dhr. mr. S.C. Stuldreher

Hoger beroep ongegrond verklaard tegen accountantskamer; tuchtklacht gemeenteraadsleden tegen accountant [naam 3] over jaarrekening 2019.

De beroepen van de melkveehouderij tegen de lasten onder bestuursdwang en dwangsom zijn ongegrond verklaard. Immateriële schadevergoeding is toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De wrakingskamer heeft het verzoek van [naam 1] tot wraking van mr. R.W.L. Koopmans toegewezen, vanwege vrees voor partijdigheid in zaak 24/295.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen wegens ontbreken spoedeisend belang en niet-ontvankelijkheid in zaak 24/811.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven handhaaft de aanwijzing van de NZa aan tandartsenpraktijk [naam 1] B.V. wegens onjuiste declaraties en oordeelt dat de NZa bevoegd was om op te treden.

Hoger beroep van de maatschap [naam 1] tegen boetes voor overtredingen van de Meststoffenwet in 2015 en 2016. Boete 2015 gehandhaafd, boete 2016 verlaagd tot € 4.801,68. Oordeel dat vijf mesttransporten niet hebben plaatsgevonden is bevestigd.

Het College vernietigt de afwijzing van de minister van een handhavingsverzoek inzake dierenwelzijn op een manege en draagt op tot nieuw onderzoek.

Hoger beroep over mestboete wegens niet-naleving mestverwerkingsplicht. Boete gematigd vanwege overschrijding redelijke termijn, totaalbedrag vastgesteld op € 5.705,07.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boete van € 4.000,- aan [naam 1] B.V. verlaagd naar € 2.800,- wegens overtredingen van de Wet dieren, na een eerdere verlaging door de rechtbank vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de schorsing van de erkenning van [naam 1] B.V. door de minister onterecht verklaard en schadevergoeding toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetebesluit wegens overtredingen Wet dieren. College bevestigt eerdere uitspraak en boete van € 2.375,-.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetebesluiten van de minister wegens overtredingen van de Wet dieren. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetebesluit Wet dieren. College bevestigt uitspraak rechtbank, oordeelt dat overtredingen zijn begaan en boetes terecht zijn opgelegd.

Het beroep van PAN tegen de uitbreiding van de toelating van Closer wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat PAN geen procesbelang meer heeft na intrekking van de toepassing in onbedekte teelten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 8 oktober 2024 een geheimhoudingsbeslissing genomen in een hoger beroep van een pluimveebedrijf tegen de minister van Landbouw, waarbij bepaalde vertrouwelijke gegevens zijn geweigerd en andere niet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 30% heeft opgelegd aan de onderneming wegens herhaalde niet-naleving van vergunningseisen voor grondwateronttrekking.

De minister legde een randvoorwaardenkorting van 30% op wegens niet-naleving van gebruiksvoorschriften voor Round-Up. Het beroep van de onderneming werd ongegrond verklaard. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn werd toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 20% heeft opgelegd aan een landbouwbedrijf wegens overtreding van gebruiksvoorschriften voor gewasbeschermingsmiddelen. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van de onderneming ongegrond en bevestigt de 3% randvoorwaardenkorting wegens niet-naleving van gebruiksvoorschriften voor gewasbeschermingsmiddel Arrat. De Staat wordt veroordeeld tot € 1.500,- schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Stichting Dierenrecht ongegrond, oordelend dat de minister terecht het handhavingsverzoek afwees, omdat er geen overtredingen zijn vastgesteld bij de kalverhouderij op betonnen roostervloeren.

Het College verklaart het beroep van Stichting Dierenrecht tegen de minister ongegrond, omdat er geen overtredingen zijn vastgesteld bij het houden van kalveren op houten roostervloeren.

Het College vernietigt het kostenbesluit I wegens gebrek aan inzicht in de werkzaamheden, maar bevestigt kostenbesluit II. De minister wordt veroordeeld in de proceskosten van [naam 1].

Het College verklaart het beroep van [naam] tegen de minister niet-ontvankelijk inzake de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018.

Het College vernietigt de besluiten van de minister tot oplegging van een last onder dwangsom aan [naam 1] wegens onvoldoende motivering en strijd met het rechtszekerheidsbeginsel.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen, omdat de belangen van de minister zwaarder wegen dan die van de verzoekers.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 27 juni 2024 het verzoek om verschoning van mr. B. Bastein toegewezen in verband met mogelijke partijdigheid bij subsidies voor warmtepompen.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetebesluiten voor bezoedeling van karkassen. Het College bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de boetes terecht zijn opgelegd.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetebesluiten voor bezoedeling van karkassen. College bevestigt eerdere uitspraak, geen reden voor prejudiciële vragen. Boetes blijven in stand.

De wrakingskamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het wrakingsverzoek van [naam] niet in behandeling genomen, omdat het geen betrekking had op een specifieke rechter en blijk gaf van misbruik van het wrakingsmiddel.

Het College vernietigt de last onder dwangsom en het invorderingsbesluit van de minister inzake hondenregistratie, omdat de begunstigingstermijn te kort was en onduidelijkheid bestond over de uitvoerbaarheid.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] en [naam 2] niet-ontvankelijk wegens het verstrijken van de looptijd van de last onder dwangsom zonder verbeurde dwangsommen.

Hoger beroep tegen ongegrondverklaring tuchtklacht accountant [naam 2] door [naam 1] in echtscheidingszaak. Klachten over onpartijdigheid, voortvarendheid en urenspecificatie ongegrond verklaard.

Accountant krijgt berisping voor belangenverstrengeling en onvoldoende maatregelen tegen schending fundamentele beginselen.

Hoger beroep tegen bestuurlijke boetes aan trustkantoren wegens niet beschikken over een auditfunctie. Boetes voor [naam 2] en [naam 4] vastgesteld op € 9.500,-, voor [naam 1] op € 72.500,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boetes aan een slachterij wegens overtredingen van de Wet dieren en Verordening 142/2011 bevestigd en vastgesteld op € 2.000,- per overtreding.

Het College heeft de boete van € 2.500,- aan de slachterij gematigd naar € 2.375,- wegens overschrijding van de redelijke termijn, terwijl de boete terecht was opgelegd voor overtreding van welzijnsvoorschriften voor varkens.

Het College heeft de boetes opgelegd aan pluimveeslachthuizen vernietigd, omdat de minister niet volgens het Handhavingsprotocol handelde. De boetes komen te vervallen en de minister moet proceskosten vergoeden.

Het College vernietigt de boetebesluiten van de minister wegens schending van het Handhavingsprotocol en de zorgvuldigheidsbeginselen, en herroept de boetes voor de pluimveeslachthuizen.

Het College vernietigt de boetebesluiten van de minister wegens onzorgvuldige handhaving van het Handhavingsprotocol en herroept alle opgelegde boetes aan appellante.

Het College vernietigt de boetebesluiten van de minister wegens schending van het zorgvuldigheidsbeginsel en herroept de opgelegde boetes aan de pluimveeslachthuizen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de Staat tot € 1.500,00 schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College veroordeelt de Staat tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de Staat tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

De Staat wordt veroordeeld tot € 1.500,00 schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College veroordeelt de Staat tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

Het College veroordeelt de Staat tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

De Staat wordt veroordeeld tot betaling van € 2.000,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven veroordeelt de Staat tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven veroordeelt de Staat tot € 2.000,00 schadevergoeding aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de Staat veroordeeld tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] B.V. wegens immateriële schade door overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de Staat veroordeeld tot betaling van € 1.500,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

De Staat is veroordeeld tot betaling van € 2.000,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de Staat tot betaling van € 2.500,00 aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures.

Het College veroordeelt de Staat en de minister tot schadevergoeding aan [naam] B.V. wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure.

Hoger beroep van [naam 1] N.V. tegen KSA over aanwijzing op grond van de Wwft. KSA niet bevoegd om aanwijzing te geven voor herhaling van overtredingen. Schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Hoger beroep van Slachterij [naam 1] B.V. tegen een boete wegens overtreding van hygiënevoorschriften. College vernietigt de boete en kent schadevergoeding toe.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank die de boetebesluiten tegen [naam 1] vernietigde wegens onterecht onderscheid in handhaving. De minister had geen rechtvaardiging voor de beleidsregel die leidde tot boetes voor verontreiniging door baansmeer. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegewezen.

Het College verklaart het beroep van een varkenshouderij gegrond tegen de niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen de diergezondheidsheffing. De minister hoeft geen nieuw besluit te nemen op het niet-ontvankelijk verklaarde bezwaar.

Het College verklaart het beroep van Landbouwbedrijf [naam 2] B.V. niet-ontvankelijk en het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond in de zaak over de diergezondheidsheffing 2018.

Het College verklaart het beroep van varkenshouderijen tegen de diergezondheidsheffing voor 2018 ongegrond. De heffing van € 0,1967 per varken blijft in stand.

Het College verklaart de beroepen van varkenshouderijen tegen de diergezondheidsheffing voor 2018 ongegrond, bevestigt de rechtmatigheid van de heffing en de besluiten van de minister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boete van € 5.000,- aan slachterij [naam 1] B.V. bevestigd, maar verlaagd naar € 4.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn. De slachterij verontreinigde levensmiddelen door vervuild water op goedgekeurde karkassen te laten druppelen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boete van € 5.000,- voor [naam 1] B.V. gematigd naar € 4.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn, maar bevestigde de overtreding van de Wet dieren.

De voorzieningenrechter schorst het bestreden besluit van de minister inzake de erkenning van een slachthuis voor landbouwhuisdieren, omdat het besluit evident onrechtmatig is. De minister moet binnen zes weken beslissen op het bezwaar en de aanvraag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep van [naam 1] B.V. ongegrond en bevestigt de geldboete van € 15.000,- voor overtreding van de biologische regelgeving.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de NZa bevoegd is om de prestatiebeschrijvingsbeschikking voor de Fp7 vast te stellen. Het beroep van de KNMP is ongegrond.

Hoger beroep van Handelsmaatschappij [naam 1] B.V. ongegrond verklaard; geldboete van € 2.500,- wegens overtreding van de Landbouwkwaliteitswet.

Het College vernietigt de besluiten van de minister over kosten van controles in slachthuizen en geeft de bedrijven gedeeltelijk gelijk. De minister moet nieuwe besluiten nemen en proceskosten vergoeden.

Het College verklaart de beroepen van twee bedrijven gegrond en vernietigt de besluiten van de minister over tarieven voor exportkeuringen van levend vee. De minister moet binnen dertig weken nieuwe besluiten nemen.

Het College verklaart de beroepen van twee pluimveeslachterijen gegrond en vernietigt de besluiten van de minister over kosten van officiële controles. Nieuwe besluiten moeten binnen dertig weken worden genomen.

Het College vernietigt de wijziging van het declaratievoorschrift voor geneesmiddelen door de NZa wegens onvoldoende zorgvuldigheid en motivatie. Een voorlopige voorziening wordt getroffen.

Het beroep van V.O.F. [naam] tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werd niet-ontvankelijk verklaard. De minister werd veroordeeld tot betaling van € 2179,25 aan proceskosten.

Het College oordeelt dat de minister ten onrechte kosten heeft doorberekend aan appellanten voor exportkeuringen van levend vee. Nieuwe besluiten zijn vereist.

Het College oordeelt dat de minister bij de berekening van NVWA- en KDS-tarieven onterecht kosten heeft doorberekend aan appellanten. Nieuwe besluiten zijn vereist.

Het College oordeelt dat de minister bij de berekening van NVWA- en KDS-tarieven ten onrechte kosten heeft doorberekend aan [naam 1] B.V. De minister moet nieuwe besluiten nemen op de bezwaren van appellante.

De verzoeken om herziening van besluiten inzake vergoedingen voor officiële controles bij slachterijen zijn afgewezen. De bedrijven hadden geen nieuwe feiten aangedragen en de kosten voor opleiding vallen niet onder de vergoedingen.

Wraking verzoek van [naam] niet in behandeling genomen wegens evident misbruik van het wrakingsmiddel door het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 juni 2023.

Het College bevestigt de aanwijzing van DNB aan [naam 1] B.V. wegens overtredingen van de Wft en Wwft. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep verklaart het beroep van [naam] B.V. tegen de minister van LNV ongegrond inzake nacalculatie ploegendiensttoeslag voor slachthuizen.

De voorzieningenrechter schorst het intrekkingsbesluit van de machtiging voor het afgeven van plantenpaspoorten wegens gebrek aan zorgvuldigheid en motivering.

Hoger beroep ongegrond verklaard; klacht tegen accountant over jaarrekening sportbedrijf afgewezen. Geen aanleiding voor tuchtrechtelijke maatregel.

Hoger beroep ongegrond verklaard; accountant niet tekortgeschoten in controle jaarrekening 2018 van sportbedrijf.

Hoger beroep van een veehouder tegen een boete van € 2100,- voor overtredingen van hygiënevoorschriften. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de boete passend is.

Hoger beroep van een veehouder tegen de rechtbank Rotterdam over informatieverplichting inzake hygiëne melkwinning is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de veehouder het eens was met de eerdere uitspraak.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht spoedbestuursdwang heeft toegepast bij het houden van honden, gezien de slechte leefomstandigheden. De kosten van € 44.196,27 kunnen op appellant worden verhaald.

Het beroep van appellante tegen een last onder dwangsom is niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang. Tevens is schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College vernietigt de afwijzing van het verzoek van Slachterij [naam 1] B.V. om geitenbokjes te slachten zonder postmortem-keuring, omdat er geen besluit in de zin van de Awb is. Het bezwaar wordt niet-ontvankelijk verklaard.

Het College verklaart het beroep van de appellant tegen de last onder dwangsom niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, maar verplicht de minister tot vergoeding van het griffierecht.

Hoger beroep van accountant over PE-activiteiten; College legt waarschuwing en geldboete van € 4.200,- op na tekort van 60 PE-uren.

Bunq B.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen DNB over een aanwijzing op basis van de Wwft. Het College oordeelt dat DNB niet alle overtredingen heeft bewezen, maar dat enkele wel in stand blijven. Validatieverplichting en managementverklaring zijn niet noodzakelijk.

Het College oordeelt dat de minister ten onrechte het verzoek om handhaving van de Transportverordening heeft afgewezen. Bij vier van de vijf varkentransporten zijn overtredingen vastgesteld. De minister moet opnieuw beslissen op het bezwaar van appellante.

Het College vernietigt de sluiting van All-In Food B.V. wegens onvoldoende motivering en gebrekkige informatievoorziening door de minister, waardoor appellante niet in staat was bezwaar te maken.

Het College bevestigt de boete voor onvoldoende bedwelmen van varkens. Hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep van de minister tegen uitspraak rechtbank over bestuurlijke boete voor het vervoeren van drachtige koeien. College bevestigt uitspraak rechtbank: onvoldoende bewijs voor boete.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep van de accountant ongegrond en bevestigt de tijdelijke doorhaling van zijn inschrijving voor twee maanden wegens onjuiste controlewerkzaamheden en gebrek aan transparantie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 1 september 2022 een wrakingsverzoek van een verzoeker niet in behandeling genomen wegens evident misbruik van het wrakingsmiddel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft besloten dat de beperking van de kennisneming van een vertrouwelijk stuk gerechtvaardigd is in het hoger beroep van een mededingingszaak.

Het College verklaart de beroepen van appellante niet-ontvankelijk en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn, met veroordelingen tot betaling aan appellante.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een pluimveehouder tegen de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018 ongegrond, oordelend dat de heffing niet onevenredig is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een pluimveebedrijf tegen de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018 ongegrond, ondanks de wijziging van de rechtsvorm van het bedrijf.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een pluimveehouder tegen de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018 ongegrond, omdat de heffing niet onevenredig is en geen bijzondere omstandigheden zijn aangetoond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een maatschap van pluimveehouders ongegrond inzake de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018, vastgesteld op € 5.042,39.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een pluimveehouder tegen de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018 ongegrond, en bevestigt de geldigheid van de heffingssystematiek.

Het beroep van een pluimveebedrijf tegen de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018 is ongegrond verklaard. De heffing van € 40.410,79 is rechtmatig, maar de redelijke termijn is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 500,- aan de appellante.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 correct is herberekend. Proceskosten in bezwaar worden vergoed.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Proceskosten worden vergoed.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Proceskosten worden vergoed aan de appellant.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. De minister wordt veroordeeld in proceskosten.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen van het primaire besluit in stand.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar handhaaft de oorspronkelijke heffing vanwege het verbod van reformatio in peius. De correctiekorting wordt ook vernietigd.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar handhaaft de rechtsgevolgen van de eerdere besluiten.

Het College verklaart het beroep tegen de heffing Diergezondheidsfonds ongegrond, maar vernietigt de correctiekorting wegens onjuiste berekening. De rechtsgevolgen blijven in stand.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister ten onrechte de vergoeding van proceskosten in bezwaar heeft afgewezen. Het beroep is gegrond en de minister wordt veroordeeld tot betaling van € 2.016,75 aan proceskosten.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van € 2.206,50.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar handhaaft de rechtsgevolgen. Proceskosten worden vergoed aan appellante.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de heffing opnieuw berekend moet worden, maar blijft op het eerder vastgestelde bedrag van € 7.895,89. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van appellante.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, handhaaft het primaire besluit en veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante tot € 1.138,50.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 wegens onjuiste berekening, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van € 2.206,50.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 wegens onjuiste berekening, maar handhaaft de rechtsgevolgen. De appellante had bezwaar gemaakt tegen de heffing van €63.847,72.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de berekening onjuist was. Verweerder moet de proceskosten vergoeden.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, en stelt de correctiekorting vast op € 3.165,63.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. De berekening van de heffing was onjuist, maar de uiteindelijke heffing blijft gelijk.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar handhaaft de rechtsgevolgen van het primaire besluit. Verweerder wordt veroordeeld in proceskosten.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar handhaaft de oorspronkelijke bedragen vanwege het verbod van reformatio in peius.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 wegens onjuiste berekening en handhaaft de rechtsgevolgen. Appellante krijgt griffierecht vergoed.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar handhaaft de oorspronkelijke heffing van € 5.610,09.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, oordeelt dat de berekening onjuist was en wijst proceskostenvergoeding toe aan appellante.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Proceskosten van € 2.206,50 worden vergoed aan appellante.

Tussenuitspraak over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, waarbij de heffing is verlaagd en de correctiekorting is vernietigd.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de minister een onjuiste formule heeft gehanteerd bij de berekening.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. De berekening van de heffing was onjuist, en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de minister een onjuiste formule heeft gehanteerd bij de berekening. Proceskosten van appellante worden vergoed.

Tussenuitspraak over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, waarbij de berekening van de heffing door de verweerder onjuist is bevonden en de zaak gegrond is verklaard.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de berekening niet correct was. De heffing wordt verlaagd en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de minister een onjuiste formule heeft gehanteerd bij de berekening van de heffing.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de accountantskamer die de klacht tegen betrokkene ongegrond verklaarde. Het College bevestigt deze uitspraak en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep ongegrond verklaard; accountant niet in strijd met NV NOCLAR gehandeld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant de opgelegde last onder dwangsom niet heeft uitgevoerd, waardoor de verbeurde dwangsommen van € 7.000,- terecht zijn ingevorderd.

De voorzieningenrechter heeft de NVWA opgedragen drie honden van verzoekster terug te geven en hen in thuisquarantaine te houden tot 1 augustus 2022, omdat de quarantainemaatregel in strijd was met het evenredigheidsbeginsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de last onder dwangsom aan een dierenhouder terecht is opgelegd wegens verwaarlozing van katten, na controle door de LID.

Het College heeft de accountant berispt wegens onvoldoende kritische controle van de jaarrekening, met name bij de waardering van onderhanden projecten en verwerking van herfinanciering.

Het College bevestigt de boete van € 1.500,- voor overtreding van de Transportverordening op 20 juni 2016, maar vernietigt de boete voor 10 augustus 2016 wegens gebrek aan bewijs.

Hoger beroep van FNV Havens en anderen tegen DNB over de overgang van de verzekeringsportefeuille van Optas naar Aegon. DNB verklaart bezwaren niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. College bevestigt uitspraak rechtbank.

Hoger beroep ongegrond verklaard tegen niet-ontvankelijk verklaring van herzieningsverzoek in accountantstuchtrecht.

Hoger beroep tegen accountants over klachten van [naam 1] inzake persoonsgericht onderzoek. Hoger beroep van accountants ongegrond, van [naam 1] gegrond voor niet-ontvankelijkheid van twee klachtonderdelen.

Toelating van het gewasbeschermingsmiddel Closer betwist door Pesticide Action Network Europe. Vragen over de beoordeling van risico's voor bijen en de toepassing van richtsnoeren.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van zorgaanbieders tegen de vaststelling van maximumtarieven voor geriatrische revalidatiezorg ongegrond, oordelend dat de tarieven kostendekkend zijn en rechtmatig zijn vastgesteld door de NZa.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het wrakingsverzoek van 8 april 2022 afgewezen, omdat verzoeksters geen relevante feiten hebben aangedragen en misbruik maken van het wrakingsmiddel.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het wrakingsverzoek van [naam 1] B.V., [naam 2] B.V. en [naam 3] B.V. afgewezen wegens evident misbruik van het wrakingsmiddel, zonder relevante gronden voor wraking.

Het College bevestigt de boete van € 1.500,- voor Pluimveebedrijf [naam 1] wegens vangletsel bij vleeskuikens. De methode van de toezichthouder wordt als deugdelijk beoordeeld. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het College vernietigt het besluit van de minister om geen handhavend optreden te verrichten tegen een varkenshouderij wegens onvoldoende bewijs van overtreding van welzijnseisen voor varkens.

Het College vernietigt de boetes in de zaken ROT 18/3247 en ROT 18/3252, maar bevestigt de overige boetes voor vangletsel bij kuikens. De methode van de toezichthouders wordt als deugdelijk beschouwd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de tijdelijke doorhaling van accountant [naam 1] verlengd naar zes maanden wegens schending van integriteit en professionaliteit in een echtscheidingsprocedure.

Het College oordeelt dat de schade door het forceren van de voordeur aan de minister kan worden toegerekend en kent een schadevergoeding van € 600,- toe aan de appellant.

Het College heeft het beroep van appellanten gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen zes maanden op hun aanvraag te beslissen over de aanwijzing van het rendier als toegestane diersoort voor circussen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat accountants tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld door vertrouwelijke informatie te delen. Klachtonderdeel f. is gegrond verklaard, en aan [naam 3] wordt een waarschuwing opgelegd.

Beroep van veehouder tegen doding van dieren wegens MKZ. College oordeelt dat eerdere uitspraken al op deze punten beslist hebben. Schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de opgelegde diergezondheidsheffing aan appellante, omdat de geregistreerde kippen in werkelijkheid jonge leghanen waren bestemd voor vleesproductie.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van klachtonderdelen in accountantstuchtrecht. Klachtonderdelen a en b zijn niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Klachtonderdeel c is ongegrond verklaard. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Beroepen van zorginstellingen tegen tarieven voor ggz en forensische zorg ongegrond verklaard; tarieven voldoen aan kostendekkendheidseisen.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de accountantskamer, maar het College verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk omdat verzet had moeten worden gedaan.

Het College vernietigt het besluit van verweerder om geen handhavend optreden te plegen tegen overtredingen van dierenwelzijnsregels bij eendenhouderijen en vervoerders, en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen.

Het College vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van appellante tegen de registratie van het UBN, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante geen procesbelang meer heeft bij wijziging van de registratie van runderen in het I&R-systeem. Het verzoek wordt niet-ontvankelijk verklaard, maar appellante krijgt schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete NVWA voor verontreiniging kalverkarkas ongegrond verklaard. De NVWA had terecht overtreding vastgesteld van hygiënevoorschriften.

Het College bevestigt de boete van € 5000,- aan [naam 1] B.V. voor verontreiniging van kalverkarkassen, oordeelt dat de minister bevoegd was om de boete op te leggen en dat de bevindingen van de toezichthouder niet aan twijfel onderhevig waren.

Hoger beroep over boete voor overtreding hygiënevoorschriften bij slachten varkens. Boete van € 7.500,- gematigd tot € 6.750,-. Proceskostenveroordeling gecorrigeerd.

Hoger beroep over boete voor verontreinigd varkenskarkas. Appellante betwistte de boete, maar het College bevestigde de uitspraak van de rechtbank dat de minister terecht handelde.

Hoger beroep over klacht tegen accountant [naam 1] door [naam 2] inzake integriteit en professionaliteit. Klachtonderdelen 2 en 4 gegrond verklaard, maatregel van berisping blijft staan.

Tussenuitspraak over ontheffingsverzoeken voor optreden met rendieren en zeboes; College oordeelt dat verzoeken te beperkt zijn opgevat en draagt verweerder op om binnen acht weken het gebrek te herstellen.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de herregistratie van Nemasol en Monam, omdat het oude recht onterecht is toegepast, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Hoger beroep van accountant tegen tuchtrechtelijke maatregel wegens onjuiste aangiften. Oordeel: 5 jaar doorhaling inschrijving in registers.

Het College vernietigt de vaststelling van het voorlopige budget voor acute geestelijke gezondheidszorg in de regio Amsterdam, omdat de NZa de kostendekkendheid niet voldoende heeft beoordeeld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst de aanvraag van Medisch Centrum Leeuwarden B.V. voor een beschikbaarheidbijdrage voor een heliplatform af, omdat geen ambulancezorg wordt uitgevoerd zoals vereist door de wet.

Hoger beroep van accountant tegen tuchtrechtelijke maatregel. Klacht ongegrond verklaard, waarschuwing vervalt.

Hoger beroep over medewerkingsverplichting en last onder dwangsom door AFM aan Rodeler. Het College bevestigt de eerdere uitspraak dat Rodeler de medewerkingsplicht heeft geschonden.

Beroep tegen niet tijdig beslissen gegrond; dwangsom vastgesteld op € 1.482,-. Beroep tegen weigering terugnameverklaring ongegrond; geen certificaat overgelegd.

Hoger beroep van een notaris tegen een boete van € 36.000,- voor overtredingen van de Wwft. Het College vernietigt de boete voor de leveringsakte, maar handhaaft deze voor de hypotheekakte, en stelt de boete vast op € 18.000,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de activiteiten van [naam 1] onder de jacht vallen, waardoor de Verordening 1099/2009 niet van toepassing is. Het beroep van Stichting Animal Rights is ongegrond.

Het College bevestigt de toepassing van spoedbestuursdwang door de minister wegens ernstige overtredingen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren, met kosten van € 51.291,41.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de gegrondverklaring van een klacht over onterecht beslag door een accountant, omdat de klacht niet binnen de driejaarstermijn was ingediend.

Hoger beroep ongegrond verklaard; klacht tegen accountant over onjuiste vordering in schuldsaneringstraject afgewezen.

Hoger beroep van accountant tegen uitspraak accountantskamer over vertrouwelijkheid. Klacht ingetrokken, maar College oordeelt inhoudelijk. Accountant niet in strijd met vertrouwelijkheid, uitspraak vernietigd.

Hoger beroep over boetes voor overtredingen van de Verordening 1099/2009 en de Wet dieren, waarbij de boete voor de geitenbokjes is herroepen en de andere boetes zijn bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag tot wijziging van een dierentuinvergunning afgewezen, omdat het dierenverblijf niet voldeed aan de wettelijke eisen. Appellante kreeg € 500,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellant niet voldeed aan maatregelen voor dierenzorg, maar vernietigt de invordering van een dwangsom van € 3.000,- wegens niet-naleving van een maatregel.

Het College vernietigt het besluit van de minister dat handhaving tegen fokkers van Franse bulldoggen afwees, en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen na nader onderzoek.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de last onder bestuursdwang opgelegd aan de appellante wegens overtredingen van de Wet dieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het verzet van appellante ongegrond, omdat zij niet tijdig beroep had ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Het College bevestigt de boete van € 4.500,- voor overtredingen van de Wet dieren door appellante, een varkenshouderij, wegens onvoldoende vloeroppervlakte, gebrek aan strooisel en geen permanente toegang tot water.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de betalingsregeling voor bestuursdwang. Geen schending van de hoorplicht vastgesteld.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, oordelend dat de zorgaanbieder over aanmerkelijke marktmacht beschikt en dat er potentiële mededingingsproblemen zijn, zonder dat daadwerkelijk misbruik hoeft te zijn aangetoond.

Het College verklaart het beroep van een themapark tegen een last onder dwangsom niet-ontvankelijk, omdat de situatie door de appellante zelf is hersteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft een voorwaardelijk wrakingsverzoek van [naam 1] en [naam 2] afgewezen, omdat de Awb geen mogelijkheid biedt voor een dergelijk verzoek.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit over kosten herinspectie. Schadevergoeding van € 2.000,- en proceskosten van € 1.068,- aan appellant.

[naam 1] B.V. heeft beroep ingesteld tegen een uitspraak van het tuchtgerecht KCB inzake overtredingen van de Landbouwkwaliteitswet. Het College oordeelt dat de redelijke termijn voor aanhangig maken niet is overschreden en bevestigt de boete van € 3.000,-.

Beroepen van Silver Psychologie B.V. tegen afwijzing beschikbaarheidbijdrage voor 2019 en vaststelling voor 2018 ongegrond verklaard. NZa handhaafde afwijzing op basis van intrekking erkenning als praktijkopleidingsinstelling.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening van de Vereniging Geestelijke Gezondheidszorg Nederland niet-ontvankelijk, omdat het bestreden besluit alleen gevolgen heeft voor Emergis en niet voor andere leden.

De voorzieningenrechter heeft de Vereniging GGZ niet als derde-belanghebbende aangemerkt en het onderzoek hervat. De verdere behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening vindt begin april plaats.

Appellante heeft beroep ingesteld tegen besluiten over NVWA-tarieven voor keuringen in slachthuizen. Het College verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit.

Accountant in hoger beroep wegens schending van integriteit en objectiviteit door geldleningen aan cliënt. Klachtonderdelen a en c gegrond verklaard, b niet-ontvankelijk. Tijdelijke doorhaling inschrijving voor drie maanden opgelegd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heropent het onderzoek in zaken over tariefbeschikkingen voor geestelijke gezondheidszorg, na verzoek van appellanten om te reageren op nieuw ingediend bewijs.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de Familievereniging Leekerweide als belanghebbende moet worden aangemerkt bij het goedkeuringsbesluit van de Nederlandse Zorgautoriteit, en vernietigt het eerdere besluit.

Het College vernietigt de beslissing van de minister om de Afrikaanse dwergmuis op de positieflijst te plaatsen wegens ondeugdelijke motivering en draagt de minister op binnen 26 weken opnieuw te beslissen.

Het College verklaart de beroepen van de Stichting Platform Verantwoord Huisdierenbezit niet-ontvankelijk, omdat de gewenste rechtsgevolgen al zijn bereikt met de plaatsing van de diersoorten op de positieflijst.

Het College bevestigt de klacht tegen accountant [naam 1] wegens schending van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid bij fusieonderzoek. Beide hoger beroepen zijn ongegrond.

Hoger beroep ongegrond verklaard; accountant handelde niet in strijd met beroepsregels bij aanvaarding samenstellingsopdracht.

Crown van Gelder B.V. heeft een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. R.C. Stam, dat is afgewezen door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. De verzoekster stelde dat de raadsheer de schijn van partijdigheid had opgewekt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de beperkte duur van de ontheffing van de Winkeltijdenwet gerechtvaardigd is, gezien de bescherming van de openbare orde en veiligheid. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond in de zaak over non-concurrentie- en relatiebedingen in een managementovereenkomst van accountants.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de Nederlandse Zorgautoriteit bevoegd was om een verbeurde dwangsom van € 5.000,- te innen wegens het niet voldoen aan een informatieverzoek voor een kostprijsonderzoek.

Het College verklaart het beroep van een maatschap tegen een last onder dwangsom niet-ontvankelijk en kent € 1.000,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellant verzocht om handhaving tegen zijn huisarts wegens ontbrekende AGB-code op verwijsbrief. NZa verklaarde bezwaar niet-ontvankelijk. College oordeelt dat NZa onterecht appellant als niet-belanghebbende aanmerkte en vernietigt het besluit.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de bedrijfsblokkade van een melkveehouder wegens niet-tijdige geboortenmeldingen, maar handhaaft de rechtsgevolgen van het verbod. Schadevergoeding van €1.000,- wordt toegekend.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetes van ACM wegens overtredingen van de Wet handhaving consumentenbescherming en de Prijzenwet. Boetes van € 200.000 en € 150.000 bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 25 november 2020 een eerdere uitspraak van 20 oktober 2020 over het griffierecht, waarbij het bedrag van € 174,- wordt gewijzigd naar € 338,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven rectificeert op 25 november 2020 een eerdere uitspraak van 20 oktober 2020 over het griffierecht, waarbij het bedrag van € 345,- wordt aangepast naar € 676,-.

Hoger beroep van de minister tegen een boete voor het vervoeren van een ongeschikt varken. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat onvoldoende bewijs is voor de overtreding.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak tussen Animal Rights en de minister over paardenpaspoorten voor konikpaarden.

Hoger beroep van [naam 1] tegen boete van € 5.000,- opgelegd door AFM wegens oneerlijke handelspraktijken. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant verantwoordelijk was voor misleidende informatieverstrekking aan beleggers.

De minister moet inzicht geven in de tarieven voor controles bij slachthuizen. Proceskostenveroordeling van € 6.693,75.

Het CBb oordeelt dat de minister van LNV inzicht moet geven in de tarieven voor controles bij slachthuizen, die moeten voldoen aan Europese regels. Nieuwe besluiten moeten binnen 26 weken worden genomen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verplicht de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om inzicht te geven in de tarieven voor controles bij slachthuizen en stelt termijnen voor nieuwe besluiten vast.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een rundveehouderij wegens disproportionaliteit in de sanctie voor niet-geregistreerde geboorten.

Het College vernietigt het verbod op verhandeling van runderen opgelegd aan appellante wegens registratieproblemen en oordeelt dat de minister geen bevoegdheid had voor de bedrijfsblokkade.

Het College oordeelt dat de verplichting tot het melden van doodgeboorten bij runderen niet voortvloeit uit Europese regelgeving. De bedrijfsblokkade is onterecht opgelegd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de verplichting tot het melden van doodgeboorten bij runderen niet voortvloeit uit Europese regelgeving. De opgelegde bedrijfsblokkade is onrechtmatig en eerdere besluiten van de minister worden vernietigd.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat er geen wettelijke verplichting bestaat om dit te doen. Schadevergoeding wordt toegekend.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, omdat deze verplichting niet voortvloeit uit de relevante Europese regelgeving.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, omdat de relevante regelgeving deze verplichting niet ondersteunt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder onterecht was, omdat de verplichting om een doodgeboorte te melden niet in de wet is opgenomen. De melkveehouder ontvangt schadevergoeding van € 1.631,33.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, oordelend dat de verplichting daartoe niet voortvloeit uit de relevante Europese regelgeving.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij, oordelend dat de NVWA niet bevoegd was deze op te leggen. Proceskosten van € 7.107,35 worden vergoed aan de appellante.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder wegens het niet melden van doodgeboorten, omdat de wettelijke basis hiervoor ontbreekt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de verplichting om doodgeboorten bij runderen te melden niet bestaat, waardoor een opgelegde bedrijfsblokkade onterecht was.

Het College oordeelt dat de verplichting tot het melden van doodgeboorten bij runderen niet voortvloeit uit de Europese regelgeving, waardoor de opgelegde bedrijfsblokkade onterecht was.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van doodgeboorten, omdat de wettelijke grondslag hiervoor ontbreekt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat de regelgeving dit niet vereist.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat de Europese regelgeving geen dergelijke verplichting bevat.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat de regelgeving dit niet vereist.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, oordelend dat de relevante regelgeving geen verplichting daartoe bevat.

Accountants [Y1] en [Y2] zijn in hoger beroep gegaan tegen een uitspraak van de accountantskamer over de controle van jaarrekeningen van [A] Holding. Het College bevestigt dat zij tekort zijn geschoten in hun controlewerkzaamheden, met name bij de activering van goodwill. [Y1] krijgt een tijdelijke doorhaling, [Y2] een berisping.

Hoger beroep van Slachterij [naam 1] B.V. tegen boete wegens overtreding hygiënevoorschriften. College vernietigt eerdere uitspraak en intrekt boete.

Het College bevestigt de bestuurlijke boetes van de minister aan een dierenwinkel wegens overtredingen van de Wet dieren. Hoger beroep slaagt niet.

Het College vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van appellante tot € 1.050,-.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; geen spoedeisend belang bij blokkade van runderen zonder oormerk.

Hoger beroep tegen boetes van AFM wegens niet adequaat beleid volgens Wft en BGfo. Appellanten zijn verantwoordelijk voor overtredingen, ondanks uitbesteding. Boete voor feitelijk leidinggevende verlaagd.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af inzake de ruiming van nertsenbedrijven besmet met SARS-CoV-2, en heft de schorsing van het besluit tot ruiming op.

Hoger beroep over bestuurlijke boetes voor overtredingen van dierenwelzijnsregels door een slachterij. Het College bevestigt de boetes en verhoogt de proceskostenvergoeding.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over bestuurlijke boetes voor overtredingen van de Verordening (EG) nr. 1099/2009. Het College bevestigt de boetes en verhoogt de proceskostenvergoeding aan appellante.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen de minister van Landbouw inzake bestuurlijke boetes voor overtredingen van de Wet dieren. Het College bevestigt de boetes maar verhoogt de proceskostenvergoeding aan appellante.

Hoger beroep over bestuurlijke boetes voor overtredingen inzake dierlijke bijproducten. Proceskostenveroordeling en handhaving van boetes door de minister bevestigd.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen de minister van Landbouw over opgelegde boetes voor overtredingen van de Wet dieren. Proceskostenveroordeling van de rechtbank vernietigd, minister veroordeeld tot hogere proceskostenvergoeding van € 2.107,46.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen boetes voor overtredingen van de Wet dieren. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de minister bevoegd was om de boetes op te leggen.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over proceskostenveroordeling en boetes wegens overtredingen van hygiënevoorschriften. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank, maar verhoogt de proceskostenvergoeding.

Hoger beroep over bestuurlijke boetes voor onvoldoende gereinigde containers. Proceskostenveroordeling van de rechtbank vernietigd en verhoogd.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen een boete van € 2.500,- wegens onvoldoende verwarmde messenhouders in een kuikenslachterij. Het College bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de minister terecht de boete heeft opgelegd.

Hoger beroep over proceskostenveroordeling bij bestuurlijke boetes inzake dierenwelzijn bij kuikens. Appellante krijgt proceskostenvergoeding van € 2.074,- toegewezen.

Hoger beroep over bestuurlijke boetes voor overtredingen van de Verordening (EG) nr. 1099/2009 door een slachterij. Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank met verbetering van gronden. Proceskostenvergoeding van € 2.074,- aan appellante.

Het College van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en herroept de bestuurlijke boete aan [naam 1] B.V. wegens onvoldoende bewijs van overtreding van de Wet dieren.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit terecht 1.068 monsters per partij eist om aan te tonen dat pluimveevlees veilig is, na een positieve Salmonella test.

Het College vernietigt de eerdere uitspraak en verklaart het beroep van appellante gegrond. De boete van € 5.000,- blijft gehandhaafd, maar de staatssecretaris wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante de Wet dieren heeft overtreden en bevestigt de last onder bestuursdwang en het kostenbesluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de last onder dwangsom opgelegd aan een veehouder wegens onvoldoende bewijs van overtreding van het Besluit houders van dieren.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van de minister om een onderzoeksrapport uit 1996 niet openbaar te maken, maar laat de afwijzing in stand.

Hoger beroep van transportbedrijf tegen boete van € 5.000,- wegens overtreding van de Regeling preventie. College bevestigt dat minister voldoende bewijs heeft geleverd voor overtreding en boete is evenredig.

Het College verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk en het beroep tegen het bestreden besluit II ongegrond, met een vergoeding van het griffierecht aan de appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellant niet voldeed aan de last om een gezondheidsprotocol op te stellen, waardoor de invordering van verbeurde dwangsommen gerechtvaardigd was.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de Minister geen besluit heeft genomen over de meldingen I&R van doodgeboorte kalveren, waardoor het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk is verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven beslist over de beperking van kennisneming in hoger beroep inzake mededingingswet, waarbij enkele passages openbaar worden gemaakt.

Wrakingsverzoek afgewezen; raadsheer niet partijdig bevonden in bestuursrechtelijke procedure over GLB-betalingen.

Verzoekers hebben mr. H.S.J. Albers gewraakt wegens onvoldoende spreektijd en vermeende partijdigheid. Het College heeft het verzoek afgewezen en het proces voortgezet.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de waarschuwing en afwijzing van ontheffing voor het transport van hoogdrachtige en pasgeboren dieren.

Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond, bevestigt de rechtsgeldigheid van haar ontslag als bestuurder van de Stichting per 11 februari 2018, en wijst op de eenzijdige werking van ontslagname.

Het College verklaart het beroep van de VvE niet ontvankelijk en het beroep van appellant ongegrond, maar gegrond voor inschrijving van bestuurders [naam 3] en [naam 4].

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, oordelend dat iedere vennoot zelfstandig bevoegd is tot inschrijving van de beëindiging van de vof in het handelsregister.

Het College verklaart het beroep van appellante niet-ontvankelijk omdat zij met haar bezwaar heeft bereikt wat zij maximaal kon bereiken.

Sky Radio Nederland B.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen de vaststelling van een eenmalig bedrag voor de FM-vergunning. Het CBB vernietigde de wettelijke rente, maar bevestigde de overige onderdelen van de uitspraak van de rechtbank.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een last onder bestuursdwang heeft opgelegd aan een dierenhouder wegens overtredingen van de Wet dieren. De kosten van bestuursdwang worden vastgesteld op € 9.173,36, met uitzondering van onterecht in rekening gebrachte kosten voor het chippen van de honden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de last onder bestuursdwang opgelegd aan appellante wegens overtredingen van de Wet dieren.

Hoger beroep over boete aan [naam 1] wegens onjuist VKI-formulier. Boete van € 1.250,- bevestigd, maar had gehalveerd moeten worden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de last onder bestuursdwang wegens overtredingen van de Wet dieren.

Tussenuitspraak over last onder dwangsom aan appellant wegens overtredingen van de Wet dieren; motivering van de dwangsom is onvoldoende onderbouwd.

Krachtland B.V. heeft beroep ingesteld tegen een last onder dwangsom wegens overtreding van Verordening (EG) nr. 999/2001. Het College oordeelt dat Krachtland niet als overtreder kan worden aangemerkt en vernietigt de last.

Hoger beroep over boete voor vangletsel bij kuikens. Appellante betwist de methodiek van de NVWA en de 2%-norm. College bevestigt de boete en benadrukt de verantwoordelijkheden van dierenhouders.

Hoger beroep van accountants [naam 1] en [naam 2] tegen berisping wegens onvoldoende controle van jaarrekeningen. Klachtonderdeel over liegen tijdens getuigenverhoor ongegrond verklaard. Maatregel omgezet in waarschuwing.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat appellante geen belanghebbende is bij het bestreden besluit van de minister.

Het College oordeelt dat de minister bevoegd was om maatregelen tegen fipronil op te leggen, maar dat er een motiveringsgebrek was. De rechtsgevolgen blijven in stand, maar de bestreden besluiten worden vernietigd omdat appellanten niet in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze te geven.

Het College vernietigt besluiten van de NVWA over fipronilgebruik door pluimveebedrijven wegens motiveringsgebrek, maar laat rechtsgevolgen in stand.

Het College oordeelt dat de minister bevoegd was om maatregelen tegen fipronilgebruik op te leggen, maar er was een motiveringsgebrek. De rechtsgevolgen blijven in stand, omdat de appellanten niet hebben betwist dat fipronil is gebruikt.

Het College oordeelt dat de minister bevoegd was om maatregelen te nemen tegen pluimveebedrijven wegens fipronilgebruik, maar er zijn motiveringsgebreken. De rechtsgevolgen van de vernietigde besluiten blijven in stand.

Het College oordeelt dat de NVWA bevoegd was om maatregelen te nemen tegen pluimveebedrijven in verband met fipronilgebruik, maar dat er motiveringsgebreken zijn. Beroepen worden gegrond verklaard, maar rechtsgevolgen blijven in stand.

Het College vernietigt de besluiten van de minister inzake fipronilgebruik in de pluimveesector, maar laat rechtsgevolgen in stand. De minister moet opnieuw beslissen op de bezwaren van appellant.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van K.I. Samen B.V. ongegrond, omdat er geen grondslag is voor handhaving tegen CRV u.a. inzake erkenning als stamboekbeheerder.

Het College heeft het bestreden besluit van de minister vernietigd en verweerder opgedragen om uiterlijk 10 januari 2020 een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, met een dwangsom van € 250,- per dag bij niet-naleving.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de NZa terecht handhaving van polisvoorwaarden door zorgverzekeraars heeft geweigerd, omdat appellante onvoldoende heeft aangetoond dat deze voorwaarden een hinderpaal vormen voor verzekerden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat accountant [naam 5] tuchtrechtelijk verantwoordelijk is voor het niet toetsen van prognoses en het niet bespreken van jaarrekeningen, en bevestigt de berisping opgelegd door de accountantskamer.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag voor graasdierpremie afgewezen wegens een afwijkingspercentage van meer dan 50% in het I&R-systeem. Appellante kon niet aantonen dat zij geen schuld had aan de onjuiste registratie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag om uitbetaling van de graasdierpremie afgewezen, omdat het aantal in aanmerking komende runderen lager was dan het drempelbedrag van € 1.000,-. Het beroep van de appellant is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep verklaart het beroep van de appellant ongegrond inzake de uitbetaling van betalingsrechten voor landbouwgrond, waarbij de minister correct heeft gehandeld.

Het College oordeelt dat de minister de graasdierpremie correct heeft vastgesteld en wijst een schadevergoeding van € 500,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College vernietigt de afwijzing van de graasdierpremie voor bepaalde percelen en oordeelt dat de minister een nieuw besluit moet nemen.

Het College verklaart het beroep van AZ Groothandel B.V. tegen de minister voor Medische Zorg ongegrond, betreffende de maximumprijs voor Apo-Go en de bekostiging van het zorgprogramma.

Het College oordeelt dat de minister bevoegd was tot spoedbestuursdwang inzake schildpadden, maar dat KLM recht heeft op een dwangsom wegens niet tijdig beslissen op bezwaarschriften.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het hoger beroep gegrond verklaard en klachtonderdeel b gegrond verklaard, waarbij betrokkene een waarschuwing is opgelegd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de niet-ontvankelijk verklaring van de accountantskamer voor klachtonderdeel a en verwijst de zaak terug, terwijl klachtonderdeel b ongegrond wordt verklaard.

Hoger beroep inzake bestuurlijke boete voor overtreding van de Meststoffenwet. De uitspraak van de rechtbank Gelderland wordt bevestigd. Proceskostenveroordeling van de staatssecretaris.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een accountant als penningmeester tuchtrechtelijk aansprakelijk is voor onzorgvuldig handelen bij een atypisch betalingsverzoek, ondanks dat hij slachtoffer was van oplichting. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep van SOBI tegen de accountantskamer ongegrond, betreffende tuchtklacht tegen accountant.

Het College vernietigt de last onder bestuursdwang en kostenbesluiten tegen een veehouder wegens overtredingen van de Wet dieren, oordeelt dat de maatregelen onduidelijk waren en herroept het primaire besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante terecht een last onder bestuursdwang en dwangsom is opgelegd wegens overtredingen van het Besluit houders van dieren.

Hoger beroep tegen bestuurlijke boete op grond van overtreding van artikel 7 Msw. Boetebesluit herroepen, schadevergoeding toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep bevestigt de tijdelijke doorhaling van de inschrijving van een accountant wegens schending van integriteit en professionaliteit door het toevoegen van geantedateerde documenten aan zijn toetsingsdossier.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boete van € 5.000,- voor het handelen zonder vergunning in diergeneesmiddelen verlaagd naar € 500,- en de minister veroordeeld in de proceskosten van appellante.

Hoger beroep over klacht tegen accountant; klacht deels ongegrond verklaard, maar berisping blijft staan wegens schending van objectiviteit.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen bestuurlijke boetes voor overtredingen van de Wet dieren. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de boetes terecht zijn opgelegd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van zorgverzekeraars ongegrond en bevestigt de toeslag voor behandeling van patiënten met oorlog gerelateerd psychotrauma, met proceskostenveroordeling.

Het College vernietigt de invordering van een dwangsom van € 1.000,- wegens niet-naleving van maatregel 5, maar handhaaft de overige dwangsommen in een zaak over de Wet dieren.

Het College bevestigt de boete aan Exportslachterij Clazing B.V. wegens overtredingen van dierenwelzijnsregels bij het doden van kuikens, waarbij onnodig lijden werd veroorzaakt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond in een tuchtzaak tegen accountants over jaarrekeningen en winstdelingsregeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond in de zaak over de jaarrekening van [naam 5] B.V. en de klacht tegen de controlerend accountants.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over randvoorwaardenkorting en bedrijfstoeslag 2011, verklaart beroepen deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond, en kent schadevergoeding toe.

Het College verklaart het beroep van 15 behandelcentra niet-ontvankelijk, omdat de aanwijzing enkel aan DC Groep was gericht en deze is herroepen. Verweerster wordt veroordeeld in proceskosten en griffierecht.

Het College verklaart het beroep van de curator ongegrond, omdat procesbelang ontbreekt na herstel van gebreken in eerdere besluiten tot inbewaringneming van vleespartijen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft boetes opgelegd aan een onderneming en haar directeuren wegens misleidende handelspraktijken en onjuiste terugbetaling aan consumenten. De boete voor de onderneming is vastgesteld op € 150.000, de boetes voor de directeuren op € 50.000 elk.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over de kosten van bestuursdwang opgelegd aan appellante en verlaagt het te betalen bedrag van € 5.823,81 naar € 5.673,81. Proceskosten van € 1.024,- worden vergoed.

Het College heeft het beroep van Stichting Wakker Dier gegrond verklaard en de minister opgedragen uiterlijk 4 juni 2019 te beslissen op de bezwaren, met een dwangsom van € 250,- per dag bij overschrijding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de afwijzing van keuringswerkzaamheden door de NVWA geen besluit is in de zin van de Awb. Het beroep van appellante is gegrond en het bestreden besluit wordt vernietigd.

Het College oordeelt dat spoedbestuursdwang terecht is toegepast op 23 honden wegens overtredingen van het Besluit houders van dieren. Beroep tegen kostenbesluit ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van LNV niet bevoegd was tot het opleggen van bepaalde maatregelen aan de appellant, maar bevestigt wel enkele overtredingen met betrekking tot dierenwelzijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een dierenhouder ongegrond, wegens overtredingen van het Besluit houders van dieren, waaronder het ontbreken van water en onvoldoende zorg voor de dieren.

Het verzoek om voorlopige voorziening inzake de inbewaringneming van partijen vlees is afgewezen. Geen spoedeisend belang aangetoond.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens verjaring van de invordering van verbeurde dwangsommen.

Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt dat de waarschuwing geen besluit is in de zin van de Awb, waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk is.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van de appellant gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit herroepen, omdat de grondslag voor de invordering van de dwangsom was komen te vervallen.

Het College verklaart het verzet van de appellant gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak en herroept de last onder dwangsom wegens onvoldoende feitelijke grondslag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van European Livestock B.V. ongegrond verklaard, omdat de minister terecht uitvoerrestituties introk en terugvorderde wegens overschrijding van transport- en rusttijden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van European Livestock B.V. ongegrond, wegens discrepanties in transportdocumenten die leidden tot terugvordering van uitvoerrestituties door de minister van Landbouw.

College van Beroep wijst aanvraag uitvoerrestituties af wegens niet-naleving van de Welzijnsverordening en overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 18 december 2018 het beroep van European Livestock B.V. ongegrond verklaard inzake de intrekking van uitvoerrestituties voor de export van runderen, wegens overschrijding van de maximale transporttijd.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit terecht uitvoerrestituties introk wegens overschrijding van transporttijden. Appellante krijgt schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst de aanvraag om uitvoerrestituties af en kent een schadevergoeding toe van € 2.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de terugvordering van uitvoerrestituties aan Masterrind GmbH en constateert overschrijding van de redelijke termijn, wat leidt tot schadevergoeding.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van een B.V. gegrond, vernietigt de intrekking van uitvoerrestitutie door de minister en herroept het primaire besluit 1.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant overtredingen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren heeft begaan, en bevestigt de last onder bestuursdwang en de kosten daarvan.

Het College vernietigt de uitspraak van de accountantskamer en legt [naam 1] een waarschuwing op, terwijl de klacht tegen [naam 2] ongegrond wordt verklaard.

Hoger beroep van de gemeente Vlaardingen tegen boete voor niet handhaven rookverbod in winkelcentrum. College bevestigt uitspraak rechtbank dat gemeente verplicht was het rookverbod te handhaven.

Hoger beroep over handhaving rookverbod in stadion; boete opgelegd wegens overtreding Tabakswet; tribunes niet als open lucht aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de uitschrijving van de appellant als bestuurder door de KvK terecht was, omdat de appellant zijn ontslag tijdig heeft ingediend en niet heeft herroepen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Vion Livestock B.V. ongegrond wegens onvolledig journaal tijdens transport, waardoor terugvordering van uitvoerrestitutie gerechtvaardigd is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Vion Livestock B.V. ongegrond inzake de intrekking van uitvoerrestitutie wegens onvolledige journalen tijdens transport van runderen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van European Livestock B.V. ongegrond inzake intrekking en terugvordering van uitvoerrestitutie wegens ontbreken van transportgegevens.

College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit inzake uitvoerrestituties, met proceskostenveroordeling van € 1.002,-.

Het College bevestigt de inbewaringneming van vleespartijen wegens onvoldoende traceerbaarheid. Appellante voldeed niet aan de eisen voor traceerbaarheid, ondanks herstelde administratieve gebreken. De uitspraak benadrukt het belang van voedselveiligheid.

Het College bevestigt de boete van € 2.500,- aan Gebroeders [naam 1] B.V. voor het exporteren van mest zonder geldig gezondheidscertificaat, ondanks dat de mest niet is geëxporteerd.

Het College verklaart het beroep gegrond en vernietigt de last onder dwangsom opgelegd aan appellante wegens onvoldoende bewijs van herhaling van overtredingen.

Het College bevestigt de boete aan de exploitant van Café [naam 2] wegens overtreding van het rookverbod. De uitleg van 'open lucht' door de staatssecretaris wordt als juist beoordeeld.

Tussenuitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven over de verlenging van de termijn voor herstel van een besluit inzake de toeslag 'Oorlog gerelateerd psychotrauma'.

Het College oordeelt dat de e-mail van de NVWA over recall van lamskoteletten geen besluit is. Het beroep is ongegrond, maar de minister moet het griffierecht en proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond in de tuchtprocedure tegen een accountant-administratieconsulent wegens vermeend wangedrag en vertrouwelijke informatieverstrekking.

Hoger beroep ongegrond; accountant heeft beroepseed niet afgelegd, waardoor tuchtmaatregel van doorhaling terecht is opgelegd.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen onverwijlde spoed is die dit vereist. Het verzoek betreft enkel de uitvoering van een tussenuitspraak.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de NZa zorgvuldig heeft gehandeld bij de vaststelling van integrale tarieven voor de geboortezorg en dat de keuzevrijheid van zwangere vrouwen niet in gevaar komt. De bezwaren van appellante zijn ongegrond verklaard.

Hoger beroep over de bevoegdheid van de AFM om inlichtingen te vorderen van buitenlandse ondernemingen. Het College vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat AFM bevoegd is, maar dat dwangsombesluiten niet in stand kunnen blijven zonder restrictie voor wilsafhankelijk materiaal.

Tussenuitspraak over de rechtmatigheid van een toeslag voor zorg aan oorlog gerelateerde psychotrauma patiënten, waarbij de NZa niet voldoende motiveert waarom de toeslag noodzakelijk is. NZa moet binnen acht weken het besluit herstellen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een maatschap tegen de afwijzing van de wijziging van de uiterlijke investeringsdatum niet-ontvankelijk, omdat de gevraagde verlenging in het verleden ligt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de Stichting COKZ bevoegd was om controles uit te voeren bij pakstations en de kosten daarvan in rekening te brengen. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant tegen de uitschrijving als bestuurder van de Vereniging door de Kamer van Koophandel niet-ontvankelijk en het beroep tegen het nieuwe besluit ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Stichting Platform Verantwoord Huisdierenbezit ongegrond, omdat het bezwaar tegen de niet-ontvankelijkheid terecht was.

Het College verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op uiterlijk 30 september 2018 te beslissen op het bezwaarschrift van appellante, met een dwangsom van € 250,- per dag bij overschrijding.

Appellanten betwisten de retributie voor officiële controles in slachthuizen, stellen prejudiciële vragen aan het HvJEU over de interpretatie van Europese regelgeving inzake kosten voor officiële controles.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de terugvordering van subsidie omdat er geen intrekkingsbesluit was genomen, en verklaart het beroep van de appellant gegrond.

Het College vernietigt het besluit van de minister om handhaving te weigeren tegen broederijen die kuikens na uitkomst uit het ei geen voedsel en water geven, en oordeelt dat welzijn al in het geding is bij meer dan 36 uur deprivatie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit terecht geen handhavend optreden heeft geïnitieerd tegen fokker [naam 3] wegens vermeende overtredingen van de Wet dieren.

Hoger beroep van een openbaar accountant tegen een berisping door de accountantskamer. Het College oordeelt dat de maatregel van waarschuwing passend is, gezien de omstandigheden van de zaak.

Hoger beroep ongegrond verklaard; klachten tegen accountant en betrokkenen niet-ontvankelijk op basis van ne bis in idem beginsel.

DIS B.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen de NVWA over een RASFF-melding. Het College bevestigt dat de melding geen rechtsgevolgen beoogt en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de producten van DIS B.V. onveilig zijn door te hoog arseengehalte in het additief. Appellante heeft niet aangetoond dat het vermoeden van onveiligheid onjuist is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de ontbinding van [naam 1] B.V. op grond van artikel 2:19a BW bevestigd, omdat niet aangetoond was dat de vennootschap nog actief was in het maatschappelijk verkeer.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond in een tuchtklacht tegen een accountant die als advocaat optrad. De appellant kon onvoldoende onderbouwen dat de accountant onjuiste feiten presenteerde.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond in een tuchtzaak tegen een accountant die beschuldigd werd van het indienen van onjuiste informatie in een civiele procedure.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van erfgenamen na het overlijden van de appellant.

Het College verklaart het beroep van appellante tegen het wijzigingsbesluit ongegrond en veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten van € 1.252,50.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellant gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, waarbij de uitschrijving van appellant als bestuurder en de wijziging van het adres van de vereniging ongedaan zijn gemaakt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de ontbinding van drie vennootschappen op grond van artikel 2:19a BW, wegens niet-nakoming van de verplichtingen tot openbaarmaking van jaarstukken.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister die de aanvraag voor een dierentuinvergunning afwees, maar laat de rechtsgevolgen in stand omdat het beleidsprotocol niet voldeed aan de wettelijke eisen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de Minister niet bevoegd was om een dwangsom in te vorderen, omdat de last niet gericht was op het voorkomen van herhaling. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit wordt vernietigd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de Minister niet bevoegd was om een dwangsom in te vorderen, omdat de strekking van de opgelegde last onder dwangsom niet duidelijk was. Het beroep van appellante is gegrond en het bestreden besluit wordt vernietigd.

Appellante verzet zich tegen korting op bedrijfstoeslag 2010 wegens onjuiste opgave van oppervlakte. Het College verklaart het beroep ongegrond en niet-ontvankelijk.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een pluimveehouder ongegrond, waarbij de ruiming van pluimvee na besmetting met Aviaire Influenza wordt bevestigd.

Het College vernietigt het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wegens onzorgvuldige behandeling van het verzoek om handhaving van de Wet dieren en het Bhd.

Tussenuitspraak over de uitschrijving van een appellant als bestuurder van een vereniging, waarbij de juistheid van de uitschrijfdatum ter discussie staat. Het College oordeelt dat er onvoldoende duidelijkheid is en draagt de Kamer van Koophandel op om gebreken te herstellen.

Het College verklaart het beroep van de appellant tegen zijn uitschrijving als bestuurder van de stichting ongegrond en het beroep tegen het niet tijdig verstrekken van stukken niet-ontvankelijk.

Het College vernietigt de boete opgelegd aan een horeca-exploitant wegens onvoldoende bewijs van overtreding van het rookverbod.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Radboudumc ongegrond en bevestigt de toekenning van suppletiebedragen door de Nederlandse Zorgautoriteit op basis van de beleidsregel Garantieregeling kapitaallasten 2013-2016.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen niet-ontvankelijk verklaring van de accountantskamer. College vernietigt uitspraak en verwijst terug voor inhoudelijke behandeling.

Het College bevestigt de boete van € 1.350,- aan appellant voor het verkopen van tabaksproducten aan een minderjarige, ondanks zijn betwisting van de feiten.

De voorzieningenrechter schorst het bestreden besluit 3 inzake HACCP-procedures van Plukon Blokker B.V. en wijst verzoeken om voorlopige voorzieningen ten aanzien van de eerste twee besluiten af.

Het College vernietigt de maatregel van de staatssecretaris van Economische Zaken tegen Slachthuis Nijmegen B.V. wegens onvoldoende bewijs van overtredingen van hygiënevoorschriften.

Het College vernietigt de handhavingsmaatregelen tegen pluimveeslachthuizen wegens onvoldoende bewijs van overtredingen van hygiënevoorschriften.

Tussenuitspraak over de naleving van de Wet dieren; appellante krijgt last onder dwangsom opgelegd, maar maatregelen worden als te vergaand beoordeeld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de weigering van de invoer van waterbuffelschedels uit Thailand bevestigd, omdat er geen geldig gezondheidscertificaat was overgelegd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Stichting Gelre Ziekenhuizen ongegrond verklaard, omdat zij niet voldeed aan de vereisten voor een WTZi-vergunning voor suppletie onder de Garantieregeling kapitaallasten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de invoer van een container met schedels en hoorns uit Nigeria geweigerd wegens het ontbreken van een geldig gezondheidscertificaat. Het beroep van de appellante is ongegrond verklaard.

Hoger beroep van V.O.F. [naam 1] tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake bestuurlijke boete op grond van de Wet dieren. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het College vernietigt de last onder dwangsom opgelegd aan de appellant wegens onvoldoende bewijs van overtreding van de Wet dieren. Proceskosten van € 2004,- worden vergoed aan de appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de verzoeken van ACM om vertrouwelijke behandeling van enquêtegegevens niet gerechtvaardigd zijn, behalve voor persoonsgegevens van medewerkers.

Het College bevestigt de maatregelen tegen [naam 1] B.V. wegens verboden stoffen in runderen, maar vernietigt het kostenbesluit vanwege onvoldoende motivering.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de UMC's geen tijdig bezwaar hebben gemaakt tegen de beschikbaarheidbijdrage voor academische zorg en dat deze bijdrage kostendekkend is. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

College van Beroep voor het bedrijfsleven schorst gedeeltelijk maatregelen opgelegd aan verzoeker wegens overtredingen van de Wet dieren. Proceskosten van € 1.503,- toegewezen aan verzoeker.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Zorg op Maat ’t Nieuwland B.V. ongegrond inzake de nacalculatie van zorgkosten 2014, waarbij appellante niet kon aantonen dat extra gedeclareerde uren zorg daadwerkelijk waren geleverd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit tot spoedbestuursdwang en herroept het primaire besluit, omdat de omstandigheden niet spoedeisend waren. De kosten voor de bestuursdwang zijn onterecht in rekening gebracht.

Het College heeft het beroep van de appellant gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het kostenbesluit herroepen. De staatssecretaris is veroordeeld tot betaling van € 1.500,-- schadevergoeding en € 1.252,50 proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het verzet van Stichting Platform Verantwoord Huisdierenbezit gegrond en heropent het onderzoek.

Het College vraagt het Hof van Justitie om uitleg over de koeling van vlees in slachthuizen volgens Verordening 853/2004, na een zaak over overtredingen door [naam 1] B.V.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Biertechnisch Servicebedrijf B.V. ongegrond, omdat de Kamer van Koophandel bevoegd was tot ontbinding op basis van artikel 2:19a BW.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de begunstigingstermijn voor het beëindigen van overtredingen van het Varkensbesluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand en past de termijn aan.

Het College bevestigt dat de maatschap de Wet dieren heeft overtreden door onvoldoende zorg voor runderen, maar oordeelt dat de kosten van bestuursdwang niet ten laste van de maatschap komen.

Het College vernietigt het bestreden besluit over heffing permanent toezicht dierenartsen in slachthuis, oordeelt dat dit op onjuiste grondslag is genomen en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen.

Hoger beroep tegen accountantskamer over handelen accountant [naam 1] als deskundige. Klacht ongegrond verklaard, uitspraak accountantskamer vernietigd.

Appellante betwist last onder bestuursdwang en dwangsom opgelegd door de minister van Landbouw. College oordeelt dat geen strijd is met de Awb, maar constateert procedurele fouten in de invorderingsbeschikking en vernietigt het kostenbesluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant onvoldoende zorg droeg voor de huisvesting van zijn pony's, wat leidde tot overtredingen van de Wet dieren. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de appellant zijn honden onvoldoende vachtverzorging heeft gegeven, wat in strijd is met de Wet Dieren. De last onder bestuursdwang blijft gehandhaafd.

Het College vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift, omdat de identiteit van de appellant niet betwist werd. De minister moet een nieuw besluit nemen op het bezwaar.

Hoger beroep over tuchtrechtelijke klacht tegen accountant in aandeelhoudersconflict; accountant niet tuchtrechtelijk verwijtbaar voor waardering aandelen, maar tekortkomingen in verslaglegging vastgesteld; maatregel van berisping omgezet in waarschuwing.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit voor zover het gebaseerd is op artikel 3, derde lid, van het Bwp, maar verklaart het beroep voor het overige ongegrond.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellante gegrond, omdat de staatssecretaris ten onrechte de Wet dieren toepaste op feiten die vóór de inwerkingtreding van deze wet plaatsvonden.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete voor overtreding van de Transportverordening. College oordeelt dat onvoldoende bewijs is voor overtreding en herroept de boete.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 16 november 2017 het bestreden besluit vernietigd, omdat het bezwaar van de appellant tijdig was ingediend. Verweerder moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen en het kostenbesluit is herroepen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over een beroep tegen een last onder bestuursdwang en kostenbesluit inzake dierenwelzijn. Bepaalde maatregelen werden gehandhaafd, terwijl andere werden vernietigd.

Hoger beroep ongegrond verklaard; accountant niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor kantoorgenoten; klacht niet tijdig ingediend.

Appellante heeft beroep ingesteld tegen de vaststelling van haar bedrijfstoeslag voor 2009. Het College verklaart het beroep tegen het eerdere besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het herzien besluit ongegrond, maar vergoedt het griffierecht aan appellante.

Het College bevestigt de toepassing van spoedbestuursdwang bij overtredingen van de Gwwd door een veehouder, die zijn runderen geen water, voer en schone ligplaatsen bood. De redelijke termijn is overschreden, wat leidt tot schadevergoeding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvragen van Handelsonderneming [naam 1] B.V. voor erkenning van voeder voor gezelschapsdieren afgewezen wegens onvoldoende waarborgen dat het product niet voor landbouwhuisdieren zou worden gebruikt.

Het beroep van de Maatschap [naam 1] en [naam 2] tegen de vaststelling van de subsidiabele oppervlakte voor bedrijfstoeslag 2009 werd ongegrond verklaard. De appellante kon niet aantonen dat de vaststelling door de staatssecretaris onjuist was.

Beroep van Maatschap [naam 1] en [naam 2] tegen de staatssecretaris van Economische Zaken over de vaststelling van de bedrijfstoeslag 2009. Het College oordeelt dat de staatssecretaris terecht handelde op basis van luchtfoto's, maar vernietigt het besluit wegens het niet toekennen van proceskostenvergoeding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van M.A.F. van den Dungen ongegrond inzake de vaststelling van de subsidiabele oppervlakte voor GLB-inkomenssteun.

Het College vernietigt de boetes voor verontreinigde kipkarkassen, oordeelt dat controles niet conform handhavingsbeleid zijn uitgevoerd en herroept de besluiten van de staatssecretaris.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart de beroepen van [naam 1] en [naam 2] ongegrond, bevestigt de boetes van € 270.000,- opgelegd door de AFM wegens overtredingen van de Wft.

Het College bevestigt de boetes van AFM aan [naam 1] B.V. en [naam 2] wegens overtredingen van de Wft, ondanks hun bezwaren. De boetes zijn passend en geboden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken over kosten van bestuursdwang en herroept het primaire besluit, waarbij de staatssecretaris in proceskosten wordt veroordeeld.

Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat de kosten van bestuursdwang rechtmatig zijn en er geen bijzondere omstandigheden zijn om van kostenverhaal af te zien.

Het College oordeelt dat K.I. Samen B.V. belanghebbende is bij handhaving van de erkenning van CRV u.a. en vernietigt de weigering van de staatssecretaris om op het verzoek te besluiten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van de klacht in accountantstuchtzaken, gebaseerd op de driejaarstermijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de accountant betrokken was bij een onjuiste BTW-aangifte en bevestigt de berisping opgelegd door de accountantskamer. Hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift tegen een boete wegens overtreding van de Transportverordening. Bevestiging uitspraak rechtbank: bezwaar niet-ontvankelijk.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat spoedbestuursdwang terecht is toegepast op dieren wegens ernstige verwaarlozing. Het beroep tegen het kostenbesluit is gegrond, en het College verlaagt de kosten naar € 15.989,42.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over bestuursdwang en kostenbesluit inzake euthanasie van pony's. De appellant voldeed niet aan de opgelegde maatregelen, wat leidde tot euthanasie van de pony's. Kostenbesluit II werd vernietigd, en het verschuldigde bedrag werd vastgesteld op € 207,48.

Hoger beroep van de staatssecretaris van Economische Zaken tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die een boete wegens hygiëneovertredingen in de slachterij vernietigde. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het College bevestigt de boete van € 20.000,- aan [naam 1] B.V. wegens overtredingen van de Wft en Wwft, o.a. door onvoldoende beleid en niet tijdig melden van ongebruikelijke transacties.

Het College vernietigt de boete voor overschrijding van de beladingsnorm voor varkens, oordelend dat de norm niet van toepassing is op zwaardere varkens.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Varkenshandel [naam 1] B.V. een boete van € 4.500,- terecht kreeg opgelegd voor het vervoeren van een niet geschikt varken. Hoger beroep gegrond, maar rechtsgevolgen blijven in stand.

Het College bevestigt de boete van € 1.500,- aan Varkenshandel [naam] B.V. wegens verwondingen aan varkens door een te lage laadvloer tijdens transport. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep van Dierenkliniek [naam 1] tegen boete van € 5.000,- voor het verstrekken van UDA-diergeneesmiddelen zonder diagnose. College bevestigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat regelgeving geen ruimte laat voor voorschrijven zonder diagnose.

Hoger beroep gegrond; boete herroepen wegens afwezigheid van schuld bij Maatschap [naam 1] en [naam 2] voor overtreding Wet dieren.

Het College bevestigt de boete van € 1.500,- voor een accountantskantoor wegens het niet verrichten van cliëntenonderzoek volgens de Wwft. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het College vernietigt de boete voor overtreding van de strooisel-eis, maar handhaaft de boete voor onvoldoende lichtintensiteit. Staatssecretaris veroordeeld in proceskosten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt over de afwijzing van de aanvraag van een dierenfysiotherapeut voor registratie. De afwijzing is gebaseerd op een niet-objectieve beoordeling van de gelijkwaardigheid van opleidingen. Het College vernietigt het besluit, maar handhaaft de rechtsgevolgen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de afwijzing van de registratie van een dierenfysiotherapeut onzorgvuldig was, maar handhaaft de rechtsgevolgen van de afwijzing.

Hoger beroep van Frigorificos ArreBeef S.A. tegen NVWA over nadeelcompensatie na invoerweigering van rundvlees. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Appellant ging in hoger beroep tegen een boete voor overtredingen van de Diergeneesmiddelenwet. Het College bevestigde de eerdere uitspraak en oordeelde dat de boetes proportioneel waren en de staatssecretaris bevoegd was om deze op te leggen.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en herroept de boete aan een coffeeshop wegens onvoldoende bewijs van overtreding van de Tabakswet.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van de minister inzake de boete voor overtreding van de Tabakswet door een coffeeshop exploitant, wegens onvoldoende bewijs voor de overtreding.

Het College vernietigt de toepassing van spoedbestuursdwang door de staatssecretaris, oordelend dat er geen overtreding was en de gezondheid van de vissen niet in gevaar was.

Appellant kreeg een last onder bestuursdwang wegens overtreding van de Wet dieren. Het College bevestigde de overtreding, maar vernietigde het kostenbesluit wegens gebrek aan informatie aan de appellant. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep tegen boete wegens overtreding van de Wet Dieren en het Besluit Diergeneesmiddelen. Appellant betwist de overtreding en de opgelegde boete van € 2.500,-. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de onvoorwaardelijke verplichting van de moedermaatschappij [naam 3] B.V. nog bestond, waardoor DNB niet bevoegd was een boete op te leggen aan [naam 1] B.V. en [naam 2].

Appellante, een pluimveebedrijf, verliest beroep tegen tuchtgerecht wegens overtredingen van de Landbouwkwaliteitswet en EU-verordening inzake kooi-eieren. Beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep ongegrond verklaard; klacht tegen accountant niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de berisping van de accountant wegens onjuiste informatie in de jaarrekening 2001 van [naam 4] B.V.

Hoger beroep ongegrond; boete voor vervoer ongeschikt rund blijft in stand. Geen nieuwe gronden aangevoerd door appellante.

Het College vernietigt de intrekking van de aanwijzing van MKB-Certificaties B.V. als keuringsinstelling voor attractie- en speeltoestellen, oordeelt dat de minister onvoldoende bewijs heeft geleverd voor onherstelbare tekortkomingen en herroept het primaire besluit.

Het College vernietigt het besluit tot spoedbestuursdwang wegens onvoldoende motivering van de spoedeisendheid en oordeelt dat de kosten niet in rekening mogen worden gebracht.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit inzake de aanvraag voor de Grootoorspringmuis op de positieflijst.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante tot € 990,-.

Het College vernietigt het besluit tot plaatsing van de soorten muntjak en mazama op de positieflijst wegens onzorgvuldige beoordeling en strijd met de zorgvuldigheidsvereisten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake kostenverhaal na spoedbestuursdwang op dieren, ondanks de financiële situatie van de zoon van appellante.

Het College vernietigt het kostenbesluit van 19 juli 2016 en bepaalt dat appellante € 89.467,64 verschuldigd is aan verweerder. Proceskosten van € 1.237,50 worden vergoed.

Vitelco B.V. heeft beroep ingesteld tegen de afwijzing van schadevergoeding door de staatssecretaris van Economische Zaken. Het College heeft het beroep gegrond verklaard en de staatssecretaris opgedragen opnieuw te beslissen op het verzoek om schadevergoeding.

Hoger beroep gegrond. Boete van € 2.500,- voor [naam 1] B.V. wegens overtreding temperatuurvoorschriften bij vleesvervoer bevestigd. Koelwagen niet onderdeel slachthuis; temperatuur bij verladen niet conform regelgeving.

Denka Registrations B.V. verzocht om uitbreiding van gebruiksdoeleinden van Permanent-Spuitbus, maar de aanvraag werd afgewezen vanwege mogelijke schadelijke effecten op het milieu. Het beroep werd ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de last onder dwangsom wegens overtredingen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de klacht tegen de accountant gedeeltelijk gegrond verklaard en een waarschuwing opgelegd wegens tekortkomingen in de jaarverslagen 2012 en 2013.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boete van € 75.000 voor [naam 1] verlaagd naar € 25.000 wegens feitelijk leidinggeven aan overtreding van het bankverbod, na vernietiging van de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Het College verklaart het beroep ongegrond wegens overtreding van de Wet dieren en bevestigt de invordering van de dwangsom.

Hoger beroep ongegrond; accountantskamer heeft klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard en voor het overige ongegrond. Fouten in datumontvankelijkheid hersteld, maar klacht blijft deels niet-ontvankelijk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontslag van ambtenaar wegens ongeschiktheid na onvoldoende functioneren en niet meewerken aan assessment.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing sollicitatie locatiemanager NSE bij Defensie. De Raad oordeelt dat de mondelinge mededeling geen besluit was en dat appellant niet voldeed aan de functie-eisen.

Het College bevestigt dat de vorming van reserves door het Pensioenfonds voor VPL-toezeggingen niet in strijd is met de Pensioenwet. DNB's aanwijzing wordt verworpen.

Appellante verzocht om handhaving tegen Rendac voor het ophalen van haar overleden paard, maar het verzoek werd afgewezen wegens gebrek aan concrete overtredingen. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van de appellant niet-ontvankelijk, omdat hij geen procesbelang meer had na voldoening aan de last onder bestuursdwang. De uitspraak benadrukt de zelfstandigheid van besluiten in bestuursrechtelijke procedures.

Het College vernietigt de last onder dwangsom opgelegd aan Landbouwbedrijf [naam 1] B.V. wegens onterecht toetsing aan oude wetgeving en onvoldoende bewijs van overtredingen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van maatschap [naam] ongegrond tegen het teeltverbod voor aardappelen op besmet terrein met wratziekte.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een firma ongegrond verklaard, die een verzoek om tegemoetkoming op grond van de Plantenziektenwet had ingediend na schade door de Afrikaanse fruitmot. De staatssecretaris had het verzoek terecht afgewezen, omdat de schade tot het normale bedrijfsrisico behoorde.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake maatregelen tegen bacterieverspreiding in rozenkwekerij. De staatssecretaris was bevoegd en de appellante was voldoende geïnformeerd over de besmette rassen.

Het College vernietigt de besluiten van de staatssecretaris over de inbewaringneming van vlees van [naam 3] wegens onvoldoende motivering en eist heroverweging binnen 12 weken.

De staatssecretaris van Economische Zaken heeft spoedbestuursdwang toegepast op 30 honden wegens overtredingen van de Wet dieren. De situatie was spoedeisend door ondervoeding en slechte huisvesting. Het beroep van appellanten tegen de beslissing werd ongegrond verklaard.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de staatssecretaris inzake invordering dwangsom, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Appellant voldeed niet aan de maximale bezettingsdichtheid voor vleeskuikens.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris terecht maatregelen heeft genomen tegen veehouders wegens de aanwezigheid van de verboden stof Furazolidon in hun dieren. De beroepen van de veehouders worden ongegrond verklaard.

Hoger beroep ongegrond verklaard inzake meldingsplicht van accountant bij ongebruikelijke transacties. Klacht tegen accountant afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat accountants [naam 1] en [naam 2] tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld door zonder toestemming van de huurder financiële gegevens te verstrekken. De eerdere maatregel van één maand wordt vervangen door drie maanden tijdelijke doorhaling van hun inschrijving.

Tussenuitspraak over bestuursdwang en kostenbesluit inzake overtredingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, waarbij de staatssecretaris onvoldoende motiveerde waarom de maatregel niet was uitgevoerd en de opbrengst van de kalveren niet adequaat was verantwoord.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek tot ploegendiensttoeslag aan toezichthoudend dierenarts, omdat niet voldaan aan voorwaarden van het Addendum.

Centrale Raad van Beroep vernietigt ontslag van ambtenaar wegens onvoldoende bewijs van plichtsverzuim en draagt college op nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de appellante terecht is veroordeeld tot een boete van € 1.200,- wegens het niet vergezellen van besmette bloembollen van deugdelijke documentatie. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bevestigt de boete van € 3.000 voor het verhandelen van peren zonder voorgeschreven aanduidingen, ondanks moeilijke marktomstandigheden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellante terecht een last onder bestuursdwang is opgelegd wegens overtredingen van de Wet dieren. De kosten van bestuursdwang worden bij haar in rekening gebracht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat het bezwaarschrift tegen bestuursdwang niet tijdig was ingediend bij de juiste instantie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een varkenshouder ongegrond tegen een invorderingsbesluit en last onder dwangsom wegens overtredingen van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, betreffende invorderingsbesluiten en lasten onder dwangsom wegens overtredingen van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren.

Appellante verliest beroep tegen de vaststelling van bedrijfstoeslag 2012; College verklaart beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt verweerder tot vergoeding van proceskosten.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen sprake is van onverwijlde spoed. Verzoekster heeft onvoldoende aangetoond dat de financiële gevolgen van het besluit onomkeerbaar zijn.

Hoger beroep ongegrond verklaard; appellant heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn claims tegen betrokkene, een openbaar accountant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vraagt het Hof van Justitie om uitleg over de cumulatie van kortingen bij niet-naleving van randvoorwaarden in het landbouwsubsidiesysteem, na een geschil over een opgelegde korting van 55%.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de invordering van een dwangsom van € 10.000,- wegens niet-naleving van een last onder dwangsom.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk.

Appellanten in verzet hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van HBAG-heffingsbesluiten. Het College verklaart het verzet gegrond en hervat het onderzoek.

Hoger beroep ongegrond; accountant berispt voor tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen als deskundige.

Hoger beroep ongegrond verklaard. Klacht over registeraccountanten in deskundigenbericht ongegrond. Toepassing van APV-methode door accountants niet ter discussie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het bestreden besluit van de staatssecretaris inzake bestuursdwangkosten en stelt lagere kosten vast voor de appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een rundveehouder zijn zorgplicht voor dieren heeft verwaarloosd, wat leidde tot bestuursdwang. Beroep tegen de besluiten van de staatssecretaris van Economische Zaken wordt grotendeels ongegrond verklaard.

Het College vernietigt de maatregelen 2 en 3 van de staatssecretaris, maar handhaaft maatregelen 1 en 4. Appellant krijgt schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat spoedbestuursdwang terecht is toegepast op dieren in een grottenaquarium wegens overtredingen van de Gwwd. Appellante had nagelaten de dieren goed te verzorgen, wat leidde tot acute noodzaak voor ingrijpen.

Tussenuitspraak over de toepassing van overgangsrecht bij herstelsancties in het kader van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, waarbij de staatssecretaris ten onrechte de Wet dieren en het Bhd toepaste op gedragingen die voor 1 juli 2014 plaatsvonden.

Het College vernietigt het besluit tot spoedbestuursdwang en het kostenbesluit, oordeelt dat de appellant niet voldoende is gehoord en kent schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van de staatssecretaris tegen vernietiging van een boetebesluit wegens overtreding van gebruiksvoorschriften voor biociden is niet-ontvankelijk verklaard.

Hoger beroep van de staatssecretaris tegen vernietiging van boetebesluit voor Hexapoda wegens overtreding gebruiksvoorschriften biociden. Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de eerdere uitspraak en herroept de boete van € 665,-, vaststellend op € 598,50, met proceskostenveroordeling van € 2.232,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant als houder van 74 honden verantwoordelijk was voor hun verzorging en dat de staatssecretaris bevoegd was om spoedbestuursdwang toe te passen. Het beroep van de appellant wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep van accountant [naam 1] ongegrond en bevestigt de tuchtrechtelijke maatregel van doorhaling van zijn inschrijving voor achttien maanden.

Het CBB oordeelt dat de Kamer van Koophandel de beslistermijn heeft overschreden en Neral recht heeft op een dwangsom van € 1.260,-. Het beroep tegen schadevergoeding wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris terecht spoedbestuursdwang heeft toegepast op runderen van de appellant wegens overtredingen van de Wet Dieren. Het beroep van de appellant is ongegrond verklaard.

Het College vernietigt het besluit van de staatssecretaris over bestuursdwangkosten, oordeelt dat deze onvoldoende zijn gemotiveerd en herroept het primaire besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellante de Wet dieren heeft overtreden door haar katten in een vervuilde omgeving te houden. De opgelegde bestuursdwang was rechtmatig en de kosten daarvan kunnen op de appellante worden verhaald.

Het College vernietigt de afwijzing van het handhavingsverzoek van Stichting Wakker Dier tegen broederijen, o.a. wegens onvoldoende onderbouwing van de aanname dat kuikens tot 72 uur kunnen teren op de dooierzak.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de wijziging van de ontbindingsdatum van Pro-Partner Presidium B.V. van 31 december 2012 naar 22 juli 2010, en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de bestuurswisseling van de vereniging Vissersvrouwenkoor “De Walnoten” correct is ingeschreven, ondanks bezwaren van de oud-bestuurders. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 30 mei 2016 het beroep van [naam 1] B.V. gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd wegens schending van de hoorplicht, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen niet-ontvankelijk verklaring van hun bezwaarschriften inzake dwangsombesluiten. Het College oordeelt dat de besluiten niet rechtsgeldig zijn bekendgemaakt en vernietigt de besluiten.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat [naam 1] Limited in strijd heeft gehandeld met de Luchtvaartverordening en de Whc door geen vaste kosten te vermelden en klantenservice enkel in het Engels aan te bieden. De opgelegde boetes blijven in stand.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de staatssecretaris niet heeft aangetoond dat appellante de Meststoffenwet heeft overtreden, waardoor de opgelegde boete niet gerechtvaardigd is.

Het College vernietigt de last onder bestuursdwang opgelegd aan de beheerder van duivenhokken wegens onvoldoende onderbouwing van overtredingen van de Wet dieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat de toepassing van spoedbestuursdwang en de kosten van bestuursrechtelijke handhaving rechtmatig waren.

Tussenuitspraak over spoedbestuursdwang en kostenbesluit inzake dierenwelzijn. College oordeelt dat bestuursdwang rechtmatig was, maar kostenbesluit onvoldoende gemotiveerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant niet voldeed aan de oormerkverplichting voor runderen, wat leidde tot een korting van 23% op zijn rechtstreekse betalingen. Het beroep van de appellant op gewetensbezwaren en alternatieve identificatiemethoden werd verworpen.

Het College vernietigt de last onder bestuursdwang opgelegd aan appellante wegens onvoldoende bewijs van overtreding van de Wet dieren met betrekking tot haar hond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris van Economische Zaken de aanvragen voor bedrijfstoeslag en zaaizaadsteun op correcte wijze heeft afgewezen. Beroepen van appellanten worden afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de intrekking van de vergunning voor het afleveren van diergeneesmiddelen wegens strijd met regelgeving.

NLCR verzocht om als derde belanghebbende toegelaten te worden in een bestuursrechtelijke procedure, maar dit verzoek werd afgewezen. Het College bevestigde deze afwijzing, oordelend dat NLCR geen belanghebbende was in de zin van de Awb.

Hoger beroep van de minister van Economische Zaken tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de verlenging van frequentievergunningen en de voorwaarden voor regiogerichtheid en digitalisering van commerciële radio-omroep.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de schadevergoeding van [naam 1] B.V. terecht is afgewezen, omdat de schade niet het gevolg was van onrechtmatige dwangsombesluiten.

Het College vernietigt de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar tegen de intrekking van de ontheffing voor zondagopenstelling en herroept het primaire besluit.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt het besluit van verweerders om het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk te verklaren en verklaart het bezwaar ongegrond.

Hoger beroep van [naam 1] tegen boete wegens overtreding Regeling diergeneesmiddelen. College vernietigt eerdere uitspraak en herroept boete.

Tussenuitspraak over boete vleesvarkensbedrijf wegens overtreding Meststoffenwet; staatssecretaris moet berekening boete herzien.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 11 maart 2016 geoordeeld dat de terugvordering van landbouwsubsidies aan [naam 1] B.V. verjaard is, en heeft het bestreden besluit vernietigd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de terugvordering van restituties door de minister van Economische Zaken wegens verjaring, en verklaart het bezwaar van de appellant gegrond.

De voorzieningenrechter schorst de last onder dwangsom opgelegd aan [naam 1] B.V. wegens onvoldoende onderbouwing van de overtredingen van het Besluit houders van dieren.

Tussenuitspraak over de boete opgelegd aan een agrarisch bedrijf wegens overtreding van de Meststoffenwet. Het College oordeelt dat de staatssecretaris niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de overtreding, met uitzondering van één vracht.

Het College vernietigt de last onder dwangsom opgelegd aan de maatschap wegens onvoldoende onderbouwing van overtredingen van de Wet Dieren en het Besluit houders van dieren.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam] BVBA ongegrond, omdat de aanvraag voor toeslagrechten voor vezelvlas en zaaizaad niet tijdig was ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris van Economische Zaken terecht geen scores heeft toegekend aan de aanvraag voor GLB-inkomenssteun van de appellante. Het beroep wordt gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van Stichting Bionext ongegrond inzake subsidieaanvragen voor projecten in de biologische sector, omdat de aanvragen niet duidelijk waren over subsidiabele kosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 19 januari 2016 de beroepen van Zuivelbeheer Nederland B.V. tegen besluiten over superheffing en voorheffing ongegrond verklaard, waarbij de staatssecretaris zijn bevoegdheid om voorheffing te heffen heeft bevestigd.

De V.O.F. [naam 1] verzocht om een taxivergunning, maar deze werd geweigerd vanwege onvoldoende vakbekwaamheid van de procuratiehouder. Het beroep werd ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven weigert de taxivergunning van de appellant wegens onvoldoende vakbekwaamheid van de procuratiehouder. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de intrekking van de taxivergunning van de appellant wegens onvoldoende vakbekwaamheid.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de weigering van een taxivergunning wegens onvoldoende motivatie van de minister over de vakbekwaamheid van de procuratiehouder.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de herberekening van de bedrijfstoeslag 2010 van appellante correct was en verklaart het beroep tegen het bestreden besluit II ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Meelebo B.V. ongegrond, omdat de subsidieaanvraag werd afgewezen op basis van eerdere toekenning onder de Regeling GLB.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de invordering van dwangsommen voor taxivervoer zonder vergunning. De appellant had de overtreding begaan en zijn persoonlijke omstandigheden bieden geen grond voor afzien van invordering.

Het College vernietigt de bestreden besluiten van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk wegens het ontbreken van een hoorzitting, maar laat de rechtsgevolgen in stand. De appellanten krijgen het griffierecht vergoed.

Appellante verliest beroep tegen afwijzing bedrijfstoeslag 2012; onvoldoende bewijs voor GVE-eis.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van bezwaarschriften inzake legesbesluiten onder de Meststoffenwet.

Tussenuitspraak over uitvoerrestituties voor levende runderen, waarbij prejudiciële beslissing van het HvJ in zaak C-469/14 wordt afgewacht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de afwijzing van een subsidieaanvraag voor duurzame stallen bevestigd, omdat de transitieruimte niet voldeed aan de vereisten. Proceskosten van € 3402,27 werden toegewezen aan de appellant.

Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen; geen spoedeisend belang bij wijziging taxivergunning, omdat vergunning inmiddels was ingetrokken.

Appellant verzet zich tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar tegen besluiten inzake GLB-inkomenssteun. Het College verklaart het beroep ongegrond.

Het College oordeelt dat de appellante de Gwd en het Besluit welzijn productiedieren heeft overtreden. Het bestreden besluit wordt gedeeltelijk vernietigd, maar de overige maatregelen blijven staan.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen bestuurlijke boetes opgelegd op basis van de Meststoffenwet. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet heeft aangetoond dat de gebruiksnormen niet zijn overschreden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken en herroept besluiten van de Minister van Defensie inzake vrijwillig ontslag en wachtgeld op basis van artikel 2.7 SBK.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellanten niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang, aangezien de ontheffingen zijn verlopen en de regelgeving is gewijzigd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van de vereniging Klassiek Paarden Stamboek ongegrond, omdat er slechts één erkend moederstamboek voor Gelderse paarden kan bestaan, namelijk KWPN.

Het College oordeelt dat de ACM de tariefplafonds met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009 moet vaststellen, in plaats van 1 januari 2011, en dat de afschrijvingsduur van KPN niet mag worden afgeweken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de uitvoerrestituties voor runderen niet zijn toegekend omdat de welzijnseisen niet zijn nageleefd tijdens het transport naar een derde land.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van beroepen tegen besluiten van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk inzake inspraakverordening.

Het College van Beroep verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van de appellant, omdat de rechtbank Den Haag bevoegd is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de Maatschap [naam 1] en [naam 2] tegen de staatssecretaris van Economische Zaken ongegrond, betreffende de vaststelling van de bedrijfstoeslag en perceelsoppervlaktes voor 2009.

Appellant, een landbouwer, verzet zich tegen de vaststelling van zijn bedrijfstoeslag voor 2013. Het College verklaart het beroep ongegrond, oordelend dat de vastgestelde oppervlaktes conform de regelgeving zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van de appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit geheel in stand gelaten, met betrekking tot de vaststelling van de bedrijfstoeslag voor 2009.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de staatssecretaris over de bedrijfstoeslag, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Appellant kon niet aantonen dat hij over de grond beschikte.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een vennootschap ongegrond wegens te late indiening van de Gecombineerde Opgave 2013, met een korting van 7% op de bedrijfstoeslag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een bed en breakfast-eigenaar niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, na opheffing van de registratieplicht bij het bedrijfschap.

Appellanten, melkproducenten, hebben beroep ingesteld tegen opgelegde superheffing voor overschrijding van melkquota. Het College verklaart de beroepen ongegrond en handhaaft de besluiten van de staatssecretaris.

Het College vernietigt de bestreden besluiten van de Staatssecretaris van Economische Zaken inzake de subsidieverlening aan appellante en laat de rechtsgevolgen van het tweede besluit in stand.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een aubergineteler ongegrond, betreffende een heffing van € 5.593,14, opgelegd door het Productschap Tuinbouw, ondanks onvoldoende draagvlak onder telers.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellanten niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang, aangezien de primaire besluiten inmiddels zijn uitgewerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten zijn die een herziening van de heffingen over de jaren 2001 tot en met 2004 rechtvaardigen.

Hoger beroep over de toepassing van de Meststoffenwet en de status van 40 hectare grond als landbouwgrond of bosbouwgrond. Het College bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de boete terecht is opgelegd.

Het College verklaart het beroep ongegrond inzake de subsidievaststelling voor GLB-inkomenssteun, omdat de appellante verplichtingen is aangegaan voor de bouw van de stal voordat de subsidie was verleend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake opgelegde lasten onder dwangsom voor overtredingen van het Varkensbesluit.

Het College verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat de subsidie op nihil is vastgesteld wegens niet-naleving van de voorwaarden van de Regeling LNV-subsidies.

Appellante verzet zich tegen een 3% korting op GLB-inkomenssteun wegens niet-tijdige inzaai van vanggewas. Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de korting.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar van de appellant ongegrond. Verweerder moet proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de Regeling LNV-subsidies, omdat de aanvraag niet tijdig was aangevuld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt een randvoorwaardenkorting van 20% op GLB-inkomenssteun wegens niet-naleving van watervoorziening aan varkens. De appellante had niet aangetoond dat zij opzettelijk handelde.

Hoger beroep over boete Meststoffenwet. College bevestigt eerdere uitspraak rechtbank en oordeelt dat appellante niet heeft aangetoond dat gebruiksnormen niet zijn overschreden. Dubbele bestraffing verworpen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 16 april 2015 het beroep van een maatschap gegrond verklaard, de oppervlakte van perceel 2 vastgesteld op 21.63 hectare en het bestreden besluit vernietigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de landbouwer verantwoordelijk is voor de samenstelling van ontvangen mest en bevestigt de boete, maar verlaagt deze vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Appellant verliest beroep tegen subsidiebesluit voor duurzame stal; emissiewaarde voldoet niet aan eisen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant tegen de vaststelling van de bedrijfstoeslag voor 2010 ongegrond en veroordeelt verweerder in de proceskosten van € 980,-.

Het College verklaart het beroep van appellante tegen de herziening van de bedrijfstoeslag ongegrond en het beroep tegen het eerdere besluit niet-ontvankelijk. Griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de door ACM vastgestelde loodsgeldtarieven voor Scheldemonden en oordeelt dat ACM een correctie moet aanbrengen vanwege bijzondere omstandigheden. ACM wordt veroordeeld in de proceskosten van de appellanten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 6 maart 2015 het verzoek om voorlopige voorziening van C.H.G. van der Poel afgewezen, waarbij de rechtmatigheid van de uitsluiting van supermarkten in de Verordening winkeltijden gemeente Binnenmaas 2014 werd getoetst.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij geen belang had bij de beoordeling van het primaire besluit over de bedrijfstoeslag voor 2012.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond inzake de herziening van de bedrijfstoeslag voor 2008, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkortingen voor GLB-subsidies van 3% en 15% terecht zijn opgelegd wegens niet-naleving van het Besluit welzijn productiedieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van de aanvraag voor tegemoetkoming in de premie brede weersverzekering, omdat deze te laat was ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond in de zaak over de afwijzing van toeslagrechten uit de nationale reserve, omdat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden.

Denkavit Nederland B.V. heeft beroep ingesteld tegen de vaststelling van de bedrijfstoeslag voor 2012 door de staatssecretaris van Economische Zaken. Het College oordeelt dat de vastgestelde oppervlakten juist zijn en verklaart het beroep ongegrond.

Hoger beroep over boete wegens overtreding van de Meststoffenwet. Appellant betwistte de overtreding, maar het College bevestigde de boete op basis van voldoende bewijs van overschrijding van de gebruiksnormen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond tegen de last onder bestuursdwang opgelegd aan de erfgenamen van een veehouder wegens overtredingen van de Gwd, met kosten van € 12.680,39 voor bestuursrechtelijke handhaving.

Tussenuitspraak over de afwijzing van een subsidieaanvraag voor GLB-inkomenssteun 2006, waarbij het College de staatssecretaris opdraagt gebreken in de motivering te herstellen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de beroepen van appellanten gegrond verklaard en de bestreden besluiten vernietigd, met de opdracht aan de staatssecretaris om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen.

Appellant verzet zich tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar inzake bedrijfstoeslag 2012. Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat appellant geen procesbelang heeft.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant opzettelijk niet-emissiearm mest heeft aangewend, wat leidt tot een 20% korting op zijn GLB-inkomenssteun. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep tegen de vaststelling van de bedrijfstoeslag 2009 niet-ontvankelijk en het beroep tegen het nader besluit ongegrond. Verweerder moet griffierecht en proceskosten vergoeden aan appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante tegen de vaststelling van haar bedrijfstoeslag 2010 ongegrond, en het beroep tegen het eerdere besluit niet-ontvankelijk.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om functieonderhoud door de korpschef van politie, oordeelt dat de omvang van het bureau wezenlijk is en dat betrokkene eindverantwoordelijkheid heeft.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt op 14 november 2014 de boete van € 11.047,50 aan appellant wegens overschrijding van gebruiksnormen onder de Meststoffenwet, ondanks bezwaren over eerdere boetes en ongelijkheid in handhaving.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt een 30% korting op GLB-inkomenssteun wegens onjuiste registratie van diergeneesmiddelen door appellanten, die hun verweer niet konden onderbouwen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de terugvordering van subsidie voor het uit productie nemen van bouwland, omdat niet voldaan is aan de instandhoudingsverplichtingen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de boete van € 20.636,-- aan appellant wegens overschrijding van de fosfaatgebruiksnormen in 2009, oordelend dat appellant verantwoordelijk is voor de naleving en geen recht heeft op fosfaatcompensatie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt een randvoorwaardenkorting van 18% op GLB-inkomenssteun wegens niet-naleving van dierenwelzijnseisen door de appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellanten ongegrond, omdat zij niet beschikten over het vereiste 'Beter Leven kenmerk' voor subsidie diervriendelijk produceren.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant en verklaart het hoger beroep van de appellant ongegrond, betreffende een bestuurlijke boete wegens overtreding van de Meststoffenwet.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond inzake heffingen voor de uitvoer van schapen, oordelend dat de heffingen rechtmatig zijn en geen sprake is van discriminatie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, omdat de vastgestelde oppervlaktes voor de bedrijfstoeslag correct waren en er geen overschrijding van de redelijke termijn was.

Het College vernietigt ACM's besluit over KPN's marktmacht in de vaste telefonie en draagt ACM op een nieuwe dominantieanalyse uit te voeren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven handhaafde een randvoorwaardenkorting van 20% op GLB-inkomenssteun wegens mestgebruik op bevroren grond, wat in strijd is met de regelgeving.

Het College vernietigt de besluiten van de staatssecretaris over randvoorwaardenkorting op GLB-inkomenssteun en slachtpremie, maar houdt de rechtsgevolgen in stand. Appellanten kregen gelijk in hun beroep.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat ACM niet bevoegd is om boetes op te leggen voor het niet naleven van contractsvoorwaarden door energieleveranciers. De eerdere uitspraak wordt vernietigd en de boetes herroepen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de vaststelling van de bedrijfstoeslag voor 2011 op basis van de GLB-inkomenssteun.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake afwijzing subsidie voor verbetering dierenwelzijn vleeskuikens, omdat appellante niet aan cursusvereisten voldeed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt het bestreden besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken en verplicht hem een nieuw besluit te nemen binnen vier weken, met proceskostenvergoeding van € 974,- en griffierecht van € 310,- aan appellanten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Tele2 ongegrond en bevestigt de tariefplafonds voor ontbundelde toegang tot glasvezelnetwerken zoals vastgesteld door ACM.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af inzake handhaving van de Winkeltijdenwet door de gemeente Gouda, omdat de winkelier niet aan de vrijstellingsvoorwaarden voldeed.

NLE heeft hoger beroep ingesteld tegen een boete van ACM wegens overtredingen van de Telecommunicatiewet. Het College vernietigt de boete voor het niet aanbieden van het recht van verzet, maar bevestigt de boete voor het niet respecteren van het recht van verzet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de maatschap [naam 1] en [naam 2] tegen de staatssecretaris van Economische Zaken ongegrond inzake de bedrijfstoeslag 2009, gebaseerd op luchtfoto's zonder fysieke controle.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een landbouwer ongegrond inzake bedrijfstoeslag en kennelijke fout in aanvraag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. en [naam 2] B.V. gegrond en herroept het besluit van de minister van Economische Zaken tot terugvordering van subsidie.

Het College vernietigt de vaststelling van de bedrijfstoeslag voor 2011, omdat de staatssecretaris onvoldoende motiveerde waarom bepaalde percelen als bermen werden aangemerkt en niet als subsidiabele landbouwgrond.

Het College vernietigt de afwijzing van de bedrijfstoeslag 2011, oordeelt dat de percelen van de appellant niet als bermen zijn aan te merken en dat hij recht heeft op toeslagrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een maatschap ongegrond inzake terugvordering van bedrijfstoeslag voor landbouwgrond die niet subsidiabel was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van de staatssecretaris inzake GLB-inkomenssteun, oordeelt dat de percelen niet als bermen zijn aan te merken en draagt de staatssecretaris op een nieuw besluit te nemen.

Appellant, curator van IB Consultancy B.V., betwist de beëindiging van het penvoerderschap in het subsidieproject CATCH. Het College oordeelt dat de brief van de minister geen besluit is in de zin van de Awb, waardoor het beroep ongegrond wordt verklaard.

Het College verklaart het beroep ongegrond wegens vervallen toeslagrechten door niet aanvragen van uitbetaling. Appellanten waren verantwoordelijk voor het activeren van de rechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Melkveehouderij [naam 1] ongegrond inzake de vaststelling van de bedrijfstoeslag voor 2012 en de subsidiabele oppervlakte van perceel 1.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van de bedrijfstoeslag voor natuurlijk grasland, oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft aangetoond dat het perceel niet als landbouwgrond kan worden aangemerkt en draagt op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt een randvoorwaardenkorting van 3% op GLB-inkomenssteun wegens niet tonen van registers tijdens controle.

Tussenuitspraak over randvoorwaardenkorting GLB-inkomenssteun; appellanten overtreden randvoorwaarden, maar 100% korting niet in stand gehouden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van verweerder om commanditaire vennootschappen als producenten aan te merken in het kader van de superheffingsregeling, en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen.

Hoger beroep over vergunningverlening aan de NPO voor frequentie 94.7 MHz en verdeling van frequenties voor NLCO. Uitspraken van de rechtbank Rotterdam zijn bevestigd.

Liander N.V. verliest beroep tegen ACM over meerlengtevergoeding aan Sapa Profiles B.V.; kabels behoren tot net van Liander, niet tot aansluiting van Sapa.

Het College vernietigt de besluiten van ACM over tarieven voor medegebruik van antenne-opstelpunten, oordeelt dat ACM onvoldoende heeft gemotiveerd en opgedragen nieuwe besluiten te nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van de erkenning van de Vereniging Klassiek Paarden Stamboek als stamboekorganisatie, o.a. vanwege onvoldoende onderbouwing van de erkenningsvoorwaarden.

Hoger beroep van Tele2 tegen ACM over goedkeuring kostentoerekeningssysteem KPN voor co-locatiediensten. College vernietigt eerdere uitspraak, maar laat goedkeuring in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van een veehouder ongegrond, die in beroep ging tegen de herziening en terugvordering van slachtpremie 2009 na controle van runderen op bedrijfslocaties.

Appellante verzet zich tegen de afkeuring van een deel van haar landbouwperceel voor de bedrijfstoeslag 2011. Het College oordeelt dat de Staatssecretaris terecht de subsidiabiliteit van het perceel heeft afgewezen en verklaart het beroep ongegrond.

Het College verklaart het beroep van Hans Geveling Bemmel B.V. gegrond, vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar en veroordeelt verweerders in de proceskosten.

Hoger beroep van BNT tegen vergunningwijziging voor DVB-T frequentieruimte. BNT betwistte de wijziging, die volgens haar een monopoliepositie voor Digitenne creëerde. Het College bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar kende BNT schadevergoeding toe voor termijnoverschrijding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de Staatssecretaris ten onrechte de bedrijfstoeslag voor een perceel op Vliegveld Ameland niet toekende. De besluiten worden vernietigd en de Staatssecretaris moet opnieuw beslissen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellanten tegen opgelegde heffingen wegens overschrijding van melkquota ongegrond.

Beroep van Maatschap [naam 1] en [naam 2] tegen besluiten inzake bedrijfstoeslag GLB-inkomenssteun 2006. Beroep tegen besluiten 1 en 2 niet-ontvankelijk, beroep tegen besluit 3 ongegrond. Proceskostenvergoeding van €247,60 en griffierecht van €302,- toegewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een landbouwer tegen de hoogte van de bedrijfstoeslag voor 2010 ongegrond, maar veroordeelt verweerder tot vergoeding van proceskosten en griffierecht.

Beroep gegrond verklaard; Staatssecretaris moet kosten GPS-rapport van € 1.635,- vergoeden; proceskosten van € 552,- en griffierecht van € 310,- ook vergoed.

Appellant, een landbouwer, verzet zich tegen de vaststelling van zijn bedrijfstoeslag voor 2010. Het College oordeelt dat er geen sprake is van een kennelijke fout in de aanvraag en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de melkveehouder niet voldeed aan dierenwelzijnseisen, wat leidde tot een randvoorwaardenkorting van 15% op zijn rechtstreekse betalingen. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de wijziging van de bedrijfstoeslag 2009 op basis van opzettelijk onjuiste opgave van percelen door appellante.

Het College vernietigt de randvoorwaardenkorting van 3% opgelegd aan een veehouderij wegens het vervoederen van onveilige diervoeders, oordelend dat er geen nalatigheid was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris onterecht de bedrijfstoeslag voor landbouwgrond op vliegveld niet toekende. Appellante krijgt recht op de toeslag voor 2010 en 2011, met uitzondering van niet-subsidiabel gedeelte.

Het College vernietigt de weigering van de bedrijfstoeslag voor Maatschap [A] op basis van perceel op vliegbasis Leeuwarden, maar handhaaft de rechtsgevolgen van het besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de Maatschap [naam 1] en [naam 2] ongegrond, wegens opzettelijk onjuiste opgave van percelen voor bedrijfstoeslag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant gegrond en vernietigt de weigering van de bedrijfstoeslag voor landbouwgrond op vliegveld Texel.

Wrakingsverzoek van verzoeker tegen voorzitter [B] afgewezen; behandeling van beroepen gaat door op 14 november 2013.

Het College verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van de bedrijfstoeslag voor landbouwgrond, omdat perceel 2 niet subsidiabel was door onjuiste opgave van appellanten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaarschrift van appellant over perceelsoppervlakte en GLB-inkomenssteun.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de tijdige indiening van een meldingsformulier voor tijdelijke overdracht van een fabrieksquotum. Appellanten konden niet aantonen dat het formulier vóór de deadline was ingediend.

Hoger beroep van Noordnederlands Effektenkantoor B.V. tegen DNB over heffingen voor toezicht 2005 en 2007. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de Stichting Tegen Verruiming Zondagsopenstelling en 29 anderen niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de WPC-besluiten van ACM inzake co-locatietarieven. Beroepen van telecombedrijven zijn ongegrond, maar ACM moet gebreken in haar besluiten herstellen binnen zes maanden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een vennootschap onder firma tegen de vaststelling van de bedrijfstoeslag voor landbouwgrond ongegrond, omdat de oppervlakte van het perceel met bomen niet subsidiabel is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de boete van € 42.100 aan Big Ben voor overtredingen van de Wet kinderopvang, omdat deze niet op wettelijke voorschriften zijn gebaseerd. De boete wordt verlaagd naar € 7.000 voor het ontbreken van verklaringen omtrent gedrag van medewerkers.

Hoger beroep van burgemeester en wethouders van Den Haag tegen uitspraak rechtbank over bestuurlijke boete aan Kindergarden. Boete vastgesteld op € 1.000, proceskosten vergoed.

Hoger beroep van Kidsstop B.V. tegen boetes wegens overtredingen van de Wet kinderopvang. Het College vernietigt eerdere uitspraak en stelt boete vast op € 12.000,-.

Hoger beroep over frequentievergunningen voor regionale radiozenders; minister verleende vergunningen in strijd met de wet; afwijzing aanvraag RATO terecht.

Appellant verliest beroep tegen besluit staatssecretaris Economische Zaken over GLB-inkomenssteun; beroep tegen eerdere besluit niet-ontvankelijk verklaard, proceskostenvergoeding van € 1.180,- toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Lycamobile ongegrond in geschil over MTA-tarief met KPN, bevestigt ACM's besluit om tarief op host-niveau vast te stellen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellant verantwoordelijk is voor de niet-emissiearme aanwending van mest door een loonwerkersbedrijf, en verklaart het beroep ongegrond.

Vodafone en KPN/Telfort in geschil over MTA-tarief; ACM stelt tarief op € 0,110 per minuut vast voor 1 dec 2006 - 15 aug 2007.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de wijziging van ontheffingen voor zondagavondopenstelling van supermarkten in Nieuwegein, oordeelt dat de wijziging niet gerechtvaardigd was en veroordeelt verweerders tot vergoeding van proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, omdat de onderneming inmiddels is opgeheven.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Supermarkt [naam] B.V. ongegrond, inzake de afwijzing van het verzoek tot aanwijzing van koopzondagen door de gemeente Wijdemeren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over een proceskostenveroordeling na een tussenuitspraak in een zaak over GLB-inkomenssteun. Beroep tegen besluit I niet-ontvankelijk, beroep tegen besluit II ongegrond. Verweerder moet proceskosten vergoeden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [A] gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken en veroordeelt verweerder tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Tussenuitspraak over geschil tussen KPN en Tele2 inzake regionale interconnectie en tarieven. ACM moet redelijke tarieven vaststellen binnen drie maanden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat KPN zich aan de tariefplafonds van het WPC-besluit heeft gehouden en verklaart het beroep van Tele2 e.a. ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap A en B en C ongegrond, wegens volledige toerekening van niet-naleving van randvoorwaarden aan appellante, met een korting van 20% op de rechtstreekse betalingen voor 2009.

Hoger beroep van [A] V.O.F. tegen boete wegens overtreding Meststoffenwet. College oordeelt dat minister terecht boete oplegde. Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Het College vernietigt besluiten van de burgemeester van Sluis inzake exploitatievergunningen voor speelautomatenhallen, oordeelt dat RPZ belanghebbende is en herroept de vergunningen van Casino.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verlengt op 27 mei 2013 de termijn voor herstel van gebreken in het WLR-II besluit tot 9 juli 2013, op verzoek van ACM.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van Tele2 en KPN ongegrond en UPC's beroep niet-ontvankelijk in de zaak over tariefregulering voor gespreksafgifte op netwerken.

Hoger beroep van A Advies B.V. tegen boete van AFM wegens overtreding Wft. College bevestigt uitspraak rechtbank, boete vastgesteld op € 21.600,-.

Hoger beroep van AFM tegen uitspraak rechtbank Rotterdam over bestuurlijke boete aan A BV. College vernietigt uitspraak en verklaart beroep van A BV ongegrond.

Het College vernietigt delen van het besluit van de ACM over de regulering van ontbundelde toegang tot netwerkinfrastructuur, oordeelt dat de ND-5 toets moet worden aangepast en verduidelijkt de aankondigingstermijn voor KPN.

Hoger beroep van Maatschap A en B tegen bestuurlijke boete onder de Meststoffenwet. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de appellante de regels niet correct heeft toegepast.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de correctie-S&O-verklaring en oordeelt dat verweerder een nieuw besluit moet nemen over het gemiddelde S&O-uurloon, dat appellante onterecht op € 35,- heeft vastgesteld.