ECLI:NL:RBZWB:2022:1800
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Beschikking
- D. Peters
- M.J.L. Holierhoek
- B.J. Duinhof
- B.F.Th. de Roos
- A.S. Hamans
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een bestuursrechtelijke procedure
Op 6 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, in de persoon van rechter D. Peters, een verschoningsverzoek behandeld. Dit verzoek was ingediend in het kader van een hoofdzaak die betrekking had op de invordering van € 40.000 aan verbeurde dwangsommen, voortvloeiend uit het bouwen in afwijking van een omgevingsvergunning. De rechter verzocht om verschoning omdat hij als universitair docent de zoon van de eiser begeleidde bij het schrijven van diens masterscriptie. Deze zoon had het agrarisch bedrijf van de eiser overgenomen, wat de vraag opriep of de invordering ook tegen hem gericht kon worden.
De rechtbank heeft het wettelijk kader uiteengezet, waarbij artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de mogelijkheid biedt voor rechters om zich te verschonen op basis van feiten die hun onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De verschoningskamer heeft vastgesteld dat er voldoende redenen waren om aan te nemen dat de rechter zich niet vrij voelde om een beslissing te nemen in deze zaak, wat leidde tot de toewijzing van het verschoningsverzoek. Dit houdt in dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter zal worden voortgezet.
De beslissing van de verschoningskamer werd genomen in raadkamer en is openbaar gemaakt. De griffier, mr. B.J. Duinhof, was verhinderd om de beslissing mede te ondertekenen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de uitspraak definitief is.