asielaanvraag af wegens manipulatie vingertoppen en frustratie van identificatieonderzoek. Eiser kan geen bewijs leveren voor zijn relaas.

Rechtbank Middelburg oordeelt dat de weigering van de minister om eiser een additionele handkokkelvergunning te verlenen niet onredelijk is. Het aantal vergunningen is vastgesteld op tien, en de loting als selectieprocedure is niet ongeldig verklaard.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat eiseres, een Sri Lankaanse vluchteling, niet als langdurig ingezetene kan worden aangemerkt en niet vrijgesteld kan worden van het mvv-vereiste. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de vergunningverlening voor ensisvisserij. De rechtbank oordeelt dat de wijziging van het beleid niet onredelijk is en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft de asielaanvraag van een Iraakse vrouw afgewezen, omdat haar asielrelaas ongeloofwaardig was en niet voldoende onderbouwd met bewijs. De rechtbank vernietigde het besluit van de Staatssecretaris, maar liet de rechtsgevolgen in stand.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft het beroep van een Iraakse vreemdeling tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag ongegrond verklaard, omdat hij onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn vrees voor vervolging in Irak.

De rechtbank vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van een Irakese vreemdeling, oordeelt dat de geloofwaardigheid van zijn relaas onvoldoende is gemotiveerd en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen.

De rechtbank 's-Gravenhage weigert de aanvraag voor een verblijfsvergunning op basis van artikel 3.52 Vb 2000, omdat eiser niet voldoet aan de vereisten voor voortgezet verblijf. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van eiser gegrond en vernietigt de afwijzing van de herhaalde aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel, met de opdracht aan verweerder om een nieuw besluit te nemen.

De rechtbank spreekt de verdachte, een advocaat, vrij van het gebruik van valse getuigenverklaringen en het uitlokken van meineed, omdat niet bewezen kon worden dat hij op de hoogte was van de valsheid.

Verdachte is schuldig bevonden aan berovingen van oudere vrouwen en krijgt een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en 100 uur werkstraf.

De rechtbank heeft een 29-jarige man veroordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf voor gewapende overvallen en diefstal met geweld, waarbij meerdere slachtoffers zijn bedreigd.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte schuldig is aan beroving met geweld van een 76-jarige man en legt een gevangenisstraf van negen maanden op, waarvan drie maanden voorwaardelijk.

De rechtbank heeft een man veroordeeld tot 9 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en 240 uur werkstraf voor het opzettelijk niet doen van aangifte omzetbelasting door zijn v.o.f., met een benadeling van de staatskas van meer dan 645.000 euro.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, voor beroving van een benzinestation en het doen van een valse aangifte.

De rechtbank heeft een 64-jarige verdachte veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf voor doodslag en wapenbezit na een fatale steekpartij in Dordrecht op 21 april 2008.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van een overval wegens onvoldoende bewijs, maar veroordeelde hem tot vier maanden gevangenisstraf voor verblijf als ongewenst vreemdeling in Nederland.

Verdachte veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar en 240 uur werkstraf wegens brandstichting, rekening houdend met verminderde toerekeningsvatbaarheid.

De rechtbank veroordeelt een 48-jarige vrouw tot 200 uren werkstraf voor medeplegen van bedrieglijke bankbreuk en gebruik van valse geschriften, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een proeftijd van twee jaar.

De rechtbank heeft een man veroordeeld tot 80 uren werkstraf en 2 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf voor medeplegen van valsheid in geschrift met betrekking tot een arbeidsovereenkomst.

De rechtbank heeft een 19-jarige verdachte veroordeeld tot 21 maanden gevangenisstraf, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, voor het medeplegen van een gewelddadige beroving. De verdachte moet € 1250,- schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van medeplegen en medeplichtigheid aan een gewelddadige beroving wegens gebrek aan bewijs.

De rechtbank heeft een 34-jarige verdachte veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf voor vier diefstallen, waarvan één met dodelijke afloop. Hij moet zich klinisch laten behandelen en onder toezicht van de reclassering staan.

De zaak betreft de toetsing van de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling van een verdachte, waarbij de rechter-commissaris het tijdstip van 10.55 uur als startpunt voor de ophoudingstermijn hanteert.

De Rechtbank Middelburg sprak de exploitant van peuterspeelzaal 'de Polderrakkertjes' vrij van nalatigheid bij een dodelijk ongeval, omdat er geen duidelijke wettelijke normen waren geschonden en het beklemmingsgevaar niet was opgemerkt.

De rechtbank Middelburg oordeelt dat de producent van een speelhuisje aansprakelijk is voor de dood van een peuter door beklemmingsgevaar. Verdachte krijgt een onvoorwaardelijke werkstraf van 200 uur opgelegd.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep gegrond en vernietigt de afwijzing van de verblijfsvergunning asiel, o.a. wegens schending van het zorgvuldigheidsbeginsel.

De voorzieningenrechter vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van een Guinese vrouw met PTSS, oordelend dat de Guinese autoriteiten geen adequate bescherming bieden tegen huiselijk geweld.

De rechtbank heeft de afwijzing van de verblijfsvergunning van een Guinese alleenstaande minderjarige vernietigd en de zaak verwezen naar de meervoudige kamer vanwege complexiteit en zorgvuldigheidseisen.

De rechtbank verklaart het beroep van een alleenstaande minderjarige vreemdeling gegrond, vernietigt de afwijzing van de verblijfsvergunning en verplicht verweerder tot een nieuw besluit.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van een alleenstaande minderjarige vreemdeling uit China gegrond, vernietigt de afwijzing van de verblijfsvergunning en oordeelt dat onvoldoende rekening is gehouden met de individuele situatie van eiser.

De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende adequate opvang is voor alleenstaande minderjarige Angolezen in Angola en vernietigt de afwijzing van de verblijfsvergunning.

De voorzieningenrechter heeft het beroep van een Congolese vrouw gegrond verklaard, de afwijzing van haar verblijfsvergunning vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen.

De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, die betrokken zou zijn bij mensenrechtenschendingen in Afghanistan, in strijd is met het EVRM. Beroep gegrond, besluit vernietigd.

De rechtbank oordeelt dat de aanvraag van een alleenstaande minderjarige vreemdeling uit China voor een verblijfsvergunning gegrond is, omdat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn individuele situatie.

De voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van een alleenstaande minderjarige vreemdeling uit China ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er adequate opvang in China beschikbaar is.

De voorzieningenrechter vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van een Guinese vrouw, omdat onvoldoende rekening is gehouden met haar traumatische ervaringen. De Minister moet een nieuw besluit nemen en wordt veroordeeld in de proceskosten van € 644,-.

De voorzieningenrechter verklaart het beroep gegrond en vernietigt de afwijzing van de verblijfsvergunning voor een alleenstaande minderjarige uit Vietnam, wegens onvoldoende motivering door de Minister.

Verzoekster verzocht om een verblijfsvergunning, maar deze werd afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de 48-uurstermijn niet is overschreden en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

De voorzieningenrechter vernietigt de afwijzing van de verblijfsvergunning wegens onzorgvuldig leeftijdsonderzoek en verklaart het beroep gegrond.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond wegens overschrijding van de 48-uurstermijn bij afwijzing van de verblijfsvergunning. Verweerder moet nieuwe beslissing nemen en vergoedt proceskosten van € 966,--.

De rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van een asielzoeker uit Centraal-Irak gegrond, vernietigt de afwijzing van de verblijfsvergunning en verplicht de verweerder tot herbeoordeling binnen zes weken.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat eisers recht hebben op een verblijfsvergunning asiel met ingangsdatum van de aanvraag, niet later, en verklaart hun beroep gegrond.

Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van een Congolese vluchteling op basis van onvoldoende bewijs van betrokkenheid bij misdrijven en schending van artikel 3 EVRM.

De rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van een Sri Lankaanse vreemdeling inzake zijn asielaanvraag niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van voldoende gronden in het beroepschrift.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van eiser gegrond, vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag en oordeelt dat onvoldoende is getoetst aan artikel 3 EVRM.

De rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van eiser gegrond, vernietigt het bestreden besluit en oordeelt dat de taalanalyse niet deugdelijk is uitgevoerd.

De rechtbank vernietigt de afwijzing van de verblijfsvergunning asiel aan een Afghaanse gouverneur, oordelend dat de Minister onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar zijn verantwoordelijkheden en de context van zijn functie.

De rechtbank verklaart het beroep van een Marokkaanse vreemdeling gegrond, vernietigt de ongewenstverklaring en oordeelt dat de verweerder een nieuw besluit moet nemen.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift ontvankelijk is en schorsende werking heeft. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van € 966.

De rechtbank heeft de beroepen van Iraanse echtgenoten gegrond verklaard en de besluiten van de Minister voor Vreemdelingenzaken vernietigd, wegens onzorgvuldigheid en gebrek aan motivering.

De rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep gegrond, vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag op grond van artikel 1F VSV en oordeelt dat de verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat uitzetting niet tot schending van artikel 3 EVRM zou leiden.

De rechtbank vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van een Angolese minderjarige, omdat zij niet gehoord is en niet op de hoogte was van relevante stukken. Verweerder moet een nieuw besluit nemen.

De rechtbank vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van een Iraanse vrouw, oordelend dat onvoldoende rekening is gehouden met het ontbreken van documenten en de geloofwaardigheid van haar relaas niet goed is beoordeeld.

De rechtbank vernietigt de intrekking van de verblijfsvergunning en ongewenstverklaring van een Marokkaanse vreemdeling, oordelend dat de achtergehouden informatie niet leidde tot afwijzing van de aanvraag.

De rechtbank oordeelt dat de belangen van een Kameroense moeder zwaarder wegen dan die van de Nederlandse staat, waardoor haar aanvraag voor verblijf bij haar Nederlandse dochter gegrond wordt verklaard.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat eiseres, een alleenstaande Somalische vrouw, ten onrechte niet tijdig is behandeld voor een verblijfsvergunning. Beroep gegrond verklaard en besluit vernietigd.

De rechtbank oordeelt dat de aanvraag van twee Sandjak-moslims uit Kosovo voor vluchtelingenstatus gegrond is, omdat onvoldoende bescherming tegen vervolging kan worden geboden. De bestreden besluiten worden vernietigd.

De rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van eiser ongegrond, die verzocht om een verblijfsvergunning op basis van medische behandeling en humanitaire redenen, omdat Nederland niet het meest aangewezen land was voor zijn behandeling.

De rechtbank 's-Gravenhage heeft het beroep van een Somalische eiser om vluchtelingenstatus ongegrond verklaard, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij persoonlijk risico loopt op vervolging in Somalië.

De rechtbank oordeelt dat de overheid verantwoordelijk is voor het informeren van minderjarigen over de noodzaak van tijdige verlenging van verblijfsvergunningen. Het beroep van eiseressen is gegrond en het besluit van de verweerder wordt vernietigd.

De rechtbank verklaart het beroep van de vreemdeling ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de inbewaringstelling niet onrechtmatig was.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de binnentreding van de woning van een Bulgaarse vreemdeling onbevoegd was, waardoor de vrijheidsontneming onrechtmatig was. Schadevergoeding van EUR 515,00 toegekend.