mw. mr. F.M.S. Requisizione

Rechtbank Oost-Brabant wijst het verzoek van de GI af om de verblijfplaats van twee minderjarige kinderen te wijzigen, bevestigt het blokkaderecht van gezinshuisouders en benadrukt het belang van continuïteit in de opvoeding.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat gezinshuisouders een blokkaderecht hebben en weigert toestemming voor wijziging verblijfplaats van [minderjarige].

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de korpschef de beoordeling van een politieambtenaar voldoende heeft gemotiveerd na herstel van eerdere gebreken. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het UWV de vakantiebijslag van eiser correct heeft vastgesteld in het kader van zijn faillissementsuitkering. Het beroep is ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de GGD aansprakelijk is voor gezondheidsschade van een ambulancemedewerkster na dienstongevallen, en heropent het onderzoek naar schadevergoeding.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de termijnoverschrijding van één dag verschoonbaar is. Het beroep van eiseres tegen de vaststelling van de tegemoetkoming in de loonkosten op € 0 is ongegrond, omdat de accountant een afkeurende verklaring heeft afgegeven.

De Rechtbank Oost-Brabant verklaart de beroepen van eiseressen tegen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ongegrond, omdat de definitieve tegemoetkomingen in loonkosten op € 0 zijn vastgesteld op basis van afkeurende accountantsverklaringen.

De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar niet heeft aangetoond dat de WOZ-waarde van de bedrijfswoning niet te hoog is. De waarde wordt vastgesteld op € 215.000.

De rechtbank vernietigt de loonsanctie opgelegd door het UWV aan de gemeente Eersel, oordelend dat de bedrijfsarts niet tekort is geschoten in zijn beoordeling van de werkneemster.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de loonsanctie van het UWV terecht is opgelegd wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door eiseres. Het beroep is ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat het Uwv ten onrechte een ziekengeldsanctie aan eiseres heeft opgelegd, omdat de ex-werkneemster niet onder de eigenrisicodragers valt. Het bestreden besluit wordt vernietigd en eiseres krijgt proceskosten vergoed.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiser als DGA wordt aangemerkt en dat het UWV terecht tot terugvordering van ZW- en WIA-uitkeringen is overgegaan. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt UWV-besluit over herziening WAO-uitkering wegens onvoldoende bewijs startdatum hennepkwekerij. Eiser krijgt terugvordering vanaf 1 april 2019.

De rechtbank vernietigt de loonsanctie opgelegd aan eiseres door het UWV, omdat re-integratie-inspanningen niet van haar konden worden verwacht gezien de medische situatie van de werknemer.

Tussenuitspraak over de beoordeling van een politieambtenaar; zorgvuldigheids- en motiveringsgebrek vastgesteld. Korpschef krijgt gelegenheid tot herstel.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat het UWV aannemelijk heeft gemaakt dat er geen privaatrechtelijke dienstbetrekking was en eiser de onjuistheid daarvan niet kon aantonen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de aanslag leges voor de bouw van champignoncellen niet passend is en stelt deze vast op € 15.808,90. Heffingsambtenaar wordt veroordeeld in proceskosten.

Tussenuitspraak over ingangsdatum IVA-uitkering en gelijkheidsbeginsel. UWV krijgt gelegenheid tot herstel van motivering.

De rechtbank vernietigt de terugvordering van de NOW-2 subsidie wegens onvoldoende motivering, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Eiser krijgt proceskosten vergoed.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het UWV ongegrond, omdat de boete van € 1.240,- niet evident onredelijk is. Eiser had onterecht aangegeven niet te hebben gewerkt, terwijl hij dat wel deed.

De rechtbank oordeelt dat de loonsanctie van het UWV terecht is opgelegd, omdat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Het beroep van de werkgever is ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat loonsanctie van UWV blijft staan; re-integratie-inspanningen in eerste spoor voldoende, maar in tweede spoor onvoldoende.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar belastingplicht voor toeristenbelasting door eiseres en andere partijen, en beveelt heronderzoek.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar belastingplicht voor toeristenbelasting door arbeidsmigranten op vakantiepark in Asten. Eiseres ontvangt schadevergoeding en de zaak wordt terugverwezen voor heroverweging.

Rechtbank vernietigt uitspraken op bezwaar over toeristenbelasting voor arbeidsmigranten; heffingsambtenaar moet opnieuw onderzoek doen naar belastingplicht.

Rechtbank vernietigt uitspraken op bezwaar over toeristenbelasting voor arbeidsmigranten; heffingsambtenaar moet opnieuw onderzoek doen naar belastingplicht.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar belastingplicht voor toeristenbelasting door arbeidsmigranten op vakantiepark in Asten. Uitspraken op bezwaar vernietigd en zaak terugverwezen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar de hoorplicht heeft geschonden, maar laat de rechtsgevolgen van de WOZ-waardering in stand. Eiseres had de onroerende zaak beschikbaar voor gebruik, ondanks de lockdown.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres tegen de loonsanctie ongegrond, omdat zij onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en niet correct heeft gehandeld volgens de adviezen van de bedrijfsarts.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 5.009.000 voor het bedrijfsverzamelgebouw, vastgesteld door de heffingsambtenaar.

Tussenuitspraak over de heffingsmaatstaf voor leges bij een omgevingsvergunning voor champignonkwekerijen, waarbij de rechtbank twijfelt aan de redelijkheid van het normbedrag en de heffingsambtenaar in de gelegenheid stelt om het gebrek te herstellen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiser volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en herroept het UWV-besluit. Eiser ontvangt schadevergoeding voor termijnoverschrijding en proceskostenvergoeding van € 5.480,16.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de supermarkt in Beek en Donk op € 1.444.000 is vastgesteld en kent een schadevergoeding toe van € 1000 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een bedrijfsobject te hoog is vastgesteld en stelt deze vast op € 8.800.000, waarbij de heffingsambtenaar in de proceskosten wordt veroordeeld.

De rechtbank vernietigt de loonsanctie van het UWV, omdat onvoldoende is onderbouwd dat de werknemer meer uren kan werken dan de bedrijfsarts heeft vastgesteld.

Beroep gegrond; WOZ-waarde woning vastgesteld op € 304.000. Eiseres heeft bepleite waarde van € 186.386 niet aannemelijk gemaakt.

Eiser moet € 8.121,09 terugbetalen aan het UWV en krijgt een boete van € 1.200 opgelegd wegens schending van de inlichtingenplicht. De rechtbank oordeelt dat de herziening van de WAO-uitkering terecht is, maar verlaagt de boete.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarden van horeca-object en hotel in Oss. Beroep gegrond verklaard, waarde hotel vastgesteld op € 1.190.000, immateriële schadevergoeding toegekend.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de WOZ-waarde van een schoolgebouw. De rechtbank oordeelt dat de proceskostenvergoeding in bezwaar moet worden verhoogd van € 859,12 naar € 1.167,20 en stelt de vergoeding voor de beroepsprocedure vast op € 759.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen de WOZ-waarde van een drinkwaterproductielocatie ongegrond verklaard. De vastgestelde waarde van € 4.162.000 is niet te hoog.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat UWV terecht compensatie transitievergoeding weigert, omdat arbeidsovereenkomst is beëindigd voor afloop opzegverbod ziekte.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij onjuiste informatie had verstrekt bij de aanvraag voor compensatie van de transitievergoeding. Het UWV hanteerde terecht de voorwaarde van beëindiging na twee jaar arbeidsongeschiktheid.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een opslag/distributiecentrum niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank vernietigt loonsanctie van UWV aan werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen, oordeelt dat werkgever op advies bedrijfsarts mocht vertrouwen.

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de korpschef niet meer vrij was om terug te komen op toezeggingen aan eiseres, en kent haar met terugwerkende kracht de hogere salarisschaal toe.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een hotel/congrescentrum onvoldoende is onderbouwd en stelt deze vast op € 4.950.000, vernietigt de uitspraak op bezwaar en veroordeelt de heffingsambtenaar in proceskosten.

Eiser betwist de WOZ-waarde van zijn garage/autoshowroom en de rioolheffing. De rechtbank oordeelt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van € 610.000 voor een bedrijfsobject niet te hoog is vastgesteld. Verzoek om vrijstelling griffierecht afgewezen wegens onvoldoende bewijs.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 1.429.000 voor een fastfoodrestaurant in Eindhoven, vastgesteld door de gemeente.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarden van kantine en sportvelden, stelt waarden vast op € 350.000 en € 1.800.000, en verklaart beroep gegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de maximering van de compensatie van de transitievergoeding door het UWV niet onaanvaardbaar is. Eiseres verliest ongeveer € 7.000, maar de rechtbank vindt de gevolgen niet bijzonder knellend.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres recht heeft op compensatie van de transitievergoeding na beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ondanks een administratieve vergissing in de opzegdatum.

Rechtbank vernietigt loonsanctie van UWV wegens onzorgvuldig onderzoek en wijst schadevergoeding toe aan eiseres.

De rechtbank heeft eiseres toegewezen in haar verzoek om plaatsing in de functie van Senior Tactische Opsporing, herroept het eerdere besluit en veroordeelt verweerder tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

De rechtbank oordeelt dat eiseres recht heeft op een taxikostenvergoeding voor woon/werkverkeer vanwege haar prikkelgevoeligheid, die door het UWV ten onrechte niet is erkend.

Eiser is niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar tegen een dwangsombeschikking, omdat de kwestie al in eerdere instanties is beslecht.

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat er geen misbruik van recht is en bevestigt de WOZ-waarde van € 343.000. Het verzoek om schadevergoeding wegens termijnoverschrijding wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van Aldi Best B.V. tegen de WOZ-waarde van € 1.909.000 ongegrond, oordelend dat de waarde correct is vastgesteld op basis van de huurwaardekapitalisatiemethode.

Eiseres verzocht om subsidie op basis van de NOW-1 voor loonheffingennummer L04, maar kreeg subsidie voor L01. De rechtbank oordeelde dat de minister correct handelde en het beroep ongegrond verklaarde.

De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres aannemelijk maakt dat zij werkzaamheden verricht binnen de tactische opsporing en heeft de korpschef opgedragen om gebreken in het besluit te herstellen.

De rechtbank verklaart het beroep van de eiser tegen de watersysteemheffing ongegrond, oordelend dat de heffingsambtenaar voldoende toelichting heeft gegeven over de tariefstelling.

De rechtbank oordeelt dat de huurder van een sociale huurwoning belang heeft bij de WOZ-beschikking en verklaart het bezwaar gegrond. De zaak wordt teruggeworpen naar de heffingsambtenaar voor heroverweging.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vermindert de aanslag zuiveringsheffing 2016 tot € 2.872,22, omdat de Verordening niet voldoet aan de kenbaarheidsvereisten.

Rechtbank vernietigt loonsanctie voor kleine werkgever wegens onjuiste re-integratieverslag en herroept het besluit van het Uwv.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, oordelend dat verweerder voldoende inzicht heeft gegeven in de waardevaststelling en geen proceskostenvergoeding verschuldigd is.

Tussenuitspraak over WIA-uitkering; rechtbank oordeelt dat UWV onvoldoende heeft gemotiveerd waarom geen beperking voor reiken is aangenomen.

De rechtbank vernietigt het strafontslag van een gemeenteambtenaar wegens onvoldoende optreden tegen een ongepaste afbeelding, oordelend dat het ontslag niet evenredig is.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de objectafbakening en waardering van een recreatiepark met golfbaan, vastgesteld door de gemeente Boxmeer.

De rechtbank vernietigt het ontslag van een ambtenaar wegens onvoldoende optreden tegen een ongepaste afbeelding. Het college heeft de ernst van de situatie miskend en moet een nieuw besluit nemen.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake WOZ-waarde zorgcentrum; geschil over restwaarden en technische levensduur niet aannemelijk gemaakt.

Politieambtenaar ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim en leugenachtige verklaringen. De rechtbank bevestigt de rechtmatigheid van het ontslag en wijst schadevergoeding af.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over legesheffing en hardheidsclausule; beroep gegrond, leges niet terugbetaald, heffingsambtenaar moet bezwaarschrift doorzenden naar college.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiser geen recht heeft op uitloopperiodiek; beoordeling functioneren als 'voldoende' niet aangetoond dat dit onjuist is.

De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat hij niet voldeed aan de criteria voor de toekenning van een uitloopperiodiek. Verweerder heeft de beoordeling als 'voldoende' gekwalificeerd en de rechtbank heeft deze beslissing bevestigd.

De rechtbank oordeelt dat de beoordeling van de ambtenaar als 'voldoende' terecht is, en verklaart het beroep ongegrond. Het college moet het griffierecht vergoeden en wordt veroordeeld in de proceskosten.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres geen recht heeft op een uitloopperiodiek, omdat zij niet voldoet aan de criteria. Het beroep is ongegrond, maar het college moet het griffierecht vergoeden en wordt veroordeeld in proceskosten.

De rechtbank oordeelt dat de pensioeninkomsten van eiser terecht zijn gekort op zijn WW-uitkering, omdat de uitzonderingen van het AIB niet van toepassing zijn. Beroep ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van het recreatiepark niet te hoog is vastgesteld en dat de woningvrijstelling niet van toepassing is. Eiseres is OZB verschuldigd.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat ingebrekestellingen prematuur zijn en geen dwangsom verschuldigd is. Redelijke termijn niet overschreden.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake WOZ-waarde tankstation; heffingsambtenaar niet verplicht tot verstrekking liggingswaarde volgens REN-methode.

De rechtbank vernietigt de loonsanctie opgelegd aan eiseres wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen, oordeelt dat het Uwv niet voldoende heeft onderbouwd dat eiseres tekort is geschoten, en kent schadevergoeding toe.

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de afwijzing van de WW-aanvraag van eiser terecht is, omdat er geen nawerking van de verlopen CAO is en de loondoorbetalingsverplichting van toepassing is.

Rechtbank vernietigt loonsanctie van Uwv; werkgever heeft voldoende re-integratie-inspanningen verricht.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake aanslag toeristenbelasting voor hotel-café-restaurant; geen schending van het gelijkheidsbeginsel.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart de beroepen van eiser ongegrond inzake aanslagen toeristenbelasting 2013-2017. Geen schending van het gelijkheidsbeginsel vastgesteld.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van eiser ongegrond inzake herziening en terugvordering van WW-uitkering op basis van door eiser opgegeven uren.

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat een ambtenaar geen recht heeft op doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd, omdat er geen bijzonder geval is zoals bedoeld in artikel 8:2 CAR/UWO. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een kinderdagverblijf correct is vastgesteld, ondanks de claims van eiseres over technische en functionele veroudering. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de WOZ-waarde van een kinderdagverblijf. Eiseres heeft onvoldoende onderbouwing geleverd voor haar stelling dat de waarde te hoog is.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond over leges voor omgevingsvergunning; toezegging niet van toepassing door wezenlijke afwijkingen in bouwplannen.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroepen gegrond tegen WOZ-beschikkingen voor wijk- en buurtcentrum en gymzaal, vernietigt eerdere uitspraken en legt proceskosten op aan verweerder.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt de terugvordering van WW-uitkering, oordeelt dat eiser niet onafgebroken in Engeland verbleef en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres haar inlichtingenplicht heeft geschonden, wat leidt tot herziening en terugvordering van toeslagen. Boete verlaagd van € 1.889,38 naar € 40,00.

De rechtbank oordeelt dat de loonsanctie terecht is opgelegd wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door de werkgever, Tandartsenpraktijk [bedrijf].

De rechtbank verklaart het bezwaar tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding en oordeelt dat geen dwangsom is verschuldigd.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de WOZ-waarde van een bosperceel in Haaren, omdat niet is aangetoond dat het perceel door Natuurmonumenten wordt beheerd.

De rechtbank oordeelt dat het Uwv ten onrechte een loonsanctie heeft opgelegd aan de werkgever, omdat er geen sprake was van nieuw bedongen arbeid. De uitspraak vernietigt het besluit van het Uwv en herstelt de situatie voor de werkgever.

De rechtbank vernietigt het besluit van de verweerder over de IVA-uitkering, oordeelt dat de arbeidsongeschiktheid onvoldoende gemotiveerd is en verplicht verweerder opnieuw te beslissen.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Eiser is eervol ontslagen wegens reorganisatie. Verweerder heeft voldoende gedaan om een passende functie te vinden. Het ziek zijn van eiser vormt geen reden om het VWNW-traject te verlengen.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake WOZ-waarde en dwangsom, oordeelt dat geen schending hoorplicht en geen recht op proceskostenvergoeding.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep tegen belastingaanslagen ongegrond; geen schending hoorplicht, eiser heeft geen beroepsgronden aangevoerd.

Verzoeker vraagt om proceskostenvergoeding na intrekking van beroep. De rechtbank wijst het verzoek af, omdat de rechtsbijstand niet als beroepsmatig kan worden aangemerkt.

Rechtbank vernietigt aanslagen toeristenbelasting voor champignonkwekerij; geen belastbaar feit vastgesteld. Beroepen gegrond verklaard.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting, maar het beroep is niet-ontvankelijk verklaard wegens intrekking van de aanslag en ontbreken van procesbelang.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een houten bungalow niet objectief is vastgesteld. Beroep gegrond verklaard, waarde vastgesteld op € 200.000,- en proceskosten vergoed.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van € 753.000 voor een agrarisch object met woning en kinderdagverblijf niet te hoog is. Het beroep van de eiser is ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep gegrond en stelt WOZ-waarde woning vast op € 315.000, rekening houdend met mogelijke komst windmolenpark.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen zuiveringsheffing voor het kantoorpand van eiseres terecht zijn opgelegd, omdat het pand als bedrijfsruimte wordt aangemerkt.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de minister van Defensie niet verplicht is om de bovenwettelijke uitkering van eiser door te betalen tot de verhoogde AOW-leeftijd. Eiser ontvangt wel een maandelijkse tegemoetkoming.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, oordeelt dat de reorganisatie en de verklaring van boventalligheid rechtmatig zijn en dat verweerder op zakelijke gronden heeft gehandeld.

De rechtbank vernietigt het ontslag van eiser wegens onvoldoende onderbouwing van het zero tolerance-beleid voor alcoholgebruik, en verklaart het beroep gegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak niet aannemelijk heeft gemaakt en stelt deze vast op € [bedrag].

De rechtbank bevestigt het ontslag van een ambtenaar wegens plichtsverzuim en verduistering van goederen, oordeelt dat de straf niet onevenredig is en wijst het beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van de erven, die niet de juiste machtiging en verklaring van erfrecht hebben overgelegd.

De rechtbank oordeelt dat de waarde van een bedrijfswoning op een industrieterrein in Best schattenderwijs op € 150.000 moet worden vastgesteld, omdat de heffingsambtenaar onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de hogere waarde van € 183.000.

De rechtbank oordeelt dat de loonkorting van de ambtenaar terecht was, omdat geen buitensporige omstandigheden zijn aangetoond die de korting onterecht maken.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van € 295.000 niet te hoog is en het beroep ongegrond is, ondanks het beroep op het gelijkheidsbeginsel.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat leges voor omgevingsvergunning op basis van ROEB-lijst terecht zijn geheven. Eiseres maakt niet aannemelijk dat werkelijke bouwkosten substantieel afwijken.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij belanghebbende is bij de naheffingsaanslag die aan [bedrijf] B.V. is opgelegd.

Hoger beroep over verjaring van ZW-uitkering en toekenning IVA-uitkering. De Raad bevestigt eerdere uitspraken van de rechtbank en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de dagloonberekening in het kader van de no-riskpolis onterecht is, en vernietigt het besluit van het UWV.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een kinderdagverblijf in Boxtel correct is vastgesteld op € 211.000. Beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 591.000 voor een kinderdagverblijf in Sint-Oedenrode, waarbij voldoende rekening is gehouden met economische veroudering.

De rechtbank vernietigt de beëindiging van de bovenwettelijke uitkering van een politiemedewerker wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd en oordeelt dat de compensatieregeling onvoldoende is.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarden van drie kinderdagverblijven niet te hoog zijn vastgesteld en verklaart het beroep van eiseres ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van de exploitant van een kinderdagverblijf ongegrond, omdat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de door haar voorgestane lagere waarde van het pand.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een hotel van € 4.335.000 niet te hoog is en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over de WOZ-waarde van een hotel en objectafbakening. De waarde wordt vastgesteld op € 2.030.000, na correctie van de onjuiste objectafbakening door de heffingsambtenaar.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering Wajong-uitkering na ontdekking hennepkwekerij. Appellant schond inlichtingenplicht. Boete vastgesteld op nihil.

Rechtbank Oost-Brabant herziening WW-uitkering en boete opgelegd aan eiser wegens verblijf in Turkije. Boete verlaagd van € 1.653,19 naar € 500,-.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarde appartement; waarde vastgesteld op € 300.000 na onvoldoende motivering door heffingsambtenaar.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat de verzekeringsartsen de functionele mogelijkheden van appellant niet hebben overschat en dat de functies medisch geschikt zijn.

De rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep ongegrond inzake de WOZ-waarde van een winkelpand in Eindhoven, wijst verzoeken om dwangsom en schadevergoeding af.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat geen spoedeisend belang aanwezig is en verzoekster over voldoende eigen vermogen beschikt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond inzake beëindiging vrijwillige verzekering ZW en Wet WIA door UWV wegens premieachterstand.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het eervol ontslag van eiseres wegens reorganisatie rechtmatig is en dat haar klokkenluidersmelding geen rol heeft gespeeld. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond, omdat zij niet voldeed aan haar re-integratieverplichtingen, wat leidde tot stopzetting van haar bezoldiging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant was geen ingezetene tijdens studieperiode.

Rechtbank vernietigt besluit van gemeente Helmond om eiser niet te plaatsen op voorkeursfuncties na reorganisatie. Eiser is jarenlang goed gefunctioneerd, maar de Selectiecommissie heeft onvoldoende gemotiveerd waarom hij ongeschikt is bevonden.

Tussenuitspraak over de weigering van een ZW-uitkering aan een werkneemster na zwangerschapsgerelateerde arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelt dat de verzekeringsartsen onvoldoende rekening hebben gehouden met de gevolgen van de zwangerschap.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; psychische beperkingen juist weergegeven. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt is en bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering. Proceskosten Uwv vergoedt aan appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 3 april 2014 geschikt was voor arbeid en geen recht had op ziekengeld, ondanks zijn psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en voldoende onderbouwing van beperkingen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant per 16 april 2015 geschikt was voor zijn maatgevende arbeid en geen recht had op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv, oordeelt dat appellante niet in staat was tot arbeid en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep rectificeert proceskosten in hoger beroep, waarbij het bedrag van € 2.722,50 wordt aangepast naar € 3.825,47.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.254,50.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over recht op ziekengeld. Raad vernietigt eerdere uitspraak en herroept Uwv-besluit, o.b.v. rapport psychiater Trompenaars.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellant; geen bewijs voor arbeidsongeschiktheid op relevante leeftijden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over ZW-uitkering werknemer wegens ondeugdelijke motivering en gebrek aan zorgvuldig onderzoek.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellante niet in staat is maatgevende arbeid te verrichten, waardoor zij recht heeft op ziekengeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de vrijwillige verzekering door het Uwv en wijst het verzoek om restitutie van onverschuldigd betaalde premies af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat psychische klachten na bevalling causaal verband houden met arbeidsongeschiktheid, en wijst hoger beroep van Uwv af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante na 52 weken ziekte; geen strijd met discriminatieverbod.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant en wijst het verzoek om schadevergoeding af, maar veroordeelt het Uwv tot vergoeding van proceskosten van € 2.227,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer had op ziekengeld per 25 april 2014, na zorgvuldige beoordeling van zijn psychische klachten en verdiencapaciteit.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid wegens onvoldoende bewijs van toegenomen beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het recht op ziekengeld van appellant, oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en veroordeelt het Uwv in proceskosten van € 2.370,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over Wajong-uitkering, benadrukt noodzaak van zorgvuldige motivering bij combinatie van hoogbegaafdheid en Asperger.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op IVA-uitkering per 8 september 2011 en dat de redelijke termijn is overschreden, met schadevergoeding van € 2.500,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WIA- en ZW-uitkering van appellante, die niet in aanmerking komt voor herleving van haar uitkering.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheidsuitkering; Raad oordeelt dat appellante niet in staat was tot arbeid en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een IVA-uitkering, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de geselecteerde functies passend zijn voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 6 januari 2014 niet duurzaam arbeidsongeschikt was, en dat zij geen recht had op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; appellante voldeed niet aan wachttijd van 104 weken. Proceskosten Uwv vergoed.

Centrale Raad bevestigt afwijzing WIA-uitkering voor appellante, oordeelt dat geen overschrijdingen in belastbaarheid zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; deskundigenadvies niet volledig gevolgd door rechtbank, maar bijzondere omstandigheden rechtvaardigen afwijking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij medisch in staat is om meer dan 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ZW-uitkering; medische beoordeling door Uwv is juist en zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld en WIA-uitkering, omdat zij geschikt is voor haar maatgevende arbeid. Proceskostenveroordeling van € 990,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellant na beoordeling; appellant kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen.

Hoger beroep over de weigering van WIA- en ZW-uitkering na ziekmelding. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld na beëindiging wachttijd, omdat hij niet hersteld was voor zijn arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen causaal verband is tussen de bevalling van appellante en haar arbeidsongeschiktheid, die voortkomt uit andere omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na WIA-beoordeling. Zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WAO-uitkering; appellant heeft wachttijd niet vervuld na hersteldverklaring.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van een werkneemster tot 12 juni 2015, na beoordeling van nieuwe functies en toepassing van aanzegjurisprudentie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WAO-uitkering aan appellant, omdat hij niet 52 weken onafgebroken arbeidsongeschikt was. Geen nieuwe feiten aangetoond.

Appellant is terecht geschikt geacht zijn arbeid als allround medewerker te verrichten na zorgvuldig medisch onderzoek. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het verschil in belastbaarheid tussen rechter- en linkerschouder moet inzichtelijk maken en de motivering van functies moet verbeteren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; deskundigenrapport ondersteunt geschiktheid appellant voor arbeid zonder urenbeperking.

Hoger beroep over WIA-uitkering van appellante met bipolaire stoornis. Raad oordeelt dat Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met haar beperkingen en herroept het besluit.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit over WIA-uitkering na knieoperatie, oordeelt dat Uwv informatie moet inwinnen over gezondheidstoestand werknemer op 6 mei 2013.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen na medische beoordeling.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering; Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen nieuwe medische feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ZW-uitkering terecht is geweigerd; appellant is medisch geschikt voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering wegens benadelingshandeling bij beëindiging dienstverband tijdens ziekte.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over geschiktheid voor arbeid. Raad oordeelt dat Uwv de ernst van de psychiatrische problematiek niet juist heeft beoordeeld. Hoger beroep gegrond, besluit Uwv herroepen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv, oordeelt dat appellant recht heeft op WIA-uitkering en veroordeelt Uwv tot vergoeding van kosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onzorgvuldig heeft gehandeld door niet te beslissen op het verzoek om WAO-rechten per 11 augustus 2008. Uwv moet opnieuw besluiten en wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; appellant niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt na auto-ongeval.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het bestreden besluit over arbeidsongeschiktheid op voldoende medische grondslag berust. Hoger beroep van Uwv slaagt, dat van betrokkene niet.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is geweest.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Appellant blijft geschikt voor andere functies met een arbeidsongeschiktheid van 45-55%.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond; terugvordering van toeslag door Uwv beperkt tot termijnen vanaf 30 september 2009.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van arbeids- en inkomensondersteuning aan appellant op grond van de Wajong 2010, oordelend dat hij in staat is 75% van het minimumloon te verdienen.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing ziekengeld door Uwv. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant's beperkingen niet zijn onderschat.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat er voldoende medische onderbouwing is en dat er geen sprake is van reformatio in peius.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; zorgvuldigheid van besluitvorming en geschiktheid functies aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die geschikt werd geacht voor geselecteerde functies. De Raad oordeelt dat het Uwv voldoende informatie heeft ingewonnen en dat de medische beoordeling correct was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid was van 21 november 2013 tot 21 april 2014, waardoor het Uwv terecht de WIA-uitkering beëindigde.

Herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door appellant die werkzaamheden verrichtte zonder dit te melden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van ZW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting en niet-gemelde werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geschikt is voor arbeid, ondanks toegenomen klachten. Geen medische onderbouwing voor hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het recht op ziekengeld per 1 augustus 2014, oordeelt dat de aanzegjurisprudentie van toepassing is en dat de medische beoordeling door het Uwv correct was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de FML van 21 december 2015 de medische belastbaarheid van betrokkene correct weergeeft. De rechtbank had ten onrechte bepaald dat het Uwv een nieuwe beslissing op bezwaar moest nemen. Rechtsgevolgen van het vernietigde besluit blijven in stand.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de werknemer sinds 30 augustus 2012 doorlopend arbeidsongeschikt is, en dat de besluiten van het Uwv om hem arbeidsongeschikt te verklaren goed onderbouwd zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing herzieningsverzoek WIA-besluit; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat de beperkingen van appellant correct zijn verwoord in de FML.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de uitsluitingsgrond van volledige arbeidsongeschiktheid bij aanvang van de verzekering van toepassing blijft, waardoor de aanvraag om uitkering op grond van de Wet WIA niet kan leiden tot uitkering.

Hoger beroep over WIA-uitkering en loondoorbetalingsverplichting; besluit van 13 mei 2014 niet adequaat; nieuwe beslissing op bezwaar vereist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen causaal verband bestaat tussen psychische klachten en zwangerschap/bevalling, waardoor appellante geen recht heeft op ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om terug te komen van eerder besluit inzake WIA-uitkering, geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om schadevergoeding af wegens overschrijding van de redelijke termijn; overschrijding is niet aan Uwv toe te rekenen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het Uwv dat appellant 45 tot 55% arbeidsongeschikt is, en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de WAO-uitkering van appellant op 25-35% heeft vastgesteld en het verzoek om volledige arbeidsongeschiktheid heeft afgewezen.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant en verwijst de zaak terug voor inhoudelijke behandeling van het bezwaar van appellante tegen het Uwv.

Hoger beroep over loongerelateerde WGA-uitkering; mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 58,60%, later op 73,11%.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht artikel 44 WAO met terugwerkende kracht toepaste en de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering gerechtvaardigd was. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor functie assemblage medewerker. Medisch onderzoek zorgvuldig uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van Wajong-ondersteuning; voldoende zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van beperkingen door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering; appellante geschikt voor WIA-functies na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant vanaf 26 januari 2015 recht heeft op ZW-uitkering en vernietigt eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; psychische beperkingen appellant niet onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; voldoende medische en arbeidskundige grondslag aanwezig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ZW-uitkering ten onrechte is beëindigd door onjuiste maatstaf arbeid door het Uwv.

Appellante's verzoek om herziening van WIA-uitkering afgewezen; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Tussenuitspraak over de maatstaf arbeid bij meerdere banen en de toekenning van een ZW-uitkering. De Raad oordeelt dat de appellant een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd en draagt op om gebreken te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij geschikt is voor maatgevende arbeid en het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig is uitgevoerd.

Hoger beroep over de toepassing van artikel 44 van de WAO en de hoogte van de uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens vervallen procesbelang. Schadevergoeding toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat haar beperkingen zijn onderschat en draagt het Uwv op opnieuw te beslissen op haar bezwaar.

Hoger beroep over te late ziekmelding en boete van € 455,- aan eigenrisicodrager Ziektewet. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant met PDD-NOS diagnose; geen algehele arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering, oordeelt dat de functionele mogelijkheden van de appellant correct zijn vastgesteld en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Hoger beroep van appellant over zijn recht op Ziektewetuitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken en oordeelt dat appellant geen recht heeft op ziekgeld vanaf 1 juni 2013.

Hoger beroep over WIA-uitkering; appellant lijdt aan epilepsie en betwist de inschatting van zijn beperkingen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat appellant niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante en de terugvordering van onterecht betaalde uitkering, omdat haar psychische klachten niet gerelateerd zijn aan zwangerschap of bevalling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was en dat appellante geschikt was voor haar maatgevende arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WIA-uitkering en medische beoordeling van appellant; hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor arbeid en geen recht heeft op ziekengeld, na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante was per 13 augustus 2015 geschikt voor arbeid.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over WW-uitkering en dagloonberekening. De Raad oordeelt dat het Uwv het dagloon correct heeft vastgesteld, maar veroordeelt het Uwv tot schadevergoeding en proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over ziekengeld; verzekeringsarts had geen afspraak met PsyQ hoeven afwachten.

Hoger beroep over beëindiging ziekengeld; Centrale Raad oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en appellant geschikt is voor geselecteerde functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van de appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de appellant meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank ten onrechte de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar tegen het besluit van het Uwv in stand heeft gelaten, omdat de bezwaartermijn van zes weken van toepassing is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de FML van appellant op 4 januari 2015 zijn beperkingen correct weergeeft en dat hij geen recht heeft op een WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, ondanks medische klachten, omdat hij in staat werd geacht om te werken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant over de afwijzing van het verzoek van appellante om terug te komen van een besluit inzake ziekengeld.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken, oordeelt dat medische beoordelingen door Uwv zorgvuldig zijn en dat geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; geen recht op ZW- en WAZO-uitkering door gefingeerd dienstverband.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat zij geschikt is voor haar werk als verzorgende.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WGA-uitkering van appellant, o.b.v. medische geschiktheid en beperkingen, en oordeelt dat het Uwv op goede gronden heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van uitkeringen wegens niet-nakoming inlichtingenplicht door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW-uitkering aan appellant, omdat hij op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag niet verzekerd was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Wajong-uitkering van appellante terecht is vastgesteld op 25-35% arbeidsongeschiktheid en wijst vergoeding van kosten en wettelijke rente toe.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% kan verdienen van zijn maatmaninkomen. Geschiktheid van functies wordt onderschreven.

Hoger beroep over de vaststelling van het maatmaninkomen van een zelfstandig ondernemer na arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat er geen reden is voor maatmanwisseling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige medische beoordeling van haar belastbaarheid en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na eerstejaars ZW-beoordeling, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het recht op ZW-uitkering van appellant is geëindigd per 13 januari 2014, en dat het Uwv het auto-ongeval terecht buiten de medische beoordeling heeft gelaten.

Tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de geschiktheid van taxivervoer voor appellante met medische beperkingen. Uwv moet besluit herstellen.

Hoger beroep over ziekengeld; geen toegenomen beperkingen vastgesteld. Uwv heeft terecht geen recht op ziekengeld toegekend aan appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen recht heeft op een Wajong-uitkering, gebaseerd op een deskundigenrapport.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WIA-uitkering met terugwerkende kracht en bevestigt de medische beoordeling van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig heeft gehandeld bij afwijzing van de verlenging van de no-riskpolis voor een werknemer met Diabetes Mellitus. Uwv moet gebreken herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering voorschot ZW-uitkering vanwege aanvechting ontslag. Appellant had geen recht op bezoldiging tijdens lopende procedure.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; appellanten beogen erkenning van ziekte van overleden betrokkene, maar dit levert geen procesbelang op.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de besluiten van het Uwv over ziekengeld een deugdelijke medische onderbouwing ontberen en draagt het Uwv op deze te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking WW-uitkering en oplegging boete wegens schending inlichtingenverplichting. Boete verlaagd naar € 348,35.

Hoger beroep van appellante tegen uitspraak rechtbank over WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft beoordeeld en dat appellante onvoldoende bewijs heeft geleverd voor meer beperkingen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt loonsanctie van Uwv aan werkgever; onvoldoende onderbouwing van re-integratie-inspanningen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WAO-uitkering aan appellante, oordelend dat er geen onjuiste WAO-beoordeling in 2004 was en geen toename van beperkingen in de Amber-periode.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant en oordeelt dat het Uwv op goede gronden heeft vastgesteld dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld.

Hoger beroep van appellante tegen Uwv over Ziektewet-uitkering. Raad bevestigt eerdere uitspraak rechtbank en wijst verzoek om schadevergoeding af, maar veroordeelt Uwv in proceskosten van € 1.980,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de CAR/UWO tot 1 juli 2015 van toepassing is en oordeelt dat appellant niet voldeed aan de eisen van functioneren, waardoor zijn tijdelijke aanstelling terecht is beëindigd.

Hoger beroep van ambtenaar tegen ontslag wegens plichtsverzuim bij aangifte inkomstenbelasting. De Raad bevestigt de straf van ontslag als niet onevenredig.

Hoger beroep over WIA-uitkering en proceskostenvergoeding. Betrokkene was het niet eens met de hoogte van de uitkering en de proceskostenvergoeding. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om vergoeding van wettelijke rente af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de loongerelateerde WGA-uitkering en duurzaamheidscriteria in de Wet WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever; hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep over loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkgever. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak dat werkgever niet aan verplichtingen voldeed.

Hoger beroep over weigering WIA-uitkering. De Raad bevestigt dat de FML zorgvuldig is opgesteld en dat de functies binnen de belastbaarheid van appellant vallen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek van appellante om met behoud van Wajong-uitkering naar Turkije te verhuizen, omdat er geen objectieve noodzaak voor de verhuizing is aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat de medische beoordeling juist was en er geen aanleiding was voor verdere arbeidsbeperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante onvoldoende re-integratie-activiteiten heeft verricht, loondoorbetalingsverplichting terecht verlengd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor zijn werk als medewerker tuinbouw en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat medische situatie niet leidt tot ongeschiktheid voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet-verschoonbare termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld; geschiktheid voor eigen functie vastgesteld op basis van deskundigenrapport.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt Uwv tot betaling van proceskosten en griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van WIA-uitkering, maar vernietigt de uitspraak over WGA-uitkering vanwege onjuiste datum in geding. Nieuwe datum vastgesteld op 30 maart 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerste arbeidsongeschiktheidsdag op 3 september 2012 en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; de Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid correct heeft beoordeeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn beperkingen niet zijn onderschat en de geselecteerde functies passend zijn.

Hoger beroep van appellant tegen de weigering van een ZW-uitkering. De Raad bevestigt dat appellant in staat was tot zijn maatgevende arbeid en wijst het hoger beroep af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de beperkingen correct waren vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een voorschot op de ZW-uitkering te verstrekken, omdat er twijfel bestond over het recht op bezoldiging na aanvechten van ontslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de verrekening van ziekengeld met WAO-uitkering correct is, waarbij vakantiegeld van WAO niet wordt betrokken. De eerdere uitspraak van de rechtbank is vernietigd.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering. Appellant is geschikt bevonden voor de functie van parkeercontroleur. Medische beoordeling door Uwv bevestigd.

Hoger beroep over recht op ziekengeld na beëindiging dienstverband; appellant is arbeidsgeschikt verklaard en heeft geen recht op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering en beëindiging van ziekengeld voor appellant, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en appellant geschikt is voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante; geen reden om aan medische conclusies van Uwv te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant en oordeelt dat zijn beperkingen niet zijn onderschat.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat niet is aangetoond dat werknemer in juni 2013 arbeidsongeschikt was. Uwv heeft niet voldaan aan de opdracht van de rechtbank om medische onderbouwing te leveren. Kosten van betrokkene in hoger beroep worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering; deskundige heeft zorgvuldig onderzoek gedaan. Hoger beroep van appellant afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de waardering van emolumenten en maatmanloon in WIA-zaak. Uwv moet arbeidsongeschiktheid opnieuw vaststellen en schadevergoeding van € 3.000,- toekennen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering, oordelend dat de medische situatie van appellante niet is gewijzigd ten opzichte van de eerder vastgestelde belastbaarheid.

Appellant heeft geen recht op ZW-uitkering omdat hij op de eerste ziektedag niet verzekerd was. De laattijdige ziekmelding werd niet onderbouwd met voldoende bewijs.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken, oordeelt dat medische onderzoeken zorgvuldig zijn en dat appellant arbeidsgeschikt is.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; betrokkene heeft geen recht meer op ziekengeld na bedrijfsongeval.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering aan appellante, oordelend dat zij geschikt is voor ten minste één functie onder de WIA.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat het Uwv voldoende gemotiveerd heeft dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen arbeidsongeschiktheid vastgesteld na onderzoek door verzekeringsartsen.

Herziening van WIA-uitkering en terugvordering na schending van inlichtingenverplichting door appellant, die inkomsten uit hennepkwekerij ontkende.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en IVA-uitkering, bevestigt dagloon van € 88,- en vernietigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellant, geschikt voor functie productiemedewerker pluimveeslachterij. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de toegenomen arbeidsongeschiktheid van appellant en zijn geschiktheid voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; deskundigenrapport ondersteunt oordeel Uwv over geschiktheid voor werk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over de geschiktheid van appellante voor WIA-uitkering na 104 weken arbeidsongeschiktheid. Geen nieuwe medische gegevens ingebracht.

Hoger beroep over verhaalsbedrag en re-integratie-inspanningen van werkgever in Ziektewet. Werkgever voldeed niet aan re-integratieverplichtingen, uitspraak bevestigd.

Hoger beroep over WIA-uitkering; arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 62,89%. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en volgt deskundige in zijn oordeel over werkcapaciteit.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring van de rechtbank en oordeelt dat appellante procesbelang heeft bij de toetsing van de no-riskpolis in de Ziektewet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de Ziektewet-uitkering van appellant op basis van medische rapportages die simulatie van ziekte aantonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering wegens gebrek aan bewijs voor toegenomen beperkingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat wijziging arbeidsongeschiktheidspercentage geen wijziging in rechtspositie betrokkene meebrengt. Bestreden besluit niet deugdelijk gemotiveerd; rechtsgevolgen in stand gelaten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de boete van € 860,- voor schending van de inlichtingenplicht bij WW-uitkering. Appellant heeft niet volledig gerapporteerd over zijn werkzaamheden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de dagloongarantie niet van toepassing is op WIA-gerechtigden. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet, omdat WW- en WIA-gerechtigden niet als gelijke gevallen kunnen worden beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag op dringende reden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er op de datum in geding behandelmogelijkheden voor appellante waren, en wijst het verzoek om een deskundige af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ZW-uitkering na 13 november 2014, omdat haar ongeschiktheid niet langer het gevolg was van zwangerschap of bevalling.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk; Uwv heeft appellant ZW-uitkering toegekend met terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat deskundigenonderzoek zorgvuldig was en dat geen nieuwe beperkingen zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht had op de startersregeling, omdat er geen ondubbelzinnige toezegging was gedaan en hij niet voldeed aan de voorwaarden voor een WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is door dubbele declaraties, geen WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat geen sprake is van overgang van onderneming en vernietigt de afwijzing van de faillissementsuitkering door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ZW-uitkeringen na herhaalde ziekmeldingen, omdat hij geschikt wordt geacht voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WW-uitkering van appellante vanwege ontvangen ouderdomspensioen. Hoger beroep slaagt niet.

Hoger beroep tegen afwijzing Wajong-aanvraag. Geen onderschatting psychische beperkingen. Functies zijn passend. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep van appellant tegen beëindiging Ziektewet-uitkering. Geen nieuwe medische informatie die aanleiding geeft tot ander oordeel. Beoordeling belastbaarheid door Uwv voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken over beëindiging Ziektewet-uitkering appellant. Beperkingen goed weergegeven in FML, geen reden tot twijfel aan medische grondslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de inhouding van de eigen bijdrage AWBZ op de Wajong-uitkering van appellant, zonder bijzondere omstandigheden die zich daartegen verzetten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering en beoordelingskader voor duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de niet-ontvankelijkverklaring van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv terecht een administratieve loonsanctie heeft opgelegd aan appellante wegens het niet voldoen aan re-integratieverplichtingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en geduide functies passend zijn voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van ZW-uitkering aan ex-werkneemster, eerste arbeidsongeschiktheidsdag vastgesteld op 1 maart 2013, met nawerking op grond van art. 46 ZW.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante vanaf 24 januari 2013 ononderbroken ziek was en dat de korting op haar ZW-uitkering terecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering en terugvordering van ZW-uitkering na beëindigingsovereenkomst, oordelend dat appellant zijn aanspraak op loon heeft prijsgegeven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet meer of zwaarder beperkt is dan vastgesteld in de FML van 27 oktober 2014, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schending inlichtingenplicht door betrokkene met betrekking tot WAO-uitkering en bevestigt boeteoplegging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de boete van € 550,- wegens schending van de inlichtingenplicht door appellant in het kader van de Werkloosheidswet.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en herroept besluiten Uwv over intrekking WAO-uitkering en Wtcg-recht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na beoordeling dat appellante meer dan 65% van het maatmaninkomen kan verdienen. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld in WAO-zaak. Uwv veroordeeld in proceskosten van appellant tot € 1.488,-; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep over recht op Ziektewet-uitkering na zwangerschap. Centrale Raad bevestigt dat geen causaal verband is tussen klachten en zwangerschap. Appellante heeft geen recht op uitkering per 17 december 2014.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht urenkorting toepaste in plaats van inkomstenverrekening, omdat appellant niet als werknemer werd aangemerkt.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van het Uwv om appellant een ZW-uitkering te verlenen, oordeelt dat appellant recht heeft op ziekengeld per 1 juni 2013 en veroordeelt het Uwv tot proceskostenvergoeding van € 2.480,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Ziektewet-uitkering aan een werkneemster die voor het einde van de wachttijd in dienst is getreden, en oordeelt dat de no-riskpolis niet van toepassing is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland dat appellante niet meer arbeidsongeschikt is dan door het Uwv vastgesteld, en dat het bestreden besluit zorgvuldig is gemotiveerd.

Hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering; medische geschiktheid van functies bevestigd door de Centrale Raad van Beroep.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de verlaging van de ZW-uitkering en bevestigt de weigering van de WIA-uitkering, oordelend dat het Uwv niet bevoegd was tot verlaging en dat de medische beoordeling zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat het Uwv de belastbaarheid niet heeft overschat en dat er geen aanleiding is voor een urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek door verzekeringsarts was zorgvuldig.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de nabetaling van de toeslag terecht heeft verrekend met de openstaande schuld van appellante, die beschikte over een inkomen ter hoogte van de beslagvrije voet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant niet ongeschikt voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ziekengeld en terugvordering op basis van een gefingeerd dienstverband. Appellante had geen recht op uitkeringen en was op de hoogte van de onterecht ontvangen bedragen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de nieuwe diagnoses ASS en ADHD niet voldoende heeft meegewogen bij de herziening van de WAO-uitkering van appellante. Opdracht tot herstel van het besluit.

Hoger beroep over WIA-uitkering en procesbelang van eigenrisicodraagster. Uwv en werkneemster in hoger beroep, werkgeefster in incidenteel hoger beroep. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op Wajong-uitkering, omdat zij volledig arbeidsongeschikt is. Het Uwv moet een nieuw besluit nemen.

Hoger beroep over WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid na auto-ongeval. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen aanleiding voor andere beoordeling van belastbaarheid.

Hoger beroep over de oplegging van een maatregel op de Wajong-uitkering van een appellante met een lichte verstandelijke beperking. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de maatregel terecht is opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking en terugvordering van WW-uitkering wegens hennepkwekerij. Verzoek om herziening afgewezen, geen nieuwe feiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de herziening van de WGA-vervolguitkering van appellant, oordeelt dat er geen reformatio in peius is en dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over niet-verschoonbare termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift in het kader van de Wet WIA.

Hoger beroep over recht op ZW-uitkering wegens zwangerschapsklachten. De Raad bevestigt dat geen causaal verband is aangetoond tussen de klachten en de zwangerschap.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor eigen werk als taxichauffeur en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de arbeidsongeschiktheid van appellant en de geldigheid van zijn WIA-uitkering.

Hoger beroep over WGA-loonaanvullingsuitkering. Raad oordeelt dat Uwv onterecht bezwaar ongegrond verklaarde en kosten niet vergoedde. Uitspraak vernietigd en proceskosten vergoed.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat de geselecteerde functies geschikt zijn voor de werknemer, ondanks zijn beperkingen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van het UWV om WW-uitkering uit te betalen, o.b.v. onvoldoende bewijs van passend werkaanbod.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die als wasserijmedewerkster werkte, op basis van overtuigende medische rapporten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om herziening van ZW-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden aanwezig.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die geschikt werd geacht voor WIA-functies, ondanks haar bezwaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over geschiktheid van appellante voor haar werk als kapster en recht op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant weer geschikt was voor zijn werk als steigerbouwer, waardoor zijn Ziektewet-uitkering terecht is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de toekenning van een WGA-uitkering aan appellante, waarbij de medische en arbeidskundige grondslagen voldoende zijn onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de WIA-uitkering op appellante kan verhalen, omdat de uitzonderingssituatie van artikel 72, derde lid, Wet WIA niet van toepassing is.

Tussenuitspraak over herziening Wajong-uitkering. Uwv moet toegenomen beperkingen onderzoeken en eerdere afwijzing heroverwegen.

Hoger beroep over afwijzing Wajong-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden die eerdere besluiten onderbouwen. Uitspraak bevestigd op 17 augustus 2016.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet-tijdige indiening. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat geen nieuwe feiten zijn aangetoond die herziening rechtvaardigen.

Hoger beroep over geschiktheid voor arbeid en ziekengeld. Centrale Raad bevestigt dat appellante op 1 januari 2007 in staat was haar arbeid te verrichten. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de ZW-uitkering van appellant aanvangt op 31 januari 2011, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering na ziekmelding met longklachten, op basis van zorgvuldig onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat appellant in staat was om te lopen op de in geding zijnde datum en draagt het Uwv op om het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet als werknemer kan worden aangemerkt en geen recht heeft op ziekengeld, omdat de zorgovereenkomst eindigde op 9 maart 2011.

Hoger beroep over recht op ziekengeld. Uwv concludeert dat appellant geschikt is voor arbeid. Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen onafhankelijke deskundige nodig.

Hoger beroep over het recht op Ziektewet-uitkering; rechtbank bevestigt Uwv-besluit dat appellant geschikt is voor werk.

Centrale Raad van Beroep vernietigt loonsanctie opgelegd aan werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen, oordeelt dat werkgever niet tekortgeschoten is in haar verplichtingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, oordelend dat zij in staat is de functie van assemblagemedewerker B te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor arbeid en beëindigt ZW-uitkering. Geen nieuwe gronden in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering van ZW-uitkering wegens niet-gemelde inkomsten. Boete verlaagd naar € 10,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant, oordeelt dat hoorplicht is hersteld en dat appellant geschikt is voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante per 20 september 2012 niet geschikt was voor haar maatgevende arbeid als inpakker, vernietigt het besluit van het Uwv en herroept eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen Wajong-besluit gegrond, maar laat rechtsgevolgen in stand. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de in stand gelaten rechtsgevolgen van een WW-besluit en draagt Uwv op een nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over intrekking en terugvordering van ZW- en WIA-uitkering wegens geen gezagsverhouding en niet-verplichte verzekering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld na zorgvuldige beoordeling door verzekeringsarts.

Hoger beroep over ontslag op staande voet van werknemer wegens gedragingen. Centrale Raad bevestigt dat er sprake was van een dringende reden voor ontslag, maar dat de stichting voortvarend heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de schorsing en beëindiging van de ZW-uitkering van de appellant wegens het niet voldoen aan sollicitatieverplichtingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging vrijwillige ziekengeldverzekering met terugwerkende kracht door Uwv, geen strijd met rechtszekerheid.

Centrale Raad van Beroep herroept de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, oordeelt dat zij medisch niet geschikt was voor haar arbeid en veroordeelt het Uwv tot vergoeding van kosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering en de verkorting van de loonsanctie. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante in staat is haar werk te hervatten na zorgvuldig medisch onderzoek. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning van ziekengeld aan werknemer op basis van nawerking van de Ziektewet na beëindiging arbeidsovereenkomst. Hoger beroep van werkgever slaagt niet.

Hoger beroep over recht op ZW-uitkering na ziekmelding. Appellant is in staat geacht zijn werkzaamheden als schoonmaker te verrichten, ondanks rugklachten. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAO-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid en psychische klachten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellant, o.b.v. voldoende medische grondslag en geschiktheid voor geselecteerde functies.

Weigering van ZW-uitkering en terugvordering voorschot wegens niet-verzekerd zijn op eerste dag van arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering; medisch oordeel arts bezwaar en beroep is juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante, die niet meer arbeidsongeschikt werd geacht voor WIA-functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor eigen werk na ziekte, ondanks psychische klachten. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die geschikt werd geacht voor zijn arbeid. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, gebaseerd op medische beoordeling en belastbaarheid in eigen werk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over schadevergoeding en wettelijke rente in WW-zaak. Appellant krijgt geen hogere schadevergoeding of renteschade toegewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens schending van de inlichtingenplicht. Boete vastgesteld op € 130,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering WW-uitkering. Boete vastgesteld op € 600,- na schending inlichtingenverplichting door appellant.

Hoger beroep over de vorderbaarheid van vakantiedagen bij WW-uitkering. Appellant heeft niet aangetoond dat vakantiedagen vorderbaar waren in de referteperiode. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering WW-uitkering en boete wegens niet-gemelde werkzaamheden. Boete vastgesteld op € 390,- na verminderd verwijtbaarheid. Uwv veroordeeld in proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 13 januari 2014 in staat was om arbeid te verrichten en wijst het hoger beroep af.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing Wajong-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere besluiten van Uwv, geen nieuwe feiten aangetoond. Uwv veroordeeld tot proceskosten van € 992,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer verwijtbaar werkloos was, waardoor WW-uitkering ten onrechte was toegekend. Hoger beroep van werkgever slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van een eerder besluit inzake WIA-uitkering, ondanks nieuw medisch rapport.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, die lijdt aan psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en handhaaft rechtsgevolgen van bestreden besluit inzake ZW-uitkering. Uwv veroordeeld tot vergoeding proceskosten van appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat opname in zorginstelling geen vrijheidsontneming is, waardoor appellant recht heeft op Wajong-uitkering. Eerdere uitspraak van rechtbank vernietigd.

Centrale Raad bevestigt dat appellant zijn ZW-uitkering moet terugbetalen na ontslagname tijdens ziekte. Geen dringende redenen voor terugvordering aangetoond.

Hoger beroep over WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig bevonden. Appellante kan eigen werk verrichten. Beslissing: beroep tegen besluit 1 oktober 2013 gegrond, beroep tegen besluit 9 oktober 2015 ongegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op IVA-uitkering per 2 november 2011, herroept eerder Uwv-besluit en wijst schadevergoeding toe.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van onverschuldigd betaalde Ziektewet-uitkering aan appellant door het Uwv, zonder dringende redenen om hiervan af te wijken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet arbeidsongeschikt was en geen recht had op een ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het inkomen van de ex-echtgenote van appellant meetelt bij de aflossingscapaciteit, aangezien zij niet duurzaam gescheiden leefden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom 17 september 2012 als eerste ziektedag is vastgesteld en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een ZW-uitkering aan appellant, oordelend dat de verzekeringsarts zorgvuldig heeft gehandeld en appellant in staat is zijn werk te verrichten.

Tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep over ondeugdelijke motivering van een WIA-besluit. Uwv moet gebreken herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Wajong-uitkering terecht is geweigerd na herziening van medische en arbeidskundige beoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van WW-uitkering van appellant na ontdekking hennepkwekerij. Appellant heeft inlichtingenplicht geschonden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht onverschuldigd betaalde WW-uitkering heeft teruggevorderd en verrekend. Geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beëindiging van de ZW-uitkering van betrokkene terecht was, ondanks onjuiste motivering door de appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering na ontslagname appellante, die verwijtbaar was. Terugvordering voorschot door Uwv is terecht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding na onterecht opgelegde loonsanctie. Verzoeker krijgt € 29.002,26 toegewezen, inclusief wettelijke rente.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en dat het motiveringsgebrek is hersteld. WIA-uitkering geweigerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante na beoordeling van arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep slaagt niet, maar Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding wegens verjaring. Appellant maakte niet aannemelijk dat hij pas na einduitspraak bekend was met schade.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante met ziekte van Lyme; oordeelt dat zij geschikt is voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, o.b.v. zorgvuldig medisch onderzoek en arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en vaststelling van malingering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant binnen vier weken na het einde van zijn verzekering ziek was door PTSS, vernietigt eerdere uitspraak en draagt Uwv op opnieuw te beslissen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld en WIA-uitkering, omdat hij niet arbeidsongeschikt was. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op Wajong-uitkering wegens arbeidsongeschiktheid op 17-jarige leeftijd, vernietigt eerdere uitspraak en draagt Uwv op opnieuw te beslissen.

Centrale Raad van Beroep verklaart appellante niet-ontvankelijk in haar beroep wegens te late indiening van bezwaar tegen besluit UWV.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op ziekengeld na beëindiging dienstverband, vernietigt eerdere uitspraak en herroept besluit Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door verzekeringsartsen.

Hoger beroep over loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkgever. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die weer geschikt werd geacht voor zijn maatgevende arbeid na psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellant op basis van WAO-beoordeling. Geen aanleiding voor deskundige. Medische grondslag is afdoende.

Hoger beroep van appellant tegen beëindiging ZW-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld. Proceskostenvergoeding van € 2.184,33 aan appellant.

Centrale Raad bevestigt dat appellante recht heeft op WIA-uitkering vanaf 16 september 2011 en dat ZW-uitkering terecht is ingetrokken.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep over intrekking ZW-uitkering; appellant wordt geschikt geacht voor geduide functies. Hoger beroep niet geslaagd, verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de WAO-uitkering van appellant terecht heeft beëindigd en het herzieningsverzoek heeft afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de WGA-vervolguitkering van appellant, die zijn beperkingen niet juist vastgesteld achtte. De Raad oordeelt dat de medische beoordeling door het Uwv zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, o.b.v. medische beoordeling en arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante wegens geschiktheid voor arbeid na psychische klachten.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat appellant medisch geschikt is voor arbeid en dat de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant, die geschikt werd geacht voor geselecteerde functies na WIA-beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 20 februari 2014 geen recht meer heeft op een WIA-uitkering, na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; appellant had geen belang bij voortzetting van de procedures.

Hoger beroep over herziening van WAO-toeslag en terugvordering door Uwv na werkzaamheden in eigen onderneming. Appellant schond inlichtingenplicht. Uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; geen medische grond voor arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering wegens gebrek aan toegenomen arbeidsongeschiktheid.

Hoger beroep over WIA-uitkering van appellant met rugklachten; 69% arbeidsongeschiktheid vastgesteld. Hoger beroep niet geslaagd, eerdere uitspraak bevestigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van WAO-uitkering van appellant wegens inkomsten uit hennepteelt. Hoger beroep faalt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van het Uwv, herroept het besluit van 10 december 2012 en kent schadevergoeding toe aan appellante.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat medische beoordeling en beperkingen correct zijn vastgesteld.

Hoger beroep van verpleegkundige tegen hersteldverklaring arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen nieuwe medische gegevens ingebracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid is en dat de WIA-uitkering van appellante per 4 augustus 2012 terecht is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onrechtmatig handelde door een maatregel op te leggen aan appellant. Schadevergoeding voor immateriële schade afgewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat bezwaar tegen toekenningsbesluit Ziektewet tijdig is ingediend. Zaak wordt terugverwezen naar rechtbank voor inhoudelijke behandeling.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en wijst zaak terug voor inhoudelijke behandeling van bezwaar tegen WIA-toekenningsbesluit.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante toestemming te verlenen voor verhuizing naar Portugal met behoud van haar Wajong-uitkering.

Hoger beroep over schadevergoeding bij onrechtmatige loonsanctie. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op aanvullende schadevergoeding van € 1.576,97 en vernietigt het eerdere besluit van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, die in hoger beroep geen nieuwe gronden aanvoert.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen op een eerder besluit inzake de arbeidsongeschiktheidsuitkering van appellant, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante wegens laattijdige aanvraag en gebrek aan medische informatie over haar toestand rond haar zeventiende en achttiende jaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na beëindiging dienstverband door appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet geschikt is voor zijn werk als beveiliger na nekletsel, waardoor ZW-uitkering ten onrechte is beëindigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn belastbaarheid correct is vastgesteld en dat hij in staat is om te werken met de juiste begeleiding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de herziening van de WAO-uitkering van appellante, waarbij de beperkingen niet zijn onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het bezwaar van appellant tegen schadevergoeding niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat er geen appellabel besluit was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat hij in staat is om geselecteerde functies te verrichten, ondanks zijn klachten.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de beperkingen van appellante niet zijn onderschat en dat de geselecteerde functies passend zijn.

Hoger beroep over verhaal ZW-uitkering wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de re-integratie-inspanningen van de werkgeefster in het kader van de WIA voldoende zijn, ondanks eerdere tekortkomingen in spoor 1.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van een loonsanctie aan werkgeefster wegens onvoldoende onderbouwing van re-integratie-inspanningen.

Hoger beroep over de weigering van een IVA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat de verzekeringsarts overtuigend heeft aangetoond dat verbetering van de medische situatie van appellante verwacht kan worden.

Hoger beroep over loongerelateerde WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante per 1 januari 2014, oordeelt dat zij arbeidsgeschikt is, en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan de appellant, die medisch geschikt werd bevonden voor diverse functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv terecht niet terugkwam op het besluit om de Wajong-aanvraag van appellante af te wijzen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellante tegen de weigering van een Wajong-uitkering vanwege termijnoverschrijding. Er is geen verschoonbaarheid aangetoond.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende procesbelang; appellant heeft geen recht meer op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op Ziektewet-uitkering na 18 maart 2014, omdat hij meer dan 65% van zijn loon kan verdienen.

Hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen overtuigende medische gegevens zijn voor verdergaande beperkingen.

Hoger beroep over afwijzing WIA-uitkering. Geen recht op uitkering vastgesteld door Uwv, medische beoordeling door rechtbank bevestigd.

Hoger beroep over recht op ziekengeld afgewezen; appellante geschikt voor WIA-functies. Geen schadevergoeding toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt schorsing WAO-uitkering van appellante wegens niet-nakoming van onderzoeksverplichting. Appellante heeft geen medische onderbouwing voor afwezigheid bij psychiater.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant op 25 juni 2013 volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt was, waardoor hij geen recht had op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening Ziektewetuitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond door appellant.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart het beroep van betrokkene tegen de weigering van een voorschot op ZW-uitkering ongegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op IVA-uitkering vanaf 18 januari 2012 en vernietigt eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over niet-verschoonbare termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellant, oordelend dat de medische beoordeling en geschiktheid voor functies correct zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over ingangsdatum Wajong-uitkering voor appellant, die volledig arbeidsongeschikt is. De rechtbank had niet alle gronden behandeld. De Raad verklaart het beroep gegrond en vernietigt eerdere uitspraak.

Hoger beroep over boete wegens schending inlichtingenverplichting Wajong. Appellant heeft zijn verplichtingen niet nageleefd. Boete van € 120,- bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet heeft aangetoond in dienstbetrekking te hebben gewerkt van 1979 tot 1985, waardoor haar aanvraag voor een WAO-uitkering wordt afgewezen.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, die als schoonmaakster werkte en psychische klachten had. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak dat appellante in staat is haar werk te verrichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat psychische klachten van appellante niet direct verband houden met haar tweede zwangerschap, maar voortkomen uit de eerste zwangerschap. Geen proceskostenveroordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering op basis van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en correct vastgesteld maatmaninkomen. Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; belastbaarheid volgens FML is juist vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de arbeidsongeschiktheid van appellant en bevestigt dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is, waardoor de WIA-uitkering is beëindigd. De rechtsgevolgen van het bestreden besluit blijven in stand.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is geacht. Proceskosten worden vergoed aan appellant.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten van Uwv over intrekking WIA-uitkering en boete wegens vermeende simulatie van arbeidsongeschiktheid. Appellante krijgt recht op uitkering hersteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld ingevolge de ZW na schorsing van de uitkering, op basis van voldoende medische en arbeidskundige grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellante was op 17e verjaardag geen ingezetene van Nederland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever; geen aanleiding voor bekorting of schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de aanvraag van appellant voor Wajong-uitkering ook toekomstig moet worden beoordeeld. Uwv moet eerdere beëindiging heroverwegen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering en intrekking ZW-uitkering; appellante biedt onvoldoende bewijs voor ernstiger beperkingen.

Hoger beroep over toekenning loongerelateerde WGA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat appellant op 30 maart 2012 niet duurzaam arbeidsongeschikt was. Hoger beroep slaagt niet.

Tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid van appellant, waarbij het Uwv wordt opgedragen het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte een ZW-uitkering aan appellant weigerde per 8 januari 2013. De Raad vernietigt eerdere besluiten en bepaalt dat appellant pas per 6 februari 2014 geen recht meer heeft op uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het recht op ziekengeld van appellant, na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Wajong-aanvraag; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant in staat was de voorgehouden functies te vervullen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de weigering van de WIA-uitkering, waarbij de FML van 22 mei 2013 als juist wordt beschouwd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die geschikt werd geacht voor haar arbeid na medische beoordeling.

Hoger beroep over WGA-uitkering. Appellant betwistte de overschatting van zijn beperkingen. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ZW-uitkering na WIA-beoordeling. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college als belanghebbende is aangemerkt, maar geen concreet procesbelang heeft bij de uitspraak over arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep van het Uwv slaagt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van een WIA-uitkering wegens onvoldoende reële schatting van arbeidsongeschiktheid en draagt Uwv op opnieuw te beslissen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan belanghebbende met een arbeidsongeschiktheid van 62%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; onderzoek door Uwv was zorgvuldig en medische gegevens waren voldoende.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant, oordelend dat hij per 10 januari 2014 weer geschikt was voor zijn arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor haar werkzaamheden na ongeval, ondanks psychische klachten. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van artikel 13 van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringswetten bij de berekening van de WW-uitkering van appellant, die eerder een WAO-uitkering ontving.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking en terugvordering van een WW-uitkering door het Uwv, waarbij appellant niet in staat was om te onderkennen dat hij zowel een WW- als een ZW-uitkering ontving.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de arbeidsondersteuning van appellant, die als bezwaarjurist werkte, op basis van de Wet Wajong.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht had op een IVA-uitkering eerder dan 24 december 2012, en dat zijn aanvraag niet leidt tot herziening van eerdere besluiten.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van ZW-aanvraag. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de korting op de WGA-uitkering van werkneemster [X.], oordelend dat er geen wijziging van ambt was en dat het Uwv een volledig, ongekorte uitkering had moeten toekennen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor arbeid en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid van beroepschrift wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het dagloon op € 45,42 mocht vaststellen op basis van polisadministratie. Appellant kon niet aantonen dat de gegevens onjuist waren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag over afwijzing verzoek om herziening van een besluit inzake ziekengeld, omdat geen nieuwe feiten zijn aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van de ZW-uitkering aan appellante, omdat zij redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zij teveel uitkering ontving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak; bezwaren tegen Uwv gedeeltelijk niet-ontvankelijk en ongegrond verklaard. Schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg en verklaart het hoger beroep ongegrond, waarbij het Uwv zijn eigen afwegingen moet maken bij besluiten over WAO en ZW uitkeringen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor arbeidsondersteuning onder de Wet Wajong, omdat appellante niet aan de voorwaarden voldeed.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; beëindiging ZW-uitkering betrokkene als moskeemedewerker is rechtmatig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor arbeid als makelaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ziekengeldaanvraag appellant wegens gebrek aan bewijs voor ziekte of gebreken gerelateerd aan alcoholverslaving en psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak van 20 mei 2015 inzake WIA-beroep, na vaststelling van een kennelijke fout in de eerdere uitspraak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het ziekengeld van appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de juiste maatstaf is gehanteerd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroepen gegrond. Toeslag onterecht ontvangen door gezamenlijke huishouding. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het UWV terecht geen maatregel heeft opgelegd aan werknemer wegens onvoldoende sollicitaties. Beroep van Stichting A ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en Uwv-besluiten, oordeelt dat bezwaar appellant tijdig was ingediend en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Hoger beroep over WW-uitkering na reorganisatie en werkzaamheden voor [werkgever B]. Vertrouwensbeginsel niet gehonoreerd. Uwv moet kosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt boete voor niet melden partnerinkomen, bevestigt intrekking toeslag en terugvordering door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geschikt is voor geselecteerde functies en weigert de ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Ziektewet-uitkering aan appellant, o.b.v. medische geschiktheid en arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, o.b.v. de deugdelijkheid van de medische grondslag en onvoldoende bewijs voor meer beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante na ontslag op 1 februari 2011 niet verzekerd was voor de Ziektewet, omdat er geen nieuwe arbeidsovereenkomst was en geen loon was betaald.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over arbeidsongeschiktheid en WAO-uitkering van appellante, die per 27 december 2011 op minder dan 15% is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant een benadelingshandeling heeft gepleegd door een beëindigingsovereenkomst te ondertekenen, waardoor hij zijn recht op ZW-uitkering verloor.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om schadevergoeding af wegens gebrek aan causaal verband met onrechtmatig besluit over loonsanctie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WGA-uitkering en wijst verzoek om uitstel af; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht had op voorschot ZW-uitkering voor 1 april 2013, omdat hij recht had op loon door zijn werkgever.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; voldoende zorgvuldig onderzoek en appellant geschikt voor maatgevende arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek; appellante's beperkingen zijn correct vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoeken om schadevergoeding door het Uwv in hoger beroep.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering; geschiktheid voor eigen werk bevestigd door de Centrale Raad van Beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, loonsanctie blijft gehandhaafd en verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep over loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart bezwaar van appellante tegen UWV-besluit ontvankelijk. Nieuwe beslissing op bezwaar vereist.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang inzake Ziektewet-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van administratief medewerkster na psychische klachten, oordeelt dat extra taken niet kenmerkend zijn voor functie.

Hoger beroep gegrond; bezwaar tegen niet-ontvankelijk verklaring is ten onrechte afgewezen. Uwv moet nieuwe beslissing op bezwaar nemen en proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WAO-uitkering van appellant, geen toegenomen arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat onvoldoende vaststaat dat 4 september 2009 de eerste arbeidsongeschiktheidsdag was en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering en de beëindiging van de ZW-uitkering, oordelend dat het medisch en arbeidskundig onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Beëindiging van de ZW-uitkering van appellante na zorgvuldig onderzoek door het Uwv. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellante, oordelend dat de medische beoordeling door de verzekeringsarts juist was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het ziekengeld van appellant, die weer geschikt werd geacht voor zijn werk als tuinbouwmedewerker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de vrijwillige verzekering ingevolge de Ziektewet niet met terugwerkende kracht kan beëindigen. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van onterecht betaalde toeslag aan appellante, die geen melding maakte van haar overige inkomsten. De rechtbank oordeelde dat appellante redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zij geen recht had op de toeslag. Het beroep op verjaring werd verworpen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan de appellant, omdat zijn handicap na zijn zeventiende verjaardag is ontstaan, waardoor hij niet tot de doelgroep behoort.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de loonsanctie tot 1 juli 2012 en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellant, oordelend dat zijn beperkingen niet zijn onderschat en dat de medische geschiktheid voor de geduide functies juist is beoordeeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg en oordeelt dat het medisch onderzoek naar de arbeidsongeschiktheid van appellante zorgvuldig was. Er zijn geen relevante arbeidsbeperkingen vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het onderzoek naar de arbeidsongeschiktheid van appellante zorgvuldig was en dat de functies passend zijn. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor haar werk na WIA-uitkering; geen nieuwe medische informatie in hoger beroep.

Hoger beroep over beëindiging WIA-uitkering van appellant wegens arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst verzoek om wettelijke rente af.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de herziening van de arbeidsongeschiktheid van appellant op een deugdelijke medische grondslag berust. Het beroep tegen het besluit van 14 april 2014 wordt ongegrond verklaard, en het Uwv wordt veroordeeld tot vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland over de geschiktheid van appellante tot arbeid na beëindiging van haar Ziektewet-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante per 9 maart 2011 volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt is. Uwv hoeft geen IVA-uitkering te verstrekken. Proceskosten van € 2.695,- toegewezen aan appellante.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant, oordeelt dat hij geschikt was voor arbeid. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het ziekengeld van appellante per 2 mei 2013, na beoordeling van medische gegevens en argumenten in hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering aan appellant, omdat hij zich niet tijdig ziek meldde na afloop van zijn verzekering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor werk als assistent operator.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarbij de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante is bekrachtigd. Appellante is in staat geacht haar werkzaamheden te verrichten na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van de WIA-uitkering aan appellante niet op een juiste medische grondslag is gebaseerd en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv geen dwangsom verschuldigd was na 3 april 2012, omdat het besluit op die datum aan appellante was verzonden, ondanks dat het niet aan haar gemachtigde was gestuurd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onrechtmatig heeft gehandeld door geen maatregel op te leggen aan werknemer en draagt het Uwv op om schadevergoeding vast te stellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkneemster voldoende meewerkte aan re-integratie en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt niet-ontvankelijk verklaring van beroep en herroept ontheffing sollicitatieplicht door Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat blijvende weigering Ziektewet-uitkering onterecht is, omdat appellant niet in overwegende mate kan worden verweten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv gebrekkig heeft gemotiveerd waarom de re-integratie-inspanningen van de werkgever voldoende waren. Uwv moet binnen zes weken het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv gebrekkige onderbouwing heeft voor arbeidsongeschiktheid van appellant; nieuwe beslissing op bezwaar vereist.

Centrale Raad van Beroep herroept de intrekking van de ZW-uitkering en toeslag van appellante, oordeelt dat het Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd voor uitkeringsfraude en veroordeelt het Uwv tot vergoeding van kosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant zijn starterskrediet moet terugbetalen. De aflossingscapaciteit is correct vastgesteld door het Uwv en ligt binnen de beslagvrije voet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van een buschauffeur die onder invloed van alcohol bij de bedrijfsarts verscheen, en oordeelt dat dit een benadelingshandeling was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat haar beperkingen niet zijn onderschat en de geduide functies passend zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering en de terugvordering door het Uwv, omdat de vordering niet is verjaard en er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep herroept besluiten van Uwv over intrekking en terugvordering van uitkering wegens gezamenlijke huishouding. Onzorgvuldig onderzoek vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en herroept loondoorbetalingsverplichting, oordeelt dat Uwv onvoldoende onderbouwd heeft dat re-integratiekansen zijn gemist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering startersregeling en verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk voor intrekking WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van onterecht betaalde WAO-uitkering na werkzaamheden van appellante zonder melding van inkomsten.

Hoger beroep over de herziening van WAO-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken en oordeelt dat appellant terecht geschikt werd geacht voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag op staande voet. Appellant kon niet aantonen dat hij ziek was op het moment van ontslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 8 mei 2012 geschikt was voor zijn arbeid en geen recht meer had op ziekengeld, na beoordeling van medische gegevens.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 14 februari 2012 geschikt was voor haar arbeid als baliemedewerkster en geen recht meer had op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van ZW-uitkering na wijziging van vordering en ontslag op staande voet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; appellant kan met beperkingen passende arbeid verrichten.

Rechtbank Amsterdam oordeelt over het gebruik van pepperspray en kap bij aanhouding van verdachte. Verdachte krijgt taakstraf van 120 uren en moet schadevergoeding betalen aan verbalisanten.

Verdachte vrijgesproken van poging tot afpersing; wel veroordeeld voor voorhanden hebben stroomstootwapen met geldboete van € 550,-.

Verdachte veroordeeld tot 13 maanden gevangenisstraf voor het voorhanden hebben van een pistoolmitrailleur met munitie. Herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling voor 487 dagen gelast.

De rechtbank Amsterdam veroordeelt de verdachte tot 18 maanden gevangenisstraf voor zware mishandeling en openlijke geweldpleging, met schadevergoeding aan slachtoffers.

De rechtbank spreekt de verdachte vrij wegens gebrek aan bewijs in een zaak van ernstige mishandeling tijdens een evenement. De verklaringen van getuigen en de aangever werden als inconsistent en onbetrouwbaar beoordeeld.

De rechtbank Amsterdam heeft op 28 januari 2014 een verdachte veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf voor diefstal van een tas en verblijf als ongewenst vreemdeling. De verdachte was betrokken bij de diefstal en heeft onvoldoende gedaan om zijn vertrek uit Nederland te realiseren.

Verdachte vrijgesproken van oplichting, gewoontewitwassen en valsheid in geschrift wegens onvoldoende bewijs.

Verdachte vrijgesproken van oplichting en gewoontewitwassen in vastgoedzaak. Onvoldoende bewijs voor schuld vastgesteld.

Verdachte veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf voor oplichting, gewoontewitwassen en valsheid in geschrift, met schadevergoeding van € 5.284.858,39 aan benadeelde partijen.

Rechtbank Amsterdam veroordeelt [B.V. 1] tot een voorwaardelijke geldboete van € 400.000,- voor oplichting en overtredingen van financiële wetgeving, met schadevergoeding aan 115 benadeelde partijen van € 5.284.858,39.

Verdachte veroordeeld voor diefstal met geweld in Amsterdam; gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk.

Rechtbank Amsterdam staat overlevering naar Italië toe; weigeringsgrond artikel 12 OLW niet van toepassing. Opgeëiste persoon kan verdediging voeren.

De Rechtbank Amsterdam heeft op 13 augustus 2013 de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen toegestaan, gezien de ernst van de feiten en het voorkomen van straffeloosheid.

De rechtbank Amsterdam veroordeelt de verdachte tot 11 jaar gevangenisstraf voor het opzettelijk brandstichten van meerdere panden en bospercelen, met gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar.

De rechtbank Amsterdam sprak de verdachte vrij van witwassen en overtredingen van de Opiumwet wegens gebrek aan bewijs voor opzet. De in beslag genomen goederen worden geretourneerd.

Verdachte vrijgesproken van witwassen, maar schuldig bevonden aan mensenhandel en mishandeling van slachtoffer [A]. Veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf en schadevergoeding van € 3.500,- aan slachtoffer.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van mensenhandel en witwassen wegens onvoldoende bewijs, maar veroordeeld voor het illegaal bezit van een vuurwapen en munitie.

De Rechtbank Amsterdam schorst op 21 januari 2013 de voorlopige hechtenis van de verzoeker onder voorwaarden, vanwege persoonlijke omstandigheden en de lange duur van de hechtenis.

De rechtbank heeft drie verdachten veroordeeld voor oplichting van beleggers in wijn, met aanzienlijke financiële schade voor de slachtoffers. De hoofdverdachte kreeg een gevangenisstraf van 3,5 jaar en moet schadevergoeding betalen aan de benadeelde partijen.

De rechtbank heeft drie verdachten veroordeeld voor oplichting van beleggers in wijn, met gevangenisstraffen van 18 maanden. De slachtoffers verloren aanzienlijke bedragen door valse beloftes over rendementen en terugkoopgaranties.

De rechtbank heeft drie verdachten veroordeeld voor oplichting van beleggers in wijn, met aanzienlijke financiële schade voor de slachtoffers. De hoofdverdachte kreeg 20 maanden gevangenisstraf en moet schadevergoeding betalen.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van poging tot moord, maar veroordeeld voor bedreiging met een handgranaat. Hij krijgt 2 jaar gevangenisstraf.

Vrijspraak voor moord, 2 maanden gevangenisstraf voor bezit vals reisdocument. Verdachte was aanwezig bij schietpartij, maar niet bewezen dat hij betrokken was. Vervalsing identiteitskaart leidde tot straf.

De rechtbank Amsterdam spreekt de verdachte vrij van moord na onvoldoende bewijs. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.

Verdachte veroordeeld voor moord op [A] en wapenbezit. De rechtbank oordeelde dat verdachte met voorbedachten rade handelde. Vonnis: 15 jaar gevangenisstraf.

Verdachte veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf voor het uitlokken van moord op concurrent in de escortbranche.

De Rechtbank Amsterdam heeft op 15 mei 2012 de overlevering van een opgeëiste persoon toegestaan voor bepaalde feiten, maar geweigerd voor andere feiten, op basis van een Europees aanhoudingsbevel.

De Rechtbank Amsterdam heeft op 15 mei 2012 de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen toegestaan voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van zes maanden, omdat er geen weigeringsgronden waren.

De rechtbank veroordeelt de verdachte voor verduistering van € 120.000,- van zijn tante en begunstiging van een medeverdachte. Vrijspraak voor (gewoonte)witwassen. Voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met 2 jaar proeftijd.

Verdachte is veroordeeld tot één jaar plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis wegens stalking, maar is niet strafbaar verklaard vanwege ontoerekeningsvatbaarheid door een psychotische stoornis.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte medeplichtig is aan oplichting via '419'-fraude, waarbij hij slachtoffers heeft bewogen tot de afgifte van $ 28.500,-. Hij wordt veroordeeld tot 50 dagen gevangenisstraf.

De rechtbank heeft twee verdachten vrijgesproken van de overval op een juwelier, omdat niet bewezen kon worden dat zij aanwezig waren op de plaats delict.

De rechtbank heeft twee verdachten vrijgesproken van de overval op een juwelier wegens onvoldoende bewijs. Er was geen overtuigend bewijs dat de verdachten betrokken waren bij de overval op 8 september 2010.

Verdachte veroordeeld tot 22 jaar gevangenisstraf voor moord op zwager, zware mishandeling van vrouw en neef, en poging tot doodslag.

De rechtbank heeft een verdachte veroordeeld tot 14 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor een gewapende overval met een mes op 18 september 2010 in Hilversum.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van bedreiging en moord, maar veroordeelde hem voor doodslag en drugstransport, met een gevangenisstraf van 10 jaar.

Verdachte veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf voor het toedienen van een abortusmiddel aan een zwangere vrouw zonder haar toestemming.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van moord, maar veroordeelde hem voor doodslag in een schietincident uit 1996, met een gevangenisstraf van 14 jaar.

Verdachte veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor poging tot doodslag en zware mishandeling; vrijspraak poging tot moord; vordering immateriële schadevergoeding niet ontvankelijk.

De rechtbank legt een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden op aan een man die een bedreigende brief bij een basisschool in Weesp deponeerde.

Rechtbank Amsterdam verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte door opeenstapeling van fouten en schending van het recht op een eerlijk proces.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen een splitsingsvergunning. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het besluit en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen.

De rechtbank verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging, omdat afgeluisterde gesprekken tussen verdachte en advocaat niet vernietigd zijn, wat een ernstige schending van de procesorde inhoudt.

Vrijspraak voor moord, bewezenverklaring doodslag en veroordeling voor ongeoorloofd vuurwapenbezit in de Kapperswinkel-moordzaak.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf voor 5 straatroven, waarvan 4 met geweld. Vrijspraak voor 4 andere feiten. Schadevergoeding aan slachtoffers toegewezen.

De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging wegens schending van procesrechten, met ernstige inbreuken op de beginselen van een behoorlijke procesorde.

De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging wegens verzuimen en onzorgvuldig handelen, wat de waarheidsvinding heeft geschaad.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en verplicht de korpsbeheerder om uiterlijk op 10 november 2006 een besluit te nemen, met een dwangsom van € 250,- per dag bij niet-naleving.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoekster niet tijdig en schriftelijk had verzocht om uitbreiding van haar arbeidsuren.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, o.a. omdat er geen connexiteit is en de rechtbank bevoegd is. Tevens is er geen spoedeisend belang voor schadevergoeding.

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de proceskosten van verzoekster tot € 322,00 na intrekking van het hoger beroep.