dhr. mr. M.H.P. Groenland

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verwerpt het hoger beroep van belanghebbende inzake BPM-heffing en transparantie van het stelsel.

Het hof bevestigt de naheffingsaanslag BPM en verwerpt het standpunt van belanghebbende over de transparantie van het BPM-heffingsstelsel. De uitspraak van de rechtbank wordt bekrachtigd.

Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en vermindert de naheffingsaanslag BPM met € 1.178. Belanghebbende heeft niet aangetoond dat er sprake is van bijzondere schade.

Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en de naheffingsaanslag BPM, en stelt de waardevermindering vast op € 4.000, waardoor de naheffingsaanslag wordt verminderd tot € 1.070.

Hoger beroep over naheffingsaanslag Bpm en proceskostenvergoeding. Hof bevestigt deskundigheid taxateur, stelt waardevermindering vast op € 3.000 en herzien proceskostenvergoeding.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm correct is, met interne compensatie en historische nieuwprijs als kernpunten.

Hoger beroep ongegrond verklaard; naheffingsaanslag Bpm blijft in stand. Belanghebbende maakt niet aannemelijk dat auto identiek is aan referentieauto met lagere CO2-uitstoot.

Hoger beroep over Bpm naheffingsaanslag; waardevermindering door schadeverleden niet aannemelijk gemaakt; proceskostenvergoeding verhoogd.

Hoger beroep over naheffingsaanslag Bpm; waardevermindering door schadeverleden niet aannemelijk gemaakt. Proceskostenvergoeding verhoogd naar € 837.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM; geen dubbele heffing; schadeverleden niet aannemelijk gemaakt; waarde vastgesteld op basis van koerslijst.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de leeftijdsgrens voor vrijstelling van overdrachtsbelasting niet discrimineert. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het hof oordeelt dat het pauzedrankje bij theatervoorstellingen als een bijkomende prestatie moet worden beschouwd, waardoor het lage tarief van de omzetbelasting van toepassing is. De belanghebbende krijgt een teruggaaf van € 1.967 en een vergoeding van immateriële schade van € 500.

Het hof oordeelt dat het pauzedrankje bij theatervoorstellingen als één enkele prestatie moet worden beschouwd, waardoor het lage tarief van toepassing is. Het hoger beroep is gegrond en de naheffingsaanslag wordt vernietigd.

Het hof oordeelt dat het alcoholische pauzedrankje bij een theatervoorstelling onder het lage tarief van de omzetbelasting valt, omdat het een bijkomende prestatie is die het fiscale lot van de hoofdprestatie deelt. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM, waarbij het hof de naheffingsaanslag vermindert tot € 6.102 en de minister veroordeelt tot vergoeding van immateriële schade.

Hoger beroep van [belanghebbende] B.V. tegen naheffingsaanslag BPM. Hof oordeelt dat de rechtbank de proceskostenvergoeding te laag heeft vastgesteld en verklaart het hoger beroep gegrond.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM; herleidingmethode niet toegestaan; naheffingsaanslag verminderd tot € 27.231.

Hoger beroep van belanghebbende B.V. tegen naheffingsaanslag BPM. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank, vermindert de naheffingsaanslag tot € 2.171 en veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Hoger beroep van belanghebbende tegen belastingaanslagen en verliesbeschikking, waarbij het hof de uitspraak van de rechtbank bevestigt en het hoger beroep ongegrond verklaart.

Het hof oordeelt dat belanghebbende recht heeft op € 54 meer aftrek voor de eigen woning, maar geen recht op aftrek van specifieke zorgkosten of TBS-verlies. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Hoger beroep tegen naheffingsaanslag Bpm; hof oordeelt dat aanslag aan juiste persoon is opgelegd en taxateur onafhankelijk is. Proceskostenvergoeding aan belanghebbende.

Hoger beroep over naheffingsaanslag Bpm; hof oordeelt dat taxateur onafhankelijk is en CO2-uitstoot correct is vastgesteld. Proceskostenvergoeding door rechtbank te laag.

Het hof bevestigt de naheffingsaanslag BPM aan belanghebbende, oordeelt dat hij feitelijk bestuurder was van de Jeep en dat vrijstelling niet van toepassing is. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het hof vernietigt de naheffingsaanslag Bpm en stelt de schade vast op € 5.000, waardoor de aanslag vermindert tot € 347. De deskundigheid van de taxateur wordt bevestigd.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM voor kampeerauto's. Het hof stelt de naheffingsaanslag vast op € 3.656 en veroordeelt de inspecteur in proceskosten van € 1.505,50.

Hoger beroep ongegrond; naheffingsaanslagen BPM bevestigd; schade aan voertuigen niet aannemelijk gemaakt; uurtarief taxateur als redelijk beoordeeld.

Hoger beroep tegen naheffingsaanslag BPM en vergrijpboete. Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en vermindert de naheffingsaanslag tot € 1.366, terwijl de boetebeschikking wordt vernietigd.

Hoger beroep ongegrond; naheffingsaanslag BPM en belastingrente terecht opgelegd; geen hogere vermindering handelsinkoopwaarde vanwege WOK-stigma en motorschade.

Hoger beroep ongegrond; brieven wijziging bruto BPM zijn geen voor bezwaar vatbare beschikkingen.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM en waardevermindering door schade. Het hof oordeelt dat de extra waardevermindering € 5.160 bedraagt en vernietigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep tegen naheffingsaanslag BPM. Het hof oordeelt dat de inspecteur de koerslijst Eurotaxglass’s niet heeft geaccepteerd en de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Naheffingsaanslag verminderd tot € 904.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM voor Audi Q5; inspecteur gegrond, belanghebbende ongegrond.

Hoger beroep over BPM en procesrechtelijke grieven; bezwaar prematuur ingediend; geen schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; proceskosten gedeeltelijk toegewezen aan inspecteur.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM; overschrijding redelijke termijn voor rekening van belanghebbende; proceskostenvergoeding aan inspecteur toegewezen.

Het hof bevestigt de naheffingsaanslag BPM en oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op vrijstelling, omdat de onderneming niet in België is gevestigd en niet aan de gebruikseisen voldoet.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM en verzuimboete; schending Europeesrechtelijk verdedigingsbeginsel; proceskostenvergoeding.

Hoger beroep over teruggaaf BPM en proceskostenvergoeding. Het hof oordeelt dat belanghebbende recht heeft op teruggaaf BPM en vernietigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep van belanghebbende tegen naheffingsaanslag BPM en boetebeschikkingen. Het hof oordeelt dat de naheffingsaanslag rechtsgeldig is, en verwerpt het beroep op vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel. Boetebeschikkingen zijn terecht.

Het hof bevestigt de intrekking van de vrijstellingsvergunning bpm omdat de belanghebbende geen kilometeradministratie heeft bijgehouden, waardoor niet kan worden vastgesteld of de auto voor meer dan 50% zakelijk buiten Nederland werd gebruikt.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de aftrek van omzetbelasting voor huisvesting van uitzendkrachten is uitgesloten.

Hoger beroep over WOZ-waarde van een vleeskalverenstal. Hof vernietigt eerdere uitspraak en stelt waarde vast op € 91.000. Heffingsambtenaar moet griffierecht en kosten van bezwaar vergoeden.

Hoger beroep over BPM en weigering gemachtigde wegens onbetamelijk taalgebruik. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over BPM-teruggaven en belastingrente. Het hof oordeelt dat belanghebbende recht heeft op aanvullende teruggaven en belastingrente, en vernietigt de uitspraak van de rechtbank op enkele punten.

Het hof oordeelt dat de belanghebbende recht heeft op BPM-teruggaaf en belastingrente in enkele zaken, terwijl andere hoger beroepen ongegrond zijn verklaard.

Hoger beroep over BPM-heffing en teruggave. Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de inspecteur moet vergoeden.

Hoger beroep over BPM en belastingteruggave; belanghebbende maakt geen recht op extra leeftijdskorting aannemelijk. Hoger beroep van de inspecteur gegrond, dat van belanghebbende ongegrond.

Hoger beroep ongegrond verklaard; rechtbank uitspraak bevestigd inzake BPM en gemachtigde.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw wegens niet aangegeven contante stortingen. Boete gematigd tot € 5.957.

Hoger beroep over BPM en proceskostenvergoeding; hof vernietigt eerdere uitspraak en veroordeelt belanghebbende tot vergoeding van proceskosten.

Het hof bevestigt de navorderingsaanslag IB/PVV aan belanghebbende, oordelend dat de informatie van de echtgenote als nieuw feit geldt. Het hof oordeelt dat de inspecteur geen reden had om te twijfelen aan de aangifte van belanghebbende en dat de zorgvuldigheid is nageleefd.

Hoger beroep ongegrond; rechtbank verklaarde beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken gronden.

Hoger beroep ongegrond verklaard; naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting bevestigd; geen schending van beginselen van behoorlijk bestuur.

Het hof verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de inspecteur de kostenvergoeding correct heeft vastgesteld op € 783, zonder aanleiding voor een hogere vergoeding.

Hoger beroep over de aanslag IB/PVV 2015. Hof vernietigt uitspraak rechtbank, vermindert aanslag naar € 16.653 en wijst verzoek om dwangsom af.

Het hof oordeelt dat de belanghebbende aansprakelijk is voor belastingschulden van de uitlener, omdat deze verwijtbaar heeft gehandeld. De ontvanger heeft niet onzorgvuldig gehandeld en de belanghebbende kan geen beroep doen op disculpatiemogelijkheid.

Het hof weigert de gemachtigde en vennootschappen om op te treden in belastingzaken vanwege ernstig ongepast taalgebruik, dat de goede procesorde verstoort.

Hoger beroep over leges voor omgevingsvergunning gemeente Goes; leges zijn terecht geheven. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het Hof bevestigt de informatiebeschikking van de inspecteur, omdat de belanghebbende niet voldoende informatie heeft verstrekt over zijn uitgaven en de herkomst van de gelden.

Het hof bevestigt dat Nederland heffingsbevoegd is voor de inkomsten van een naar Thailand geëmigreerde belastingplichtige. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt.

Het Hof oordeelt dat de hoorplicht niet is geschonden en dat er geen recht bestaat op leeftijdskorting. Wel moet de Inspecteur rente vergoeden over het griffierecht en de proceskosten van belanghebbende.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt over BPM-zaak, bevestigt hoorplicht niet geschonden, kent rentevergoeding toe en vernietigt eerdere uitspraak van de Rechtbank.

Hoger beroep inzake aanslagen IB/PVV 2014 en 2015; Hof oordeelt dat dochter niet tot huishouden behoort, waardoor uitzendregeling niet van toepassing is.

Hoger beroep over teruggaaf van overdrachtsbelasting bij terugverkrijging economische eigendom. Hof bevestigt uitspraak Rechtbank; voorwaarde omzetbelasting niet in aftrek is van toepassing.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart het verzet van belanghebbende ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid in het hoger beroep wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoger beroep over belastingrente en griffierecht in BPM-zaak; belanghebbende heeft geen recht op hogere rentevergoeding of schadevergoeding. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over naheffingsaanslag omzetbelasting; 40 auto’s fraude, 17 auto’s recht op aftrek. Naheffingsaanslag verminderd tot € 182.742.

Hoger beroep inzake informatiebeschikking door de Inspecteur na boekenonderzoek. Hof oordeelt dat belanghebbende alsnog stukken moet verstrekken. Geen werkelijke proceskostenvergoeding toegekend.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch wijst het herzieningsverzoek van verzoekster af, omdat de feiten redelijkerwijs bekend konden zijn vóór de eerdere uitspraak en niet voldaan is aan de voorwaarden voor herziening.

Hoger beroep over nultarief intracommunautaire leveringen van mobiele telefoons; Hof oordeelt dat belanghebbende voldeed aan voorwaarden voor nultarief en vernietigt naheffingsaanslag.

Hoger beroep over belastingaanslag en bron van inkomen. Het Hof oordeelt dat de activiteiten van de belanghebbende geen bron van inkomen vormen en handhaaft de aanslag.

Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank en oordeelt dat de naheffingsaanslagen omzetbelasting en boetebeschikkingen terecht zijn opgelegd aan de belanghebbende.

Het Hof heeft de zelfstandigenaftrek en willekeurige afschrijving voor belanghebbende geweigerd, omdat zij niet voldeed aan het urencriterium. De aanslagen IB/PVV zijn verminderd tot € 71.020 (2012) en € 84.051 (2013).

Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt dat appartementen van belanghebbende als woningen kwalificeren, waardoor willekeurige afschrijving niet mogelijk is. Integrale proceskostenvergoeding afgewezen.

Hoger beroep tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting en boetebeschikking. Het Hof bevestigt de naheffingsaanslagen en vernietigt de boetebeschikking.

Hoger beroep ongegrond; belanghebbende kan geen negatief loon in aanmerking nemen en de heffingsrente is terecht opgelegd.

Hoger beroep over verzuimboete en belastingrente. Het Hof bevestigt de opgelegde boete en belastingrente, oordeelt dat de verzuimboete terecht is opgelegd en dat de belanghebbende geen aangifte heeft gedaan.

Hoger beroep over WOZ-waarde van een vrijstaande woning; Hof bevestigt uitspraak Rechtbank en verklaart hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over WOZ-beschikkingen en OZB-aanslagen. Hof vernietigt eerdere uitspraken en oordeelt dat kosten voor verklaring van erfrecht niet vergoed worden.

Hoger beroep over WOZ-waarde van een melkveebedrijf; Hof bevestigt waarde van € 679.000, belanghebbende betwist deze waarde en vraagt om lagere taxatie.

Het Gerechtshof bevestigt dat verlies op een renteswap niet ten laste van de winst kan worden gebracht, omdat dit in strijd is met goed koopmansgebruik.

Hoger beroep ongegrond; naheffingsaanslag en boete zijn op juiste wijze bekendgemaakt; geen verschoonbare termijnoverschrijding.

Hoger beroep van een in Duitsland wonende ondernemer over naheffingsaanslag omzetbelasting. Het Hof bevestigt dat de ondernemer een vaste inrichting in Nederland heeft en vermindert de naheffingsaanslag tot € 17.013.

Hoger beroep over belastingaanslagen en boetes wegens niet ingediende aangifte inkomstenbelasting door belanghebbende, betrokken bij drugshandel. Aanslagen en boetes bevestigd, boete verlaagd tot € 180.000.

Hoger beroep over naheffingsaanslag loonheffingen aan een voetbalclub; Hof bevestigt eerdere uitspraak, geen sprake van individuele en buitensporige last door crisisheffing.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch bevestigt dat de oldtimervrijstelling in de motorrijtuigenbelasting is vervallen door wetswijziging en dat dit geen inbreuk vormt op het eigendomsrecht.

Hoger beroep van Duitse eigenaren van een vakantiewoning in Nederland over de toepassing van de kleine ondernemersregeling. Het Hof oordeelt dat geen vaste inrichting aanwezig is, waardoor de regeling niet van toepassing is.

Het Hof bevestigt dat belanghebbende geen recht heeft op alleenstaande-ouderkorting, omdat zijn kinderen niet op zijn adres stonden ingeschreven volgens de GBA.

Het Hof oordeelt dat de Ontvanger niet heeft aangetoond dat de B.V. opzettelijk onjuiste aangiften heeft gedaan. De aansprakelijkheid van de belanghebbende wordt vernietigd.

Hoger beroep over aanslagen IB/PVV 2010-2012; Hof bevestigt eerdere uitspraken en oordeelt dat de Inspecteur correcties terecht heeft doorgevoerd.

Hoger beroep van de inspecteur tegen uitspraak Rechtbank over conserverende aanslag na emigratie naar Zweden. Hof oordeelt dat aanslag niet in strijd is met belastingverdrag.

Het Hof bevestigt dat het sociaal plan van belanghebbende geen regeling voor vervroegde uittreding is, omdat het niet uitsluitend gericht is op oudere werknemers en alle werknemers de mogelijkheid biedt om vrijwillig hun dienstverband te beëindigen.

Hoger beroep over navorderingsaanslag IB/PVV 2005 en stakingswinst cafébedrijf. Hof bevestigt uitspraak Rechtbank en verklaart hoger beroep ongegrond.

Het Hof oordeelt dat de lening van belanghebbende aan de B.V. niet als schijnlening of onzakelijke lening kan worden gekwalificeerd, en verlaagt de aanslag naar € 58.725.

Hoger beroep over WOZ-waarde van een villa; Hof stelt waarde vast op € 630.000 en past proceskostenvergoeding aan.

Het Hof oordeelt dat de onroerende zaak als woning gekwalificeerd moet worden voor de overdrachtsbelasting, ondanks feitelijk gebruik als kantoor. De uitspraak van de Rechtbank wordt vernietigd en belanghebbende krijgt € 48.000 terug.