Bijlage: Wettelijk kader
Algemene wet bestuursrecht
“Artikel 3:4
1. Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit.
2. De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
“Artikel 5:31d
Onder last onder dwangsom wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:
a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
b. de verplichting tot betaling van een geldsom indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.”
1. Een bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, kan in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.
2. Voor een last onder dwangsom wordt niet gekozen, indien het belang dat het betrokken voorschrift beoogt te beschermen, zich daartegen verzet.
1. De last onder dwangsom omschrijft de te nemen herstelmaatregelen.
2 Bij een last onder dwangsom die strekt tot het ongedaan maken van een overtreding of het voorkomen van verdere overtreding, wordt een termijn gesteld gedurende welke de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd.”
1. Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd, dan wel per overtreding van de last.
2 Het bestuursorgaan stelt tevens een bedrag vast waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd.
3 De bedragen staan in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en tot de beoogde werking van de dwangsom.”
1. Het bezwaar, beroep of hoger beroep tegen de last onder dwangsom heeft mede betrekking op een beschikking die strekt tot invordering van de dwangsom, voor zover de belanghebbende deze beschikking betwist.”
Besluit identificatie en registratie van dieren (Besluit vervallen per 1 november 2021)
Degene die een hond houdt, verhandelt, vervoert, aanvoert, afvoert of overdraagt, is verplicht de hond te identificeren en registreren overeenkomstig dit hoofdstuk en de op dit hoofdstuk berustende bepalingen.
Een hond wordt slechts verhandeld, geschonken of anderszins overgedragen aan een opvolgende houder, nadat de hond is geïdentificeerd en geregistreerd overeenkomstig dit hoofdstuk en de op dit hoofdstuk berustende bepalingen.
“Artikel 7 Nadere verplichtingen houder
[…]
2 Een houder registreert zijn hond binnen acht weken na de geboorte in een databank.
5 De houder meldt in een databank:
b. het overlijden of de blijvende vermissing van de hond.”
“Artikel 8 Overdracht hond
Indien een hond wordt overgedragen, meldt de houder zich af in een databank.
De opvolgende houder registreert de volgende gegevens in een databank:
a. naam, adres en woonplaats;
b. het nummer van de chip, en
c. de datum van overdracht.
[…]”
Regeling identificatie en registratie van dieren (Regeling vervallen per 30-04-2022)
1. De gegevens, bedoeld in artikel 7, derde tot en met vijfde lid, 8, eerste en tweede lid, en 9, tweede en derde lid, van het besluit, worden schriftelijk of digitaal aangeleverd.
2 De houder van een hond doet de melding of registratie, bedoeld in:
artikel 7, vijfde lid, onderdeel a, van het besluit, binnen veertien dagen nadat de wijziging zich heeft voorgedaan;
artikel 7, vijfde lid, onderdeel b, van het besluit, binnen veertien dagen nadat de hond overleden of blijvend vermist is;
artikel 8, eerste lid, van het besluit, binnen veertien dagen, nadat de hond is overgedragen;
artikel 8, tweede lid, van het besluit, binnen veertien dagen nadat de hond is verkregen, of
artikel 9, tweede en derde lid, van het besluit, binnen veertien dagen nadat de hond in Nederland is gebracht.”
1. Degene die ingevolge deze regeling gegevens moet melden, bijhouden of vermelden op daartoe bestemde bescheiden, doet dit volledig, juist en naar waarheid.