Uitspraak
de gemeente Eersel, eiseres
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [werkneemster] , uit [woonplaats]
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
“De bedrijfsarts heeft het medisch beeld helder beschreven. Er is informatie bij de curatieve sector opgevraagd welke werd meegenomen in de overwegingen. Echter wijk ik af van de visie van de bedrijfsarts ten aanzien van de forse beperkingen die zijn gesteld qua belastbaarheid dat klant maximaal 5-15 minuten een zittende of staande houding kan aannemen, gevolgd door lange hersteltijd welke vaak in liggende houding moet plaatsvinden.”Daaruit leidt de rechtbank af dat de bedrijfsarts zorgvuldig onderzoek heeft verricht, maar dat de beschikbare informatie anders wordt gewogen door de bedrijfsarts dan door de arts van het UWV.
“Echter vanuit de additionele informatie en toelichtingen op visie van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de klant (hoewel ik de insteek tot op enige hoogte kan begrijpen), zie ik nog altijd geen indicatie voor het stellen van dergelijke forse beperkingen.”. Het gegeven dat de arts van het UWV de insteek van de bedrijfsarts tot op zekere hoogte kan begrijpen, wijst naar het oordeel van de rechtbank niet in de richting van een tekortkoming in de beoordeling, maar juist in een verschil in visies. Dat er sprake is van zo'n verschil betekent echter niet dat de bedrijfsarts niet juist heeft gehandeld.
“Zitten, stilstaan en op de rug liggen gaan moeizaam en zorgen voor onmiddellijk verergering van de pijn. Verder zijn haar spierkracht en conditie verbeterd sinds de operatie en de fysiotherapie.”In september 2020 zijn de klachten dus (nog) niet gewijzigd en zijn er nog geen positieve effecten van de behandeling.