Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 maart 2024 op de hoger beroepen van:
[naam 1], te [plaats 1]
[naam 2], te [plaats 2]
(gemachtigden: mr. E. Dans en mr. R. Bassie)
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (de minister)
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
€ 5.000,- (de boetebesluiten) wegens overtreding van artikel 3, eerste lid gelezen in samenhang met Bijlage III, sectie II, hoofdstuk IV, punt 5 en punt 8, van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Verordening (EG) nr. 853/2004) en de artikelen 6.2, eerste lid, van de Wet dieren en 2.4, eerste lid, onder d, van de Regeling dierlijke producten. Volgens de minister hebben appellanten niet of onvoldoende zorg gedragen voor het voorkomen van verontreiniging van het vlees en het schoonmaken van de geslachte dieren.
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Beslissing
mr. H. van den Heuvel, in aanwezigheid van mr. W.I.K. Baart, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2024.