Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 december 2024 in de zaak tussen
[naam 2] V.O.F.( [naam 2] )
de minister van Economische Zaken
Procesverloop
Overwegingen
31 maart 2019.
28 november 2019 vernietigd en het besluit van 21 mei 2019 herroepen. Het College heeft de minister opgedragen om onder het stellen van een nieuwe termijn [naam 2] aan te manen alsnog een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in te dienen.
17 augustus 2017 zijn verleend en zoals door [naam 2] ook zijn begroot. Voor zover de gerealiseerde kosten lager waren dan de verleende subsidiabele kosten, is de minister terecht uitgegaan van die gerealiseerde kosten. Niet valt in te zien waarom de minister in die situatie toch van de begrote kosten had moeten uitgaan, nu de subsidie ziet op de daadwerkelijk gemaakte kosten. [naam 2] heeft niet duidelijk gemaakt op grond waarvan de minister gehouden zou zijn van andere dan die verleende subsidiabele en gerealiseerde kosten uit te gaan en tussen bepaalde subsidieposten had moeten schuiven.
[naam 2] heeft aangevoerd ziet het College geen aanknopingspunt voor de conclusie dat de minister deze korting niet mocht toepassen (vergelijk de uitspraak van het College van 11 september 2018, ECLI:NL:CBB:2018:489).
Beslissing
3 december 2024.