In deze zaak heeft de kinderrechter op 20 mei 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van een machtiging tot opname en verblijf van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ernstige zorgen over de minderjarige, die ten tijde van de opname bestonden, niet zijn weggenomen. De kinderrechter benadrukt het belang van diagnostisch onderzoek om de persoonlijke problematiek van de minderjarige te begrijpen, aangezien zij zorgelijk gedrag vertoont, ook binnen de gesloten accommodatie. De moeder van de minderjarige heeft het ouderlijk gezag en heeft ingestemd met het verzoek van het college om de machtiging te verlengen voor de duur van zes maanden. De minderjarige heeft aangegeven dat zij het niet fijn vindt in de jeugdzorginstelling en dat zij geen hulp nodig heeft, maar de advocaat van de minderjarige heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Het college heeft het verzoek gehandhaafd en aangegeven dat er verbetering zichtbaar is, maar dat er nog veel tijd nodig is voor verdere ontwikkeling. De kinderrechter heeft het verzoek van het college toegewezen en de machtiging verlengd, met de nadruk op het belang van verdere behandeling en het onderzoeken van de mogelijkheid voor de minderjarige om eerder naar een open groep te gaan. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.