ECLI:NL:CBB:2025:119

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
4 maart 2025
Publicatiedatum
26 februari 2025
Zaaknummer
24/609
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag voor brongerichte verduurzaming van stallen door Coöperatieve vereniging Zonvarken U.A.

In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 maart 2025, wordt de afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur aan de Coöperatieve vereniging Zonvarken U.A. behandeld. Zonvarken had een aanvraag ingediend voor een subsidie op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, gericht op brongerichte verduurzaming van stallen en managementmaatregelen. De minister heeft de aanvraag op 13 juli 2021 afgewezen, waarna Zonvarken bezwaar maakte. Het bezwaar werd ongegrond verklaard, en na een eerdere uitspraak van het College op 26 maart 2024, waarin de minister werd opgedragen een nieuw besluit te nemen, bleef de afwijzing van de subsidieaanvraag gehandhaafd.

Tijdens de zitting op 16 januari 2025 werd duidelijk dat het project zoals oorspronkelijk voorgesteld niet meer volledig kon worden uitgevoerd, omdat twee van de vier varkenshouderijen die deel uitmaken van de coöperatie zich hadden teruggetrokken. Zonvarken stelde dat zij nog steeds belang had bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep, maar het College oordeelde dat er geen procesbelang meer was, aangezien het beroep niet meer kon leiden tot een subsidie voor het project.

Het College verklaarde het beroep van Zonvarken tegen het bestreden besluit en het herzieningsbesluit niet-ontvankelijk, maar droeg de minister wel op het door Zonvarken betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang en de voorwaarden waaronder een beroep tegen een bestuursbesluit ontvankelijk kan zijn.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 24/609

uitspraak van de meervoudige kamer van 4 maart 2025 in de zaak tussen

Coöperatieve vereniging Zonvarken U.A., te Toldijk (Zonvarken)

(gemachtigden: [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] )
en

de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

(gemachtigden: drs. E. Slot en J. Schellekens)

Procesverloop

Met het besluit van 13 juli 2021 (afwijzingsbesluit) heeft de minister de aanvraag van Zonvarken voor een subsidie op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (Regeling) voor brongerichte verduurzaming van stallen en managementmaatregelen afgewezen.
Met het besluit van 8 november 2021 (beslissing op bezwaar I) heeft de minister het bezwaar van Zonvarken ongegrond verklaard.
Zonvarken heeft tegen de beslissing op bezwaar I beroep ingesteld. Het College heeft met de uitspraak van 26 maart 2024 (ECLI:NL:CBB:2024:213) de minister opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van de uitspraak.
Met het besluit van 28 juni 2024 (beslissing op bezwaar II) heeft de minister opnieuw op de bezwaren beslist en de bezwaren ongegrond verklaard.
Met het besluit van 8 juli 2024 (bestreden besluit) heeft de minister nogmaals op de bezwaren beslist en het bezwaar ongegrond verklaard.
Zonvarken heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
Met het besluit van 30 december 2024 (herzieningsbesluit) heeft de minister nogmaals op de bezwaren beslist en het bezwaar ongegrond verklaard.
Zonvarken heeft een reactie op het herzieningsbesluit ingediend.
De zitting was op 16 januari 2025. Aan de zitting hebben de gemachtigden van partijen deelgenomen.

Overwegingen

1.1
Het toepasselijke wettelijke kader is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
1.2
Op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft het beroep tegen het bestreden besluit van rechtswege mede betrekking op het herzieningsbesluit. Het is niet gebleken dat Zonvarken nog belang heeft bij een beoordeling van het beroep tegen het bestreden besluit. Dat beroep is dan ook niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang. Met betrekking tot het beroep tegen het herzieningsbesluit overweegt het College als volgt.
Inleiding
2.1
Zonvarken is een coöperatie met daarin vier varkenshouderijen en een onderzoeksorganisatie. Namens de deelnemers in het samenwerkingsverband heeft Zonvarken een aanvraag voor subsidie ingediend van in totaal € 3.310.888,-. De minister heeft de subsidieaanvraag voor dit project afgewezen. Voor de achtergrond van dit geschil en voor meer informatie over het project verwijst het College naar zijn eerdere uitspraak van 26 maart 2024.
2.2
In zijn uitspraak van 26 maart 2024 heeft het College de beslissing op bezwaar I vernietigd wegens strijd met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Awb. De beslissing op bezwaar I is niet met de vereiste zorgvuldigheid tot stand gekomen en niet deugdelijk gemotiveerd. Naar aanleiding van de uitspraak heeft de minister met het bestreden besluit opnieuw op de bezwaren beslist. Daarbij concludeert de minister nogmaals dat Zonvarken met het project minder ammoniakemissie reduceert dan op grond van de Regeling is vereist, zodat de afwijzing van de aanvraag wordt gehandhaafd. Zonvarken is het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld. In haar beroepschrift heeft Zonvarken te kennen gegeven dat het project, zoals voorgesteld in de aanvraag, inmiddels niet meer geheel kan worden uitgevoerd omdat twee van de vier varkenshouderijen die deel uitmaken van de coöperatie zijn afgehaakt. Zij hebben andere keuzes gemaakt en andere investeringen gedaan.
2.3
Met het herzieningsbesluit wijzigt de minister de motivering, maar handhaaft hij zijn standpunt dat met het project minder ammoniakemissie wordt gereduceerd dan is vereist. De afwijzingsgrond blijft dan ook artikel 2.2.6, onderdeel a, onder 2, van de Regeling.
Beoordeling door het College
3.1
Het College beoordeelt eerst ambtshalve of Zonvarken belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep, aangezien het project, zoals omschreven in het projectplan en waarvoor subsidie is aangevraagd, niet meer in het geheel kan worden uitgevoerd. Ter zitting is door Zonvarken toegelicht dat op ten minste één locatie vanuit een andere vennootschap een stal is gebouwd die afwijkt van het stalontwerp uit het projectplan, en die is betaald uit eigen middelen. Verder heeft Zonvarken opgemerkt dat het project nog wel kan worden uitgevoerd, maar dan met vervangende bedrijven en op andere locaties. Ter zitting heeft de minister zich op het standpunt gesteld dat de aanvraag om die reden moet worden afgewezen.
3.2
Voor de beoordeling of er procesbelang bestaat is van belang welk resultaat Zonvarken met het beroep nastreeft. Wat Zonvarken met het beroep wil bereiken moet zij daarmee ook daadwerkelijk kunnen bereiken en dat resultaat moet voor haar feitelijke betekenis hebben en niet alleen een hypothetische. Een formeel of principieel belang alleen is onvoldoende voor het aannemen van procesbelang. Zonvarken heeft ter zitting toegelicht dat zij wil dat het College beoordeelt of de SBV-pool die haar subsidieaanvraag heeft beoordeeld onafhankelijk en deskundig was en of de beoordeling van de met het project te realiseren reductie van ammoniakemissie juist is. Zonvarken wil dit oordeel van het College ontvangen zodat zij een schadevergoedingsverzoek kan indienen bij de civiele rechter. Het verzoek om schadevergoeding dat Zonvarken aanvankelijk heeft gedaan, heeft zij ingetrokken in haar reactie op het voorgenomen herzieningsbesluit. Gelet op het doel van Zonvarken met deze procedure, is het College van oordeel dat geen sprake is van een procesbelang. Het College legt zijn oordeel hieronder uit.
3.3
Het beroep kan niet meer leiden tot een subsidie voor het project, zoals omschreven in het projectplan. Dat project zal immers niet meer worden uitgevoerd. Het College kan in deze procedure ook geen oordeel geven over de onafhankelijkheid en deskundigheid van de SBV-pool of over de beoordeling van haar project door de SBV-pool. Dat komt omdat sprake is van een subsidie die wordt toegekend op basis van een tendersysteem. Zelfs als het College het standpunt van Zonvarken zou volgen ten aanzien van de onafhankelijkheid en deskundigheid van de SBV-pool of de beoordeling van haar project door de SBV-pool, dan nog zou daarmee niet vaststaan dat de aanvraag van Zonvarken ten onrechte is afgewezen. In dat geval zou slechts kunnen worden geconcludeerd dat de beoordeling van de reductie van ammoniakemissie onjuist is. Maar dan is het nog maar de vraag of Zonvarken voor wat betreft de emissies van methaan en fijnstof wél aan de minimale reductiepercentages zou hebben voldaan en zodoende zou zijn opgenomen in de rangschikking. Ook is vervolgens onzeker wáár Zonvarken in de rangschikking zou zijn opgenomen. Een oordeel van het College over de rechtmatigheid van het herzieningsbesluit zou dus slechts een hypothetisch karakter hebben. Het College zal het beroep van Zonvarken tegen het herzieningsbesluit dan ook niet-ontvankelijk verklaren. Het College voegt hier aan toe dat Zonvarken geen oordeel van het College nodig heeft om bij de civiele rechter een vordering tot schadevergoeding in te dienen. De civiele rechter kan zelf beoordelen of Zonvarken aanspraak kan maken op schadevergoeding omdat zij als gevolg van een onjuiste beoordeling van haar aanvraag een kans op subsidie is misgelopen.
3.4
Omdat de minister een herzieningsbesluit heeft genomen, ziet het College aanleiding te bepalen dat de minister het door Zonvarken betaalde griffierecht aan haar vergoedt. Er zijn geen proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.

Beslissing

Het College:
  • verklaart de beroepen tegen het bestreden besluit en het herzieningsbesluit niet-ontvankelijk;
  • draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 371,- aan Zonvarken te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Pavićević, mr. M.J. Jacobs en mr. P. Glazener, in aanwezigheid van mr. L. van Loon, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 maart 2025.
w.g. T. Pavićević w.g. L. van Loon

Bijlage

Algemene wet bestuursrecht
Artikel 6:19, eerste lid, luidt als volgt:
“Het bezwaar of beroep heeft van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.”
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.2.6. (afwijzingsgronden), onder a, onder 2, luidt als volgt:
“De minister beslist afwijzend op een aanvraag voor subsidie indien:
a. op basis van het projectplan, bedoeld in artikel 2.2.8, derde lid, aannemelijk is dat met de uitvoering van het innovatieproject:
2°. de reductie van broeikasgasemissies of stalemissies lager is dan de van toepassing zijnde minimale reductiepercentages van de emissiewaarde, bedoeld in bijlage 2.2.1 of geen reductiepercentage voor de betreffende emissie is vastgesteld in bijlage 2.2.1;”