mw. mr. M.J. Jacobs

Het College verklaart het beroep van appellant niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, aangezien het dwangsombesluit niet meer van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellant tegen dwangsombesluiten en invorderingsbesluiten niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, maar kent schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het beroep van de BV tegen de afwijzing van de S&O-verklaring is niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang.

Het College oordeelt dat Maatschap [naam 1] de registratie van medische zorg niet correct heeft bijgehouden, waardoor de minister terecht dwangsommen heeft ingevorderd. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegewezen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van RWE ongegrond, bevestigt de correctie van GvO’s door de minister en oordeelt dat de rapportageverplichting niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.

Hoger beroep over meststoffenwet; boete wegens overschrijding gebruiksnorm. Boete gematigd tot € 992,25 vanwege overschrijding redelijke termijn.

Het College oordeelt dat de minister niet correct handelde bij de taxatie van fokreuen, maar de taxatie van fokteven was redelijk. De minister moet een nieuw besluit nemen en wordt veroordeeld tot schadevergoeding.

Het College oordeelt dat de mailberichten van de minister over de invoer van graan met varkenskadaver geen besluiten zijn en verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de correctiebedragen voor SDE-subsidies aan DLB niet in strijd zijn met het evenredigheidsbeginsel. De beroepen worden ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Economische Zaken de subsidie voor [naam 2] terecht heeft verlaagd en voorschotten mocht terugvorderen wegens niet-naleving van verplichtingen. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College bevestigt de intrekking van de derogatievergunning en de boetes voor overschrijding van gebruiksnormen Meststoffenwet, maar kent € 2.000,- schadevergoeding toe voor termijnoverschrijding.

Het College oordeelt dat de stichting de artikelen van het Bhd heeft overtreden, maar herroept de last onder bestuursdwang gedeeltelijk wegens te ruime formulering. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht spoedbestuursdwang heeft toegepast op 79 honden van [naam 1] wegens ernstige overtredingen van de Wet dieren. Het beroep van [naam 1] is niet-ontvankelijk verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond. Subsidie is terecht ingetrokken wegens niet tijdig in gebruik nemen van de productie-installatie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht spoedbestuursdwang heeft toegepast op 55 honden vanwege ernstige overtredingen van de Wet dieren. De kosten van € 59.194,81 zijn terecht op [naam 1] verhaald.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 22 oktober 2024 een eerdere uitspraak van 24 september 2024, waarbij de vergoeding van griffierecht door de minister van Economische Zaken niet was vermeld.

Het College verklaart de beroepen van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat bezwaren niet-ontvankelijk zijn en subsidieaanvragen niet voldoen aan de voorwaarden voor stimulerend effect.

Het College heeft de weigering van de EIA-verklaring voor een investering in een belichtingssysteem door de minister terecht geoordeeld. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College vernietigt de schorsing van de erkenning van een pluimveeslachterij wegens motiveringsgebrek in het herstelbesluit van de minister. Schadevergoeding van € 6.000,- en proceskostenvergoeding worden toegewezen.

Het College oordeelt dat het bezwaar van de curator tegen de S&O-correctieverklaring te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Het beroep is ongegrond, maar de minister wordt veroordeeld in de proceskosten van de curator.

Het College oordeelt dat het bezwaar tegen de S&O-correctieverklaring te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Het beroep is ongegrond, maar de minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst de beroepen van Frisia Zout B.V. af inzake S&O-verklaringen voor zoutwinning; kosten niet uitsluitend toerekenbaar aan S&O.

De beroepen van de stichting tegen bestuursdwang zijn niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang en niet-tijdige betaling van griffierecht.

De beroepen van [naam 1] en [naam 2] tegen de besluiten van de minister zijn niet-ontvankelijk verklaard. De minister moet griffierecht en proceskosten vergoeden, maar geen integrale proceskostenvergoeding.

Tussenuitspraak over onzorgvuldige voorbereiding van subsidieaanvraag voor welzijnsvriendelijke stalvloeren. Minister moet binnen acht weken het besluit herstellen.

De subsidieaanvraag van de ondernemer voor het project ‘Silphie als katalysator voor duurzame landbouw’ is afgewezen wegens onvoldoende kosteneffectiviteit. Het College verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over twee beroepen inzake afwijzing ontheffingen Winkeltijdenwet. Beroep I gegrond, beroep II ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een warmtepomp door de minister, omdat de omgevingsvergunning na 30 juni 2018 was aangevraagd.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft terecht subsidie teruggevorderd wegens niet-naleving van de instandhoudingsverplichting.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond. De minister heeft de subsidieaanvraag voor energiebesparende maatregelen in een voormalige stal terecht afgewezen, omdat deze stal niet als woning kan worden aangemerkt.

De voorzieningenrechter schorst de sluiting van de woning van verzoeker tot zes weken na de beslissing op bezwaar, omdat de burgemeester onvoldoende rekening heeft gehouden met de persoonlijke belangen van verzoeker.

Rechtbank Midden-Nederland verklaart het beroep van Stichting [stichting] ongegrond; afwijzing subsidieaanvraag voor online jongerenwerk door gemeente De Ronde Venen is terecht.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; sluiting van schuur op basis van Opiumwet.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, aangezien de sluiting van de schuur inmiddels is geëindigd.

Rechtbank Midden-Nederland verklaart het beroep van eiseres gegrond en vernietigt de afwijzing van de proceskostenvergoeding in bezwaar. Het college moet € 1.248,- aan proceskosten vergoeden en € 1.750,- in beroep.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de oplegging van een EMG na een snelheidsovertreding van 62 km/u boven de maximumsnelheid.

Het College bevestigt de correctie van de S&O-verklaring van [naam 1] B.V. en de boete van € 800,- wegens administratieplicht. Immateriële schadevergoeding van € 1.500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boetes aan een slachterij wegens overtredingen van de Wet dieren en Verordening 142/2011 bevestigd en vastgesteld op € 2.000,- per overtreding.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond, omdat de minister bevoegd was de subsidie in te trekken op basis van onjuiste gegevens verstrekt in de aanvraag.

Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de intrekking van de subsidie voor een productie-installatie omdat deze niet op de aangevraagde locatie is gerealiseerd.

Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de herroeping van het ontheffingsbesluit voor de wijziging van de tenaamstelling van de SDE-subsidie, omdat het verzoek niet door een tekenbevoegd persoon was ondertekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het verzet van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat geen verschoonbare omstandigheden zijn aangevoerd voor de termijnoverschrijding bij het instellen van het beroep.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag van Zonvarken wegens onvoldoende zorgvuldigheid en motivering door de minister.

Tussenuitspraak over schadevergoeding voor ondernemer door paprikasnuitkever; minister moet toezeggingen honoreren en gebreken in besluit herstellen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de eigenaar-bewoner ongegrond, omdat de subsidieaanvraag voor isolatiemaatregelen niet voldeed aan de minimale Rd-waarde van 3,5 m²K/W.

Hoger beroep van Slachterij [naam 1] B.V. tegen een boete wegens overtreding van hygiënevoorschriften. College vernietigt de boete en kent schadevergoeding toe.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 12 maart 2024 de boete van € 2.500,- voor Pluimveeslachterij [naam 1] B.V. gematigd tot € 1.875,- wegens overschrijding van de redelijke termijn. De slachterij overtrad hygiënevoorschriften door pluimveevlees boven 4 °C in een koelwagen te vervoeren.

Hoger beroep over bestuurlijke boete voor overtreding hygiënevoorschriften bij vervoer pluimveevlees. Boete verlaagd naar € 2.000,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van Stichting Animal Rights gegrond en vernietigt de afwijzing van het handhavingsverzoek door de minister, die niet zorgvuldig had gehandeld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boete van € 5.000,- aan slachterij [naam 1] B.V. bevestigd, maar verlaagd naar € 4.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn. De slachterij verontreinigde levensmiddelen door vervuild water op goedgekeurde karkassen te laten druppelen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de boete van € 5.000,- voor [naam 1] B.V. gematigd naar € 4.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn, maar bevestigde de overtreding van de Wet dieren.

Tussenuitspraak over de schorsing van de erkenning van een pluimveeslachterij door de minister, waarbij het College oordeelt dat de minister onvoldoende gemotiveerd heeft waarom de schorsing terecht was.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 12 december 2023 uitspraak gedaan in een zaak over een dwangsombesluit en bestuursdwangbesluit tegen [naam 1] wegens overtredingen van de Wet Dieren. De minister werd veroordeeld in de proceskosten van [naam 1].

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een dwangsombesluit heeft genomen tegen [naam 1] wegens overtredingen van de Wet dieren, maar vernietigt het bestuursdwangbesluit vanwege strijd met de wet. De minister wordt veroordeeld in de proceskosten van [naam 1].

Hoger beroep van de Stichting tegen afwijzing handhaving wegens misleidende etikettering van zuivelproducten. College bevestigt dat er geen misleiding is en kent schadevergoeding toe voor termijnoverschrijding.

Het College bevestigt de boete van € 525,00 voor misleidende voedselinformatie op opvolgmelk, maar vernietigt de boete voor de gezondheidsclaim 'groeimelk'.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister geen openstellingsverplichting aan de subsidie voor Kroondomein Het Loo heeft hoeven verbinden. Het beroep van de Faunabescherming is ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van de ondernemer niet-ontvankelijk, omdat de subsidie inmiddels is toegekend en er geen procesbelang meer is.

De ondernemer verliest zijn beroep tegen de afwijzing van TVL-subsidies voor Q4 2021 en Q1 2022, omdat hij niet voldoet aan de omzetverliescriteria en niet als startende ondernemer kan worden aangemerkt.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de minister de marges tijdig openbaar heeft gemaakt. Hoger beroep ongegrond.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank die de bestuurlijke boete van de minister matigde wegens onvoldoende bewijs van champost aanvoer. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de afwijzing van de subsidieaanvraag door de minister van Economische Zaken en Klimaat bevestigd, omdat het verzoek om de aanvraag te beschouwen als ingediend door een dochteronderneming te laat was.

Het College van Beroep verklaart het verzet van [naam] B.V. ongegrond inzake de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de subsidie COVID-19.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het verzet van een ondernemer tegen de beslissing op bezwaar inzake subsidie COVID-19 ongegrond. De eerdere uitspraak blijft staan.

Het College van Beroep verklaart het verzet van een onderneming ongegrond, waardoor het eerder niet-ontvankelijk verklaarde beroep inzake subsidie COVID-19 niet inhoudelijk wordt behandeld.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidieaanvraag voor COVID-19 terecht heeft afgewezen wegens te late indiening.

Het College heeft de aanvraag van een ondernemer voor TVL-subsidie afgewezen omdat deze te laat was ingediend. De ondernemer was verantwoordelijk voor het tijdig indienen van de aanvraag. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de afwijzing van een subsidieaanvraag voor TVL voor Q1 2021 bevestigd, omdat de aanvraag te laat was ingediend.

Het College heeft de TVL-subsidieaanvraag van een ondernemer afgewezen wegens te late indiening. De omstandigheden waren niet verschoonbaar, aangezien deze voor alle ondernemers golden. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College heeft de aanvraag van [naam 1] B.V. voor TVL-subsidie afgewezen wegens te late indiening. De termijnoverschrijding was niet verschoonbaar, ondanks persoonlijke omstandigheden van de vennoot.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond, omdat het omzetverlies van 25,36% niet voldoet aan het vereiste van ten minste 30% voor subsidie op basis van de TVL-regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond, omdat de TVL-aanvraag te laat is ingediend. De ondernemer is verantwoordelijk voor tijdige indiening en kennisname van voorwaarden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de referentieperiode voor TVL-subsidie correct heeft vastgesteld op Q1 2019, ondanks de bezwaren van de ondernemer met twee restaurants.

Het College oordeelt dat de minister de TVL-subsidie voor Q4 2020 terecht heeft vastgesteld, maar de afwijzing voor Q1 2021 onterecht was. De referentieperiode moet worden aangepast naar Q1 2020.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [de vennootschap] B.V. ongegrond verklaard, omdat niet voldaan was aan het vestigingsvereiste voor de TVL-subsidie.

De vennootschap [naam 1] V.O.F. kreeg een TVL-subsidie toegekend na intrekking van het beroep. De minister werd veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 1674,-, maar verzoek om deskundigenkosten werd afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de subsidieaanvraag voor TVL buiten de aanvraagperiode is ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de aanvraag voor TVL-subsidie voor Q2 2021 te laat is ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor TVL Q2 2021, ingediend buiten de aanvraagperiode.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat het bezwaarschrift buiten de termijn is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de intrekking van een subsidie aan een vennootschap op grond van de SVL bevestigd, omdat de inschrijfdatum niet voldeed aan de eisen.

De aanvraag van een stichting voor TVL-subsidie is afgewezen omdat zij niet voldoet aan het vestigingsvereiste. Het College verklaart het beroep ongegrond.

De aanvraag voor SVL-subsidie door een onderneming werd afgewezen omdat de inschrijfdatum niet voldeed aan de voorwaarden. Het College oordeelde dat de minister terecht afwees en het beroep ongegrond verklaarde.

De aanvraag voor SVL-subsidie door een startende MKB-onderneming is afgewezen omdat de inschrijfdatum in het handelsregister niet binnen de vereiste periode viel. Het College oordeelt dat de minister terecht heeft afgewezen en dat er geen hardheidsclausule is.

Het College oordeelt dat de aantekening op de retourenvelop niet als bezwaarschrift kan worden aangemerkt. Het bezwaar tegen de last onder dwangsom is terecht niet-ontvankelijk verklaard, maar de invordering van de dwangsom is onterecht omdat niet is aangetoond dat de maatregel niet is nageleefd.

Het College vernietigt de intrekking van de subsidie op basis van de SVL, oordeelt dat appellant als startende ondernemer onder de doelgroep viel en herroept het primaire besluit.

Het College vernietigt de intrekking van de subsidie op basis van de SVL, oordelend dat de appellant niet kon weten dat zijn aanvraag ten onrechte was goedgekeurd.

College vernietigt intrekking subsidie SVL; appellant kon niet weten dat vaststellingsbesluit onjuist was.

Het College vernietigt de intrekking van de subsidie aan [naam 2] op grond van de SVL, omdat [naam 1] niet kon weten dat het vaststellingsbesluit kennelijk onjuist was. De minister was niet bevoegd om de subsidie in te trekken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een boete heeft opgelegd aan V.O.F. [naam 1] wegens vangletsel bij kuikens, maar vermindert de boete vanwege overschrijding van de redelijke termijn tot € 1.350,-.

Het College herroept de intrekking van de subsidie voor [naam 2] en kent deze alsnog toe, omdat de minister ten onrechte de subsidie introk op basis van een technische fout in het aanvraagproces.

Appellant verliest beroep tegen vaststelling TVL-subsidie op nihil voor Q4 2020; niet voldaan aan drempel vaste lasten van € 3.000,-.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond inzake de afwijzing van de subsidieaanvraag COVID-19 door de minister.