Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 januari 2025 in de zaak tussen
Maatschap [naam 1] , te [plaats] ( [naam 1] )
de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) (Staat).
Procesverloop
[naam 3] , en de gemachtigde van de minister.
Overwegingen
Onderzoek verlenen diergeneeskundige zorg en vermelden in logboek
Onderzoek verlenen diergeneeskundige zorg en vermelden in logboek
Last onder dwangsom 202002461
Bij controle van het medisch register bleek dat er een voorgeschreven behandeling stond genoteerd, maar de uitvoering hiervan niet. Ik las achter een rundnummer 0638 bij 17-11: 7 keer Depocilline. Of deze behandeling daadwerkelijk werd uitgevoerd en op welke data, de hoeveelheid toegediend van het middel en de wachttermijnen waren niet aangegeven.
Dit medisch register is onvolledig en niet begrijpelijk: het is onvoldoende duidelijk en voldoet daarmee niet.
2 februari 2021 kan dus niet zijn geconstateerd dat zij onvoldoende maatregelen had getroffen om de vermeende overtreding op te heffen.
2 februari 2021 is vastgesteld dat [naam 1] maatregel 2 uit het dwangsombesluit niet heeft nageleefd.
[…] Ook vanuit het belang van dierenwelzijn kunnen administratieve verplichtingen worden gesteld. Zo schrijft richtlijn nr. 98/58/EG […] voor dat de eigenaar of houder van dieren een register bijhoudt van de verstrekte medische zorg […]
25 november 2020 en 2 februari 2021 geconstateerd dat (voorgeschreven) (herhaal)behandelingen niet in het medisch register waren bijgehouden en dat de bijgehouden verstrekte zorg op in ieder geval één punt niet juist was. Zo waren er behandelingen geregistreerd die waren verricht ten behoeve van een kalf dat op de in het register vermelde behandeldata nog niet was geboren.
9 december 2020) tot invordering zou overgaan. Ten eerste heeft de minister haar met de brief van 27 november 2020 uitstel verleend tot 9 december 2020 om de beweerdelijke overtreding op te heffen. Ten tweede heeft [naam 1] van haar dierenarts [naam 4] begrepen dat de zaak als zodanig geregeld was nadat zij tijdens de controle van 2 februari 2021 overleg had gehad met de verbalisanten en de dierenarts van de NVWA. Het heeft [naam 1] dan ook verbaasd dat zij een invorderingsbesluit heeft ontvangen.
9 december 2020) geen gebruik zou maken van zijn bevoegdheid tot invordering van dwangsommen wegens het niet naleven van maatregel 2 uit het dwangsombesluit. Daartoe overweegt het College als volgt.
2 februari 2021, maar uit het rapport van bevindingen blijkt niet dat de inspecteurs en de dierenarts van de NVWA haar (namens de minister) na overleg hebben meegedeeld dat de zaak was opgelost en geregeld en dat niet tot invordering wegens het niet naleven van maatregel 2 van het dwangsombesluit zou worden overgegaan. [naam 1] heeft ook geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat de inspecteurs en de dierenarts van de NVWA een dergelijke uitlating (namens de minister) tegenover haar (dierenarts) hebben gedaan.
1 februari 2014. In dat geval geldt als uitgangspunt dat de bezwaar- en beroepsfase tezamen niet langer mogen duren dan twee jaar. Daarbij mag de behandeling van het bezwaar ten hoogste een half jaar en de behandeling van het beroep ten hoogste anderhalf jaar duren. Dit behoudens factoren die onder omstandigheden aanleiding kunnen geven overschrijding van deze behandelingsduren gerechtvaardigd te achten. Uitgangspunt voor vergoeding van immateriële schade is een tarief van € 500,- per half jaar dat de redelijke termijn is overschreden, waarbij het totaal van de overschrijding naar boven wordt afgerond.