In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 17 februari 2022, werd het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) tot verlenging van de ondertoezichtstelling (OTS) van de minderjarige [minderjarige] afgewezen. De kinderrechter oordeelde dat uit het verslag van de Informatie- en Adviesdienst (IPT) blijkt dat er geen zorgen meer zijn over de ontwikkeling van de minderjarige. De ouders van [minderjarige] willen de inzet van IPT voortzetten binnen een vrijwillig kader, wat door de kinderrechter als positief werd beoordeeld. De kinderrechter merkte op dat de GI niet voldoende onderbouwde zorgen had over de ontwikkeling van [minderjarige] en dat de aanvullende zorgen over het contact met [zus 2] niet leidden tot een ontwikkelingsbedreiging die een kinderbeschermingsmaatregel rechtvaardigde. De kinderrechter concludeerde dat de ouders in staat zijn om de nodige hulp te vinden indien dat nodig is, en wees het verzoek van de GI af. De beschikking werd openbaar uitgesproken en de mogelijkheid tot hoger beroep werd vermeld.