ECLI:NL:RBZWB:2021:6086

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 november 2021
Publicatiedatum
30 november 2021
Zaaknummer
C/02/392217 / JE RK 21-2425
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelbeschikking inzake ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van minderjarigen

Op 30 november 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een herstelbeschikking uitgesproken met betrekking tot de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van twee minderjarigen, geboren in 2012 en 2013 te Goes. Deze beschikking volgt op een eerdere beschikking van 26 november 2021, waarin de minderjarigen voorlopig onder toezicht waren gesteld van Stichting Jeugdbescherming West Zeeland en een machtiging tot uithuisplaatsing was verleend. De kinderrechter constateerde dat in het dictum van de eerdere beschikking een kennelijke schrijffout was gemaakt, waarbij de naam van de gecertificeerde instelling (GI) onjuist was vermeld als Stichting Intervence in plaats van Stichting Jeugdbescherming West Zeeland. Ook waren de namen van de minderjarigen onjuist weergegeven.

De kinderrechter heeft op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering besloten de eerdere beschikking te herstellen. De wijzigingen zijn doorgevoerd in het dictum, waarbij de juiste namen van de minderjarigen en de GI zijn opgenomen. De kinderrechter heeft bepaald dat deze wijzigingen op de minuut van de beschikking van 26 november 2021 worden vermeld en dat de griffier een afschrift van de verbeterde beschikking aan de betrokken partijen verstrekt. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 30 november 2021 door mr. B.J. Duinhof, kinderrechter, in aanwezigheid van de griffier S.A.K. Kurvink.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/392217 / JE RK 21-2425

herstelbeschikking van de kinderrechter van 30 november 2021

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, Zeeland-West-Brabant,

hierna te noemen: de Raad,
betreffende
[minderjarige 1], geboren op [geboortedag] 2012 te Goes, hierna te noemen [minderjarige 2] , en
[minderjarige 2], geboren op [geboortedag] 2013 te Goes, hierna te noemen [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende 1] , hierna te noemen de moeder,

wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[belanghebbende 2] , hierna te noemen de vader,

wonende te Vlissingen,
STICHTING JEUGDBESCHERMING West ZEELAND, hierna te noemen de gecertificeerde instelling (de GI),
gevestigd te Middelburg.

Het procesverloop

Bij beschikking van 26 november 2021 zijn [minderjarige 2] en [minderjarige 2] voorlopig onder toezicht gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Zeeland met ingang van 26 november 2021 tot 10 december 2021. Tevens is een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 2] en [minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg met ingang van 26 november 2021 tot 10 december 2021 verleend en heeft de kinderrechter voor het overige de beslissing aangehouden tot de mondelinge behandeling van 8 december 2021.
Op 30 november 2021 is bij de kinderrechter bekend geworden dat Stichting Intervence in het dictum is opgenomen als zijnde de GI die de ondertoezichtstelling gaat uitvoeren, terwijl dit Stichting Jeugdbescherming west Zeeland moet zijn. Ook wordt in het dictum de naam van [minderjarige 2] tweemaal onjuist weergegeven.

De beoordeling

Uit artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering volgt dat een beschikking kan worden hersteld wanneer sprake is van een kennelijke schrijffout. Nu gebleken is dat voormelde beschikking een kennelijke, ook voor partijen kenbare en voor eenvoudig herstel vatbare verschrijving bevat, dient die beschikking te worden verbeterd zoals hierna weergegeven.

De beslissing

De kinderrechter:
bepaalt dat het navolgende gedeelte in het dictum van de beschikking van 26 november 2021:
“stelt [naam] en [minderjarige 2] voorlopig onder toezicht van Stichting Intervence met ingang van 26 november 2021 tot 10 december 2021;”
en
“verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam] en [minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg met ingang van 26 november 2021 tot 10 december 2021 en houdt de beslissing voor het overige aan;”
wordt gewijzigd in:
“stelt [minderjarige 2] en [minderjarige 2] voorlopig onder toezicht van Stichting jeugdbescherming west Zeeland met ingang van 26 november 2021 tot 10 december 2021”
“verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 2] en [minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg met ingang van 26 november 2021 tot 10 december 2021 en houdt de beslissing voor het overige aan;”
bepaalt dat deze wijzigingen onder vermelding van de datum 30 november 2021 worden vermeld op de minuut van de beschikking gedateerd op 26 november 2021;
bepaalt dat de griffier van de verbeterde minuut van de beschikking gedateerd op
26 november 2021 aan de in de oorspronkelijke procedure verschenen partijen een afschrift, zo nodig opgemaakt in de executoriale vorm, verstrekt;
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2021 door mr. B.J. Duinhof, kinderrechter, in tegenwoordigheid van S.A.K. Kurvink, als griffier.