Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
beslissing op het verzoek om verschoning van
mr. B. Bastein,
De procedure
De beoordeling
De beslissing
mr. T. Pavićević, in tegenwoordigheid van mr. I.S. Post, griffier, op 27 juni 2024.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 27 juni 2024, is een verzoek om verschoning toegewezen. Het betreft de zaken met de nummers 22/52, 22/678, 22/708, 22/912, 22/914 en 22/918, die op 23 juli 2024 op zitting behandeld zouden worden. De rechter, mr. B. Bastein, heeft op 24 juni 2024 verzocht zich te mogen verschonen van deze zaken. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht, dat rechters de mogelijkheid biedt zich te verschonen indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen.
De reden voor het verschoningsverzoek is de betrokkenheid van de broer van de rechter bij een bedrijf dat subsidies voor warmtepompen heeft aangevraagd. De subsidies waren eerder al toegekend aan dit bedrijf, waarvan de broer van de rechter directeur/aandeelhouder was tot de fusie met twee andere bedrijven. De rechter is van mening dat zijn betrokkenheid bij deze zaak, door de connectie met zijn broer, een schijn van vooringenomenheid kan oproepen. Het College heeft het verzoek om verschoning gegrond verklaard, om elke schijn van partijdigheid te vermijden. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaken door een andere rechter zal worden voortgezet.
De beslissing is genomen door de rechters mr. S.C. Stuldreher, mr. M.M. Smorenburg en mr. T. Pavićević, in aanwezigheid van griffier mr. I.S. Post. De uitspraak benadrukt het belang van onpartijdigheid in de rechtspraak, vooral in zaken die betrekking hebben op subsidies en financiële belangen.