In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 juli 2022 een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, die in voorlopige hechtenis verkeert op verdenking van betrokkenheid bij een ernstig geweldsmisdrijf. De kinderrechter heeft de machtiging verleend op basis van de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige, die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. De minderjarige, die in de justitiële jeugdinrichting verblijft, heeft een problematische achtergrond, waaronder het verlies van zijn vader, wat heeft geleid tot negatief gedrag zoals middelengebruik en agressie. De moeder van de minderjarige steunt het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen voor de gesloten plaatsing, omdat zij al langer bezorgd is over de negatieve ontwikkeling van haar kind.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter met de minderjarige gesproken, die aangaf dat hij wil werken aan zijn problemen, maar ook dat hij zijn verdriet over het verlies van zijn vader niet met anderen wil delen. De gedragswetenschapper heeft de noodzaak van de gesloten plaatsing onderbouwd, wijzend op de ernst van de problematiek en het risico dat de minderjarige verder afglijdt zonder de juiste hulp. De kinderrechter heeft na het horen van alle betrokkenen en het bestuderen van het dossier geconcludeerd dat de machtiging noodzakelijk is om de minderjarige te helpen in zijn ontwikkeling en om te voorkomen dat hij zich aan de noodzakelijke jeugdhulp onttrekt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en kan binnen drie maanden worden aangevochten.