ECLI:NL:CBB:2024:669
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van de EIA-verklaring voor een investering in een belichtingssysteem voor tuinbouwgewassen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan in het geschil tussen [naam 1] B.V. en de minister van Klimaat en Groene Groei over de weigering van een verklaring voor de energie-investeringsaftrek (EIA) voor een investering in een belichtingssysteem. De minister had op 9 maart 2022 een weigeringsbesluit genomen, omdat de investering niet tijdig was aangemeld. De aanmelding vond plaats op 30 december 2021, terwijl de overeenkomst voor de aanschaf van het belichtingssysteem al op 29 april 2021 was gesloten. De minister stelde dat de gemaakte kosten als aanschaffingskosten moesten worden aangemerkt, waarvoor een aanmelding binnen drie maanden na het aangaan van de verplichtingen vereist is.
[naam 2] B.V. betwistte deze kwalificatie en voerde aan dat de kosten als voortbrengingskosten moesten worden beschouwd, omdat zij significante werkzaamheden had verricht bij de installatie van het systeem. Het College oordeelde echter dat de minister terecht de kosten als aanschaffingskosten had aangemerkt, aangezien de led-lampen als een afzonderlijk bedrijfsmiddel werden beschouwd. Het College concludeerde dat de aanmelding te laat was en dat er geen strijd was met het evenredigheidsbeginsel, ondanks de omstandigheden van de energiecrisis.
De uitspraak bevestigt dat de minister gebonden is aan de voorwaarden voor de EIA-verklaring en dat de weigering om deze af te geven terecht was. Het beroep van [naam 2] B.V. werd ongegrond verklaard, en de minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden.