In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 april 2025, zaaknummer 23/1833, is het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond verklaard. De Kamer van Koophandel (KvK) had de inschrijving van de opgaven tot uitschrijving van [naam 2] B.V. als bestuurder van [naam 3] B.V. en de wijziging van de bevoegdheid van [naam 1] B.V. in alleen/zelfstandig bevoegd geweigerd. De KvK concludeerde dat er gerede twijfel bestond over de juistheid van de opgaven, omdat niet kon worden vastgesteld of de algemene vergadering van aandeelhouders (ava) rechtsgeldig was bijeengeroepen en of er een rechtsgeldig aandeelhoudersbesluit tot ontslag van [naam 2] B.V. was genomen.
De zaak begon met een besluit van de KvK op 16 mei 2023, waarin de opgave van uitschrijving van [naam 2] B.V. als bestuurder werd ingeschreven. Dit werd gevolgd door een besluit op 22 mei 2023, waarin de wijziging van de bevoegdheid van [naam 1] B.V. werd ingeschreven. [naam 2] B.V. maakte bezwaar tegen deze besluiten, wat leidde tot een bestreden besluit op 18 augustus 2023, waarin de KvK de opgaven alsnog weigerde. [naam 1] B.V. ging hiertegen in beroep.
Tijdens de zitting op 27 februari 2025 werd duidelijk dat de KvK twijfels had over de rechtsgeldigheid van de avas, omdat de oproepingsbrief niet voldeed aan de eisen uit de statuten van [naam 3] B.V. Het College oordeelde dat de KvK voldoende onderzoek had gedaan en op goede gronden tot de conclusie was gekomen dat er gerede twijfel bestond. De KvK hoefde daarom de inschrijving van de opgaven niet te accepteren. Het College volgde de argumenten van [naam 1] B.V. niet en verklaarde het beroep ongegrond.