In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 7 september 2023, wordt het beroep van eiser tegen de terugvordering van zijn Ziektewet (ZW) en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) uitkeringen beoordeeld. Eiser, die als directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een BV wordt aangemerkt, heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het UWV die hem verplichten tot terugbetaling van ontvangen uitkeringen. De rechtbank onderzoekt of eiser inderdaad als DGA kan worden aangemerkt, wat cruciaal is voor de vraag of hij recht heeft op de uitkeringen. De rechtbank concludeert dat eiser en zijn nicht, als erfgenamen van de overleden aandeelhouder, gezamenlijk het stemrecht over de aandelen van de BV uitoefenden, waardoor eiser voldoet aan de criteria voor DGA-status. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht tot terugvordering is overgegaan, omdat eiser niet de juiste informatie heeft verstrekt bij zijn aanvragen. Eiser's verzoek om schadevergoeding wordt ingetrokken en het beroep wordt ongegrond verklaard. Eiser krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.