ECLI:NL:CBB:2025:103
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Geheimhoudingsbeslissing
- Rechtspraak.nl
Geheimhoudingsbeslissing inzake hoger beroep tegen uitspraak van de rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 februari 2025 een geheimhoudingsbeslissing genomen in het kader van hoger beroep van [naam 1] tegen de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De zaak betreft de weigering van kennisneming van bepaalde vertrouwelijke informatie die door de AFM is ingediend. De rechter-commissaris heeft op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de belangen van de betrokken partijen afgewogen. Enerzijds is er het belang dat partijen over relevante informatie beschikken voor hun procesvoering, anderzijds het belang van vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens. De rechter-commissaris heeft geoordeeld dat de gevraagde beperking van kennisneming gerechtvaardigd is, omdat kennisneming van de vertrouwelijke gegevens door de andere partij onevenredig nadeel kan veroorzaken. De AFM heeft gewichtige redenen aangevoerd voor de geheimhouding, waaronder het belang van het verkrijgen van vertrouwelijke informatie voor de uitoefening van haar taken. De rechter-commissaris heeft [naam 1] verzocht om binnen twee weken schriftelijk aan te geven of zij instemt met de geheimhouding, zodat het College op basis van de vertrouwelijke stukken uitspraak kan doen. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk rondom geheimhouding in bestuursrechtelijke procedures, vooral in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).