ECLI:NL:CBB:2025:39

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
22 januari 2025
Publicatiedatum
24 januari 2025
Zaaknummer
23/1651
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing S&O-verklaring niet-ontvankelijk verklaard

Op 20 december 2021 heeft de BV een aanvraag ingediend voor een S&O-verklaring op basis van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen. De minister van Economische Zaken heeft deze aanvraag op 11 februari 2022 buiten behandeling gesteld. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 2 juni 2022, heeft de BV een verzoek tot herziening ingediend, dat door de minister op 10 maart 2023 werd afgewezen. De BV heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het besluit van 7 juli 2023, waarbij het bezwaar opnieuw ongegrond werd verklaard. De zitting vond plaats op 22 januari 2025, waar de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.

In de uitspraak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven geoordeeld dat het beroep van de BV niet-ontvankelijk is. De BV heeft geen procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep, aangezien de aanvraag van 20 december 2021 niet opnieuw in behandeling kan worden genomen. Bovendien is er op 1 december 2022 al een afwijzing gedaan op een nieuwe aanvraag van de BV voor een S&O-verklaring voor hetzelfde project, welke afwijzing in rechte vaststaat. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer en openbaar uitgesproken op 22 januari 2025.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/1651

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de meervoudige kamer van

[BV] te [plaats] (BV)

(gemachtigde: [naam] )
en

de minister van Economische Zaken

(gemachtigde: mr. M. Zweers)

Procesverloop

De BV heeft op 20 december 2021 een S&O-verklaring aangevraagd als bedoeld in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (aanvraag). De minister heeft de aanvraag met een besluit van 11 februari 2022 buiten behandeling gesteld en bij besluit op bezwaar van 2 juni 2022 het bezwaar daartegen ongegrond verklaard.
De BV heeft een verzoek om herziening van het besluit van 2 juni 2022 gedaan. De minister heeft dat met een besluit van 10 maart 2023 afgewezen en bij besluit op bezwaar van 16 mei 2023, vervangen door het besluit van 7 juli 2023, het bezwaar daartegen ongegrond verklaard.
De BV heeft tegen het besluit van 7 juli 2023 beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend, en nadere informatie verstrekt.
De zitting was op 22 januari 2025. De gemachtigden van partijen waren aanwezig.

Beslissing

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

De BV heeft geen procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Met
dit beroep kan niet worden bereikt dat de aanvraag van 20 december 2021 alsnog in behandeling wordt genomen en wordt toegewezen. De minister heeft op 1 december 2022 afwijzend beslist op een nieuwe aanvraag van de BV van 21 juni 2022 om een S&O-verklaring voor hetzelfde project. Die afwijzing staat in rechte vast.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L. Verbeek, mr. R.W.L. Koopmans, mr. M.J. Jacobs, in aanwezigheid van mr. J.W.E. Pinckaers op 22 januari 2025. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2025.
w.g. J.L. Verbeek w.g. J.W.E. Pinckaers