In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 18 februari 2025, zijn de beroepen van Stichting Wakker Dier tegen de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur ongegrond verklaard. De zaak betreft de handhaving van de norm dat kuikens binnen 36 uur na uitkomst uit het ei toegang moeten hebben tot water en voer. Wakker Dier had eerder handhaving verzocht, omdat de broederijen deze norm niet naleefden. De minister had daarop lasten onder dwangsom opgelegd, maar de handhaving bleek in de praktijk lastig te zijn. Het College oordeelde dat de minister de norm van 36 uur niet kon aanpassen, maar dat hij wel een marge moest hanteren bij de handhaving, gezien de praktische complicaties die zich voordoen bij het vaststellen van het exacte moment van uitkomst van de kuikens. De minister heeft de lasten onder dwangsom aangepast en de hoogte van de dwangsommen vastgesteld op € 75.000,-. Het College concludeerde dat de minister de lasten op een zorgvuldige manier had aangepast en dat de hoogte van de dwangsommen redelijk was. De proceskosten van Wakker Dier werden door de minister vergoed.