Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 mei 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
),
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de beslissing van de invorderingsambtenaar van de gemeente Helmond, die haar had aangemaand om een naheffingsaanslag parkeerbelasting te betalen, inclusief € 8 aanmaningskosten. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze kosten, maar de invorderingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 29 mei 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde niet verschenen. De rechtbank oordeelde dat de aanmaningskosten onterecht in rekening waren gebracht, omdat de invorderingsambtenaar niet kon aantonen dat de naheffingsaanslag daadwerkelijk was verzonden. De rechtbank vernietigde de uitspraak op bezwaar en de aanmaningsbeschikking, en veroordeelde de invorderingsambtenaar tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 200. De rechtbank matigde de proceskostenvergoeding vanwege de bijzondere omstandigheden van de zaak, waaronder het geringe belang van € 8 en de standaardmatige aard van de ingediende stukken. Eiseres krijgt ook het griffierecht terug.