Beoordeling door de rechtbank
2. De rechtbank is van oordeel dat het college de aanvraag van de stichting voor een structurele subsidie kon afwijzen en dat het beroep ongegrond is. Hieronder zal de rechtbank verder toelichten hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Waar gaat deze zaak over?
3. De stichting is een organisatie die als doel heeft het voorbereiden van jongeren voor een actieve en positieve deelname aan het maatschappelijk verkeer. Dit wil zij bereiken door onder meer het organiseren van activiteiten voor jongeren en het bieden van ondersteuning. Op de zitting heeft de stichting toegevoegd dat de activiteiten in eerste instantie gameactiviteiten raken, maar ook bijvoorbeeld kookworkshops en cursussen waarbij de instructie online is, maar de uitvoering fysiek. De stichting heeft in 2020 een subsidie gekregen van het college voor het aanbieden van online jongerenwerk in [A] in de kerstvakantie. In 2021 heeft de stichting geld gekregen op basis van inkoop voor activiteiten in de zomervakantie. Voor de kerstvakantie in 2022 heeft de stichting ook geld gekregen op basis van inkoop voor online activiteiten. Al de activiteiten in 2020, 2021 en 2022 zijn door de gemeente De Ronde Venen positief geëvalueerd. De stichting heeft vervolgens een plan gemaakt voor structureel jongerenwerk in 2023. Hierover heeft de stichting een plan opgesteld en ingediend bij de gemeente.
4. De stichting heeft vervolgens op 28 september 2022 een aanvraag ingediend voor structureel jongerenwerk in de gemeente De Ronde Venen voor het jaar 2023. De stichting wilde de volgende activiteiten verrichten: het voorbereiden van jongeren voor een actieve en positieve deelname aan het maatschappelijk verkeer door het digitaal engageren, empoweren en trainen van jongeren. Daarbij heeft de stichting aangegeven dat voor de activiteiten een subsidie van € 48.630,- nodig is.
5. Het college heeft de aanvraag afgewezen op grond van artikel 10, derde lid, onder a. en i., van de Algemene Subsidieverordening De Ronde Venen 2017 (Subsidieverordening). Volgens het college zijn de activiteiten niet volledig gericht op de gemeente of haar ingezetenen. Ook wordt er voor jongerenwerk al subsidie verstrekt aan andere partijen.
6. De commissie bezwaarschriften van de Gemeente Ronde Venen heeft geadviseerd om het bezwaar ongegrond te verklaren. Het gebrek aan motivering in het besluit kon worden hersteld in de beslissing op bezwaar. Ook diende de grondslag van het besluit in bezwaar te worden aangevuld.
7. In de beslissing op bezwaar heeft het college de afwijzing verder gemotiveerd door aan te geven dat de eerder door de stichting uitgevoerde activiteiten pasten bij de toen geldende overheidsmaatregelen in de corona-periode. Door de online-activiteiten wist de stichting de jongeren te bereiken. De corona-periode is nu voorbij. Het college kan nu weer uitvoering geven aan de doelstellingen zoals weergegeven in het Jeugdbeleidsplan 2020-2026, dat zich richt op meer buitenspelen en minder beeldschermgebruik. De grondslag van het besluit heeft het college aangevuld met de Subsidieregeling 2017 en het Jeugdbeleidsplan 2020-2026.
Wat vindt de stichting in beroep?
8. De stichting vindt dat de subsidieaanvraag op een onbehoorlijke manier door het college is behandeld. De stichting is op 6 april 2022 in een gesprek uitgenodigd om een plan te maken voor structureel jongerenwerk. Dat heeft de stichting gedaan, maar vervolgens heeft de stichting pas in oktober 2022 een reactie gekregen. In september 2022 is er een formele aanvraag ingediend, waar pas op 20 december 2022 een afwijzende beslissing op is gekomen. Ook heeft het college de hoorplicht tijdens de bezwaarprocedure geschonden. Er is alleen één datum, tijdstip en locatie voorgesteld. De stichting heeft aangegeven dat ze digitaal konden aansluiten, maar dat voorstel was genegeerd.
Verder is de stichting van mening dat de aanvraag op onjuiste gronden is afgewezen. De activiteiten uit het activiteitenplan zijn wel gericht op de jongeren in de gemeente De Ronde Venen. De eerdere activiteiten uit 2020, 2021 en 2022 hebben de jongeren van De Ronde Venen effectief bereikt. Daarnaast passen de voorgestelde activiteiten uit het activiteitenplan wel in het beleid van de gemeente. Sinds corona is de online omgeving voor veel jongeren dé leefomgeving, daarom voorziet de stichting in een behoefte die bij veel jongeren speelt.
Hoewel er geen bedrag was begroot voor het jongerenwerk, had het college andere middelen kunnen vrijmaken voor de dekking van de begroting voor online jongerenwerk, net zoals bij andere gemeenten.
9. In artikel 10, derde lid, van de Subsidieverordening staat:
“3. Onverminderd de vorige leden kan het college de subsidie in ieder geval weigeren:
a. als de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;
(…)
i. als de activiteiten van de aanvrager onvoldoende gericht zijn op het beleid van de gemeente;
(…).”
Wat is het oordeel van de rechtbank?
10. Voorop staat dat de beoordeling van een subsidieaanvraag een discretionaire bevoegdheid is van het college. Dat betekent dat het college ruimte heeft om een eigen beoordeling te maken en dat de rechtbank het bestreden besluit met een zekere terughoudendheid moet toetsen. De rechtbank kijkt daarom vooral of de procedure zorgvuldig en inzichtelijk is verlopen en of het besluit deugdelijk gemotiveerd is.
11. De rechtbank begrijpt uit hetgeen de stichting heeft aangevoerd in haar gronden en op zitting heeft toegelicht, dat het voor de stichting het belangrijkste is dat zij haar aanvraag niet heeft kunnen toelichten bij het college en dat heroverweging tot een ander besluit zou kunnen leiden. De gronden zien voornamelijk op het proces voorafgaand aan de aanvraag en het contact met het college na indiening van het bezwaarschrift. Hierover oordeelt de rechtbank als volgt.
12. Uit het dossier blijkt dat de stichting per e-mailbericht van 9 april 2022 een activiteitenplan heeft gestuurd naar mevrouw [medewerker gemeente] , medewerker bij de gemeente De Ronde Venen. Daarop is in eerste instantie geen reactie gekomen. Daarom heeft de heer [voorzitter] , voorzitter van de stichting, op 26 juni 2022, een herinneringsmail gestuurd. Op 28 juni 2022 heeft mevrouw [medewerker gemeente] gereageerd op het e-mailbericht. Zij heeft aangegeven dat zij nu geen ruimte ziet in het budget. Vervolgens heeft de heer [voorzitter] in het e-mailbericht van 30 juni 2022 aangegeven: ‘(…) helaas, het is niet anders.’ De stelling van de stichting dat pas in oktober is gereageerd op het activiteitenplan is daarom onjuist. Hoewel het verloop van deze communicatie voorafgaand aan de aanvraag niet als voortvarend kan worden aangemerkt, zoals het college ook heeft erkend op de zitting, betekent dit niet dat de (later ingediende) aanvraag op een onbehoorlijke manier is behandeld.
13. De stichting heeft op 28 september 2022 de aanvraag ingediend voor de structurele subsidie. Het college heeft vervolgens op 20 december 2022 beslist op de aanvraag. Dit valt binnen de termijn van dertien weken waarbinnen de aanvraag volgens de Subsidieverordening moet worden behandeld.Het college heeft dus niet te lang gedaan over het behandelen van de subsidieaanvraag.
14. Verder voert de stichting aan dat de hoorplicht in bezwaar is geschonden omdat er maar één datum en tijdstip is voorgesteld voor het houden van een hoorzitting en het voorstel van de gemachtigde van de stichting om digitaal deel te nemen aan de hoorzitting is afgewezen. De rechtbank ziet in het dossier dat pas laat is gereageerd op het verzoek van de gemachtigde van de zitting om de hoorzitting digitaal bij te wonen. De gemachtigde van de zitting heeft immers gelijk op 23 februari 2023, in reactie op de uitnodiging van de hoorzitting van 22 februari 2023, aan de bezwaarschriftencommissie laten weten dat hij op 5 april kan, maar dat hij verzoekt hij om via videobellen te worden gehoord. De bezwaarschriftencommissie heeft daar pas op 21 maart 2023 gereageerd en het verzoek afgewezen. Daarmee heeft het college de hoorplicht echter niet geschonden. De stichting is uitgenodigd om de hoorzitting bij te wonen. De gemachtigde van de stichting heeft daarna zelf de beslissing genomen om niet naar de hoorzitting te gaan en om geen vervanging te sturen. Het college hoeft de stichting dus niet alsnog te horen over de aanvraag en het activiteitenplan van de stichting.
Beoordeling van de aanvraag
15. Daarnaast heeft de stichting aangevoerd dat zij het niet eens is met de afwijzing van de aanvraag. Daarover is de rechtbank is van oordeel dat het college de aanvraag van de stichting heeft kunnen afwijzen. Zoals vermeld bij overweging 10. heeft het college ruimte om haar eigen beoordeling te maken bij een subsidieaanvraag. Het college kan zelf kiezen om een subsidie toe of af te wijzen, mits dat voldoende wordt gemotiveerd. Het college heeft de aanvraag beoordeeld aan de hand van de Subsidieverordening, de Subsidieregeling 2017 en het Jeugdbeleidsplan 2020-2016.
16. Het college heeft de aanvraag op grond van artikel 10, onder a. en i., van de Subsidieverordening afgewezen. Volgens het college zijn de beoogde activiteiten niet volledig gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen. Ook wordt er volgens het college voor jongerenwerk al subsidie verstrekt aan andere partijen. Daarnaast passen de activiteiten die de stichting wil gaan doen niet binnen de doelstellingen uit het Jeugdbeleidsplan 2020-2026, zo stelt het college. Tijdens de corona-periode waren de online activiteiten wenselijk, maar nu wil het college (weer) meer inzetten op minder beeldschermgebruik. Ter zitting heeft het college verder toegelicht dat zij het belangrijk vindt dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend fysiek plaatsvinden in de gemeente De Ronde Venen. De activiteiten die de stichting wil verrichten vinden online plaats en niet fysiek in de gemeente De Ronde Venen. Omdat de jongeren zelf kunnen kiezen tussen de aangeboden activiteiten, bestaat de kans dat de subsidie in hoofdzaak gaat naar game-activiteiten en dat vindt het college ook ongewenst. De rechtbank vindt het voorgaande voldoende motivering voor de afwijzing van de subsidieaanvraag. Dat de stichting het niet eens is met het college en dat de stichting vindt dat de activiteiten wel zijn gericht op de jongeren in de gemeente de Ronde Venen, dat de activiteiten wel passen binnen de doelstellingen van het Jeugdbeleidsplan 2020-2026 en dat het college andere middelen vrij had kunnen maken voor deze subsidieaanvraag, maakt niet dat het college de aanvraag had moeten toewijzen. Het college heeft immers beoordelingsruimte bij de waardering van de aanvraag, gelet op het bepaalde in artikel 10 van de Subsidieverordening.
17. De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is. Het college heeft de subsidieaanvraag van de stichting kunnen afwijzen.
18. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.