Uitspraak
advocaat: mr. J.J. Brosius, advocaat te Goes.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 13 april 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.J. Brosius. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van de afwijzing door de rechter om de begeleidster van verzoekster via een videoverbinding deel te laten nemen aan de zitting. De advocaat stelde dat deze afwijzing de schijn van partijdigheid wekte en dat verzoekster hierdoor in haar procesrechten werd geschaad. De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van verzoekster zorgvuldig beoordeeld.
De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter om de digitale deelname van de begeleidster af te wijzen een procesbeslissing was en dat deze beslissing niet als blijk van vooringenomenheid kon worden opgevat. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, en dat er uitzonderlijke omstandigheden nodig zijn om dit vermoeden te weerleggen. De door verzoekster aangevoerde gronden werden niet als zwaarwegend genoeg beschouwd om aan te nemen dat de rechter vooringenomen was.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond verklaard en de behandeling van de onderliggende zaak voortgezet. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters in aanwezigheid van de griffier.