In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 december 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 21 december 2017 en was voor het laatst verlengd tot 21 december 2022. De gezinsproblematiek is ernstig, vooral door de strafrechtelijke veroordeling van de vader voor seksueel misbruik van zijn twee oudste dochters. De vader is recentelijk uit detentie gekomen en verblijft in een psychiatrische kliniek. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen zijn verergerd, vooral door de erkenning van de vader dat hij ook andere kinderen seksueel heeft misbruikt.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de vader bereid is om mee te werken aan de hulpverlening, maar dat er nog veel onduidelijkheid is over zijn rol binnen het gezin. De gezinsvoogd heeft aangegeven dat er geen actueel veiligheidsplan is, wat de veiligheid van de kinderen in gevaar brengt. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om een nieuw veiligheidsplan op te stellen en heeft de ondertoezichtstelling verlengd met een jaar, tot 21 december 2023, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De kinderrechter benadrukt het belang van de veiligheid van de kinderen en de noodzaak voor de ouders om aan de hulpverlening mee te werken.
De kinderrechter heeft ook aangegeven dat de ouders niet in staat zijn om de ontwikkelingsbedreiging van de kinderen zelfstandig weg te nemen en dat de hulp en regie in een verplicht kader moeten worden voortgezet. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.