Uitspraak
[naam 1], te [plaats 1]
[naam 2], te [plaats 2]
[naam 3], te [plaats 3]
[naam 4], te [plaats 4]
[naam 5], te [plaats 5]
[naam 6], te [plaats 6]
[naam 7], te [plaats 7]
[naam 8], te [plaats 8]
[naam 9]., te [plaats 9] ,
[naam 10], te [plaats 10]
(gemachtigde: mr. E. Dans en mr. R. Bassie)
28 november 2018 (bestreden besluiten), waartegen de beroepen bij de rechtbank waren gericht, heeft de minister de bezwaren van appellanten ongegrond verklaard en de boetebesluiten gehandhaafd.
II. Beoordeling in zaak 21/54 (zaaknummer rechtbank 16/6174)
III. Beoordeling in zaak 21/38
- Appelante sub 1 heeft € 334,- (1 x € 334,-),
- Appellante sub 2 € 666,- (2 x € 333,-),
- Appellante sub 3 € 666,- (2 x € 333,-),
- Appellante sub 4 € 333,- (1 x € 333,-),
- Appellante sub 5 € 333,- (1 x € 333,-),
- Appellante sub 6 € 333,- (1 x € 333,-),
- Appellante sub 7 € 345,- (1 x € 345,-),
- Appellante sub 8 € 999,- (3 x € 333,-),
- Appellante sub 9 € 999,- (3 x € 333,-) en
- Appellante sub 10 € 668,- (2 x € 334,-) aan griffierecht betaald.
- herroept de boetebesluiten;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden besluiten;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van (in totaal)
mr. H. van den Heuvel, in aanwezigheid van mr. W.I.K. Baart, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2024.