Op 2 december 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, mr. B.J. Duinhof, een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de vader en een vertegenwoordiger van de Gecertificeerde Instelling (GI) aanwezig waren. De moeder was afwezig vanwege coronaklachten. De GI verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling met een jaar, omdat de situatie tussen de ouders nog steeds problematisch is en er zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarigen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders er niet in zijn geslaagd om de situatie te verbeteren, ondanks de beschikbare hulpverlening. De kinderrechter heeft het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling toegewezen, met de voorwaarde dat de GI de mogelijkheden voor hulpverlening opnieuw onderzoekt en de Raad voor de Kinderbescherming inschakelt indien beëindiging van de ondertoezichtstelling aan de orde is. De ondertoezichtstelling is verlengd tot 9 mei 2022, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2021.