ECLI:NL:RBOBR:2023:2673

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
1 juni 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
22/1882
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een beroep tegen een aanslag leges voor de bouw van champignoncellen en kantoorruimte

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiseres, een B.V., tegen een aanslag leges van € 33.340,90 voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bouw van vier champignoncellen en kantoorruimte, en het verplaatsen van een reeds vergunde verpakkingshal. De heffingsambtenaar van de gemeente Gemert-Bakel had eerder uitspraak gedaan op de bezwaren van eiseres, maar na intrekking van het beroep door eiseres, werd de heffingsambtenaar gedwongen om opnieuw te oordelen. De rechtbank had in een tussenuitspraak de heffingsambtenaar de kans gegeven om het geconstateerde gebrek in het besluit te herstellen, maar dit bleek niet te zijn gebeurd. De rechtbank concludeert dat het normbedrag voor champignonkwekerijen, zoals opgenomen in de ROEB-lijst, niet passend is voor de situatie van eiseres. De rechtbank heeft zelf voorzien in de zaak en de leges vastgesteld op € 15.808,90, wat aanzienlijk lager is dan het oorspronkelijk opgelegde bedrag. De heffingsambtenaar wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 2.684,50. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 22/1882 E

uitspraak van de meervoudige kamer van 1 juni 2023 in de zaak tussen

[eiseres] B.V., uit [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigden: mr. P.J.M. Boomaars en [naam] ),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Gemert-Bakel (de heffingsambtenaar)

(gemachtigden: mr. P. Fermont en E. van den Kerkhof).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen een aanslag leges ter hoogte van € 33.340,90. Dit bedrag is in rekening gebracht voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bouw van vier champignoncellen en kantoorruimte en het verplaatsen van een reeds vergunde verpakkingshal.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft op 3 juni 2019 uitspraak gedaan op de bezwaren van eiseres tegen de aanslag leges. Nadat de heffingsambtenaar deze uitspraak op bezwaar had ingetrokken, heeft eiseres het daartegen gerichte beroep bij de rechtbank ingetrokken. Daarna heeft de heffingsambtenaar op 31 december 2019 een tweede uitspraak op bezwaar gedaan. De rechtbank heeft eiseres vervolgens niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep tegen de tweede uitspraak op bezwaar. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd. [1] Het gerechtshof heeft geoordeeld dat eiseres ontvankelijk is in haar beroep bij de rechtbank en dat de rechtbank alsnog een inhoudelijke beslissing moet nemen over het beroep van eiseres tegen de eerste uitspraak op bezwaar.
1.3.
De rechtbank heeft dit beroep op 13 oktober 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigden van eiseres, de heer [naam] , directeur van eiseres, en de gemachtigden van de heffingsambtenaar.
1.4.
De rechtbank heeft op 16 december 2022 een tussenuitspraak gedaan. In de tussenuitspraak van 16 december 2022 (de tussenuitspraak) heeft de rechtbank de heffingsambtenaar in de gelegenheid gesteld om binnen acht weken na verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van wat in de tussenuitspraak is overwogen, het geconstateerde gebrek in het bestreden besluit te herstellen.
1.5.
Bij zijn brief van 10 februari 2023 heeft de heffingsambtenaar een herstelpoging gedaan.
1.6.
Op 17 maart 2023 heeft eiseres daarop gereageerd.
1.7.
De rechtbank heeft met toepassing van artikel 8:57, tweede lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek gesloten.

Feiten

2. Voor de feiten wordt verwezen naar de tussenuitspraak. [2] In aanvulling daarop wordt hier vermeld dat volgens de vergunningaanvraag van 18 oktober 2018 de totale kosten voor vier te bouwen champignoncellen, het verplaatsen van een hal en het bouwen van kantoorruimte, € 370.200 bedragen. In het bestreden besluit is de heffingsambtenaar op basis van de normbedragen in de ROEB-lijst [3] voor de bouwkosten behorende bij deze aanvraag uitgegaan van een bedrag van € 1.179.773,27 aan bouwkosten.
2.1.
Voor zover van belang heeft de rechtbank in de tussenuitspraak het volgende overwogen.
Toch is de rechtbank er nog niet van overtuigd dat de door de gemeentelijke regelgever voorgeschreven heffingsmaatstaf niet leidt tot een onredelijke en willekeurige belastingheffing die de wetgever niet voor ogen kan hebben gehad. Ten eerste is niet duidelijk waarop het thans gehanteerde normbedrag is gebaseerd. De rechtbank twijfelt er door de stellingen van eiseres voorts aan of het normbedrag voor champignonkwekerijen in dit geval passend is voor de berekening van de bouwkosten.
3. De heffingsambtenaar heeft een poging gedaan het gebrek te herstellen en heeft in de brief van 10 februari 2023 geschreven dat het gehanteerde normbedrag voor champignonkwekerijen is gebaseerd op het E-book basisbedragen voor Gebouwen. In het Ebook zijn volgens de heffingsambtenaar echter geen bouwkosten voor een champignonkwekerij opgenomen. Daarom is navraag gedaan bij de werkgroep belast met het opstellen van de ROEB-lijst. Volgens de heffingsambtenaar heeft de werkgroep te kennen gegeven dat de norm is gebaseerd op feitelijke aanvragen en de daarbij opgegeven kosten.
3.1.
Verder heeft de heffingsambtenaar in zijn brief van 10 februari 2023 vermeld dat over de vraag of het passend is om in de situatie van eiseres het normbedrag voor een champignonkwekerij (inclusief basisinrichting) te hanteren, geen nadere informatie kan worden gegeven dan eerder naar voren is gebracht. De heffingsambtenaar heeft de rechtbank gevraagd zelf te voorzien in de zaak door de hoogte van de leges vast te stellen. De heffingsambtenaar heeft gevraagd de leges vast te stellen op basis van een middeling van de normbedragen zoals opgenomen in de ROEB-lijst onder punt 12.3 opslagloods (betonnen gevels) en onder punt 12.7 champignonkwekerij (inclusief basisinrichting). Als reden geeft de heffingsambtenaar dat hij het niet geheel realistisch vindt om alleen van het normbedrag voor een opslagloods uit te gaan. De heffingsambtenaar komt dan op een totaal aan verschuldigde leges van € 21.783,95.

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank stelt vast dat de heffingsambtenaar over de vraag of het passend is om in de situatie van eiseres het normbedrag voor champignoncellen te hanteren geen nadere informatie heeft kunnen geven. Dit betekent dat op dit punt het gebrek niet is hersteld en dat de rechtbank concludeert dat het normbedrag zoals weergegeven in de ROEB-lijst onder punt 12.7 champignoncellen (incl. basisinrichting), niet passend is voor de situatie van eiseres. De rechtbank heeft daartoe ook het volgende in aanmerking genomen.
4.1.
Het is op basis van wat partijen naar voren hebben gebracht voor de rechtbank voldoende aannemelijk geworden dat de kosten van de bouw van een champignonkwekerij met name bestaan uit de kosten voor een basisinrichting. Dit heeft de heffingsambtenaar niet betwist. Eiseres heeft ook aannemelijk gemaakt dat voor de te bouwen 4 champignoncellen niet al die kosten hoeven te worden gemaakt. Zo heeft eiseres in haar reactie op de herstelpoging van de heffingsambtenaar naar voren gebracht dat voor een champignonkwekerij inrichtingscomponenten nodig zijn zoals installatieruimtes (pompruimte, cv-ruimte, luchtruimte) en verwerkingsinstallaties (vulmachine, snijmachine, rooimachine, sorteermachine, champost verwijdermachine en transportbanden). Deze zijn volgens eiseres al aanwezig in de bestaande cellen en worden niet opnieuw opgericht in de 4 cellen waarvoor een vergunning is gevraagd. Er komen wel champignonstellingen en de al aanwezige systemen worden aangesloten op de nieuwe champignoncellen. Kostentechnisch is dit volgens eiseres in verhouding tot de gehele installatie en verwerkingsmachine een dermate klein percentage dat hierdoor niet automatisch geconcludeerd kan worden dat deze cellen zijn te kwalificeren als een champignonkwekerij (incl. basisinrichting) zoals vermeld in de ROEB-lijst. Volgens eiseres doet het middelen zoals de heffingsambtenaar voorstelt dan ook geen recht aan de werkelijkheid. De nieuwe champignoncellen lijken gezien de bouwtechnische opbouw, constructie en de daadwerkelijk aanwezige voorzieningen nog het meeste op een opslagloods. Ten opzichte daarvan zit in de cellen aanvullend enkel het ventilatiesysteem van € 15.000 per cel. De meerkosten bedragen volgens eiseres
€ 60.000.
4.2.
De heffingsambtenaar heeft volstaan met zijn standpunt dat hij het niet reëel vindt om alleen van het normbedrag voor een opslagloods uit te gaan omdat daar in het geheel geen sprake is van een basisinrichting. Volgens de heffingsambtenaar is in de 4 champignoncellen een basisinrichting aanwezig. Hij maakt dit echter niet verder concreet. Eiseres heeft daarentegen wel concreet gemaakt in hoeverre er een inrichting aanwezig moet zijn in de 4 cellen en heeft hieraan ook een kostenpost gekoppeld.
4.3.
Gelet op deze concrete toelichting van eiseres die niet is weerlegd door de heffingsambtenaar, zal de rechtbank eiseres volgen in die zin dat het normbedrag voor een champignonkwekerij (incl. basisinrichting) in de situatie van eiseres niet passend is. Omdat het normbedrag voor een champignonkwekerij (incl. basisinrichting) zoals opgenomen in de ROEB-lijst in dit geval niet zal worden gehanteerd, kan de rechtbank in het midden laten of dat normbedrag zelf voldoende is onderbouwd.
Zelf voorzien op welke wijze?
4.4.
Dit betekent dat de rechtbank zelf zal voorzien in de zaak. Eiseres stelt voor om uit te gaan van 12.3 opslagloods (betonnen gevel) met een opslag van € 60.000 voor de ventilatie van vier cellen. Eiseres stelt de volgende berekening voor:
Champignoncellen:
1730 m2 x € 103 = € 178.190 + € 60.000 = € 238.190
Kantoorruimte:
991 m3 x € 260/m3 = € 257.582 [4]
Bouwkosten totaal: € 257.582 + € 238.190 = € 495.772
Leges bouwen 3,07 x € 495,772 = € 15.220,20
Leges afwijken € 588,70
Totale leges: € 15.808,90.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat deze berekening gevolgd kan worden. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende. De rechtbank heeft geconstateerd dat in deze berekening een rekenfout zit in het onderdeel kantoorruimte. Daaraan gaat de rechtbank voorbij omdat eiseres dit onderdeel van de berekening heeft overgenomen van de heffingsambtenaar. Verder is deze berekening op zichzelf niet betwist door de heffingsambtenaar. Het voorstel van de heffingsambtenaar om uit te gaan van het gemiddelde van de normbedragen wordt niet gevolgd, omdat het normbedrag behorende bij een champignonkwekerij (inclusief basisinrichting) niet passend is in de situatie van eiseres, ook niet als het wordt gemiddeld met het normbedrag behorende bij een opslagloods (betonnen gevels). Dat heeft eiseres voldoende toegelicht. Aan het punt van de heffingsambtenaar dat de opslagloods (betonnen gevels) niet geheel realistisch is omdat er wel enige inrichting is, wordt naar het oordeel van de rechtbank voldoende tegemoet gekomen door de extra kosten van in totaal € 60.000 op te tellen bij de bouwkosten die worden verkregen door hantering van het normbedrag voor een opslagloods. Overigens wordt op die wijze gekomen aan een totaal van bouwkosten van € 495.772 welk bedrag hoger is dan het totaal aan bouwkosten volgens de vergunningsaanvraag van eiseres
(€ 307.200).

Conclusie en gevolgen

5. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het beroep gegrond is. Het bestreden besluit wordt vernietigd. De rechtbank zal zelf voorzien in de zaak door de leges voor de bouw van 4 champignoncellen, kantoorruimte en het verplaatsen van een verpakkingshal, vast te stellen op € 15.808,90.
5.1.
De heffingsambtenaar wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres.
De rechtbank stelt de kosten, op de voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in verbinding met het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 592 wegens beroepsmatig verleende rechtsbijstand in de bezwaarfase (1 punt bezwaarschrift, 1 punt verschijnen hoorzitting à € 296 x 1 (gewicht van de zaak)) en € 2.092,50 wegens beroepsmatig verleende rechtsbijstand in beroep (1 punt beroepschrift, 1 punt zitting rechtbank, 0,5 punt het indienen van een zienswijze na een bestuurlijke lus (tussenuitspraak) à € 837 x 1 (gewicht van de zaak ). Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaard zal de rechtbank bepalen dat de heffingsambtenaar aan eiseres het griffierecht vergoed.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • stelt het bedrag aan leges voor de bouw van 4 champignoncellen, kantoorruimte en het verplaatsen van de verpakkingshal vast op € 15.808,90;
  • bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
  • veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.684,50;
  • gelast dat de heffingsambtenaar aan eiseres het griffierecht vergoedt van € 354.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F.M.S. Requisizione, voorzitter, en mr. G. de Jong en mr. G.J. van Leijenhorst, leden, in aanwezigheid van mr. A. Bijleveld, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 juni 2023.
griffier
voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van 8 juni 2022 van het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2022:1827.
3.Zie de bijlage bij de in noot 2 genoemde uitspraak.
4.Dit bedrag heeft eiseres overgenomen van de heffingsambtenaar (de rechtbank komt op € 257.660).