Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 september 2024 in de zaken tussen
[naam 2] B.V.( [naam 2] )
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Op 10 september 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaken 21/702, 21/703 en 21/704, waarin de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur betrokken was. De zaken betroffen tegemoetkomingen in schade voor nertsenfokkerijen die geruimd moesten worden vanwege een besmetting met SARS-CoV-2. De minister had eerder besluiten genomen waarin de tegemoetkomingen in schade waren vastgesteld, maar deze werden door de betrokken partijen, [naam 1] B.V. en [naam 2] B.V., bestreden. De minister heeft op 7 december 2023 herzieningsbesluiten genomen, waarin hij de tegemoetkomingen alsnog op 100% van de getaxeerde waarde heeft vastgesteld. Hierdoor was er geen belang meer bij de beroepen van de partijen, die hun beroepen handhaafden met het verzoek om een integrale proceskostenvergoeding. Het College heeft geoordeeld dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn, omdat de minister met de herzieningsbesluiten volledig tegemoet is gekomen aan de beroepen. Wel heeft het College bepaald dat de minister het griffierecht en de proceskosten moet vergoeden, maar een integrale proceskostenvergoeding is niet toegewezen. De proceskosten zijn vastgesteld op € 1.750,- voor [naam 1] en € 875,- voor [naam 2].