ECLI:NL:CBB:2024:440

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
27 juni 2024
Publicatiedatum
2 juli 2024
Zaaknummer
22/52, 22/678, 22/708, 22/912, 22/914 en 22/918
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verschoningsverzoek in bestuursrechtelijke zaken betreffende subsidies voor warmtepompen

In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 27 juni 2024, is een verzoek om verschoning toegewezen. Het betreft de zaken met de nummers 22/52, 22/678, 22/708, 22/912, 22/914 en 22/918, die op 23 juli 2024 op zitting behandeld zouden worden. De rechter, mr. B. Bastein, heeft op 24 juni 2024 verzocht zich te mogen verschonen van deze zaken. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht, dat rechters de mogelijkheid biedt zich te verschonen indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen.

De reden voor het verschoningsverzoek is de betrokkenheid van de broer van de rechter bij een bedrijf dat subsidies voor warmtepompen heeft aangevraagd. De subsidies waren eerder al toegekend aan dit bedrijf, waarvan de broer van de rechter directeur/aandeelhouder was tot de fusie met twee andere bedrijven. De rechter is van mening dat zijn betrokkenheid bij deze zaak, door de connectie met zijn broer, een schijn van vooringenomenheid kan oproepen. Het College heeft het verzoek om verschoning gegrond verklaard, om elke schijn van partijdigheid te vermijden. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaken door een andere rechter zal worden voortgezet.

De beslissing is genomen door de rechters mr. S.C. Stuldreher, mr. M.M. Smorenburg en mr. T. Pavićević, in aanwezigheid van griffier mr. I.S. Post. De uitspraak benadrukt het belang van onpartijdigheid in de rechtspraak, vooral in zaken die betrekking hebben op subsidies en financiële belangen.

Uitspraak

beslissing

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummers: 22/52, 22/678, 22/708, 22/912, 22/914 en 22/918

beslissing op het verzoek om verschoning van

mr. B. Bastein,

raadsheer bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (rechter).

De procedure

1 Wat betreft de zaken 22/52, 22/678, 22/708, 22/912, 22/914 en 22/918 (hoofdzaken), die op 23 juli 2024 op zitting zullen worden behandeld, heeft de rechter, als lid van de meervoudige kamer belast met de behandeling van deze zaken, op 24 juni 2024 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

De beoordeling

2.1
Op grond van artikel 8:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelt, verzoeken zich te mogen verschonen. In artikel 8:15 van de Awb is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2
In de hoofdzaken gaat het om de afwijzing van aanvragen voor subsidies voor warmtepompen. De rechter heeft het verschoningsverzoek gebaseerd op de omstandigheid dat de subsidies zijn afgewezen, omdat die subsidies al waren toegekend aan een bedrijf dat door haar broer is opgericht en waarvan hij directeur/aandeelhouder was tot de samenvoeging van dat bedrijf met twee andere bedrijven, die in één van de hoofdzaken (22/708) worden genoemd. Hij is nog steeds bij de bedrijven betrokken en is ook tekeningsbevoegd. De bedrijven houden zich onder meer bezig met de productie, verkoop en verhuur van warmtepompen en het aanvragen van subsidies hiervoor. Vanwege de betrokkenheid van de broer van de rechter bij deze bedrijven, heeft de rechter het verschoningsverzoek ingediend.
2.3
Het College acht, gezien deze motivering en om iedere schijn van vooringenomenheid te voorkomen, toewijzing van het verzoek gerechtvaardigd. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaken door een andere rechter moet worden overgenomen.

De beslissing

Het College wijst het verzoek om verschoning toe.
Deze beslissing is genomen door mr. S.C. Stuldreher, mr. M.M. Smorenburg en
mr. T. Pavićević, in tegenwoordigheid van mr. I.S. Post, griffier, op 27 juni 2024.
w.g. S.C. Stuldreher w.g. I.S. Post