mw. mr. A. Kovács

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WAO-uitkering na 23 jaar zonder medische onderbouwing van arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de heropening van de WAO-uitkering van appellant na detentie, waarbij de periode in een huis van bewaring niet gelijkgesteld wordt met detentie.

Hoger beroep over weigering nabestaandenuitkering; echtgenoot niet verzekerd voor ANW. Uitspraak bevestigt eerdere beslissing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WAO-uitkering aan appellant wegens onvoldoende bewijs van arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de Svb om kinderbijslag toe te kennen, omdat bezwaar is gemaakt tegen het eerdere besluit. De Svb moet opnieuw beslissen en vergoedt de proceskosten van de appellant.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon en WW-uitkering na ziekmelding. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv het dagloon correct heeft vastgesteld.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken processueel belang; geen geschil meer tussen partijen.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen correctienota's voor bovenmatige CAO-vergoedingen aan een werknemer. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over WAO-dagloon en wettelijke rente. Centrale Raad vernietigt besluit bestuursorgaan en bevestigt eerdere uitspraak, met proceskostenvergoeding aan betrokkene.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep van bestuursorgaan niet-ontvankelijk en vernietigt besluit over wettelijke rente; bestuursorgaan moet nieuw besluit nemen en vergoedt proceskosten van betrokkene.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van een B.V. ongegrond inzake de indeling bij sector 1, agrarisch bedrijf, en de datum van uitschrijving. Geen terugwerkende kracht toegestaan.

Hoger beroep over de hoogte van een boete voor overtreding van de 5%-regeling. De Raad bevestigt de boete van € 2.377,-- en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de arbeidsverhouding tussen appellante en voormalig directeur-grootaandeelhouder als privaatrechtelijke dienstbetrekking moet worden aangemerkt, ondanks aandelenoverdracht.

Hoger beroep over WAO-uitkering en wettelijke rente. Raad vernietigt besluit van bestuursorgaan en bevestigt eerdere uitspraak, met proceskostenvergoeding aan betrokkene.

Hoger beroep over de vaststelling van de gedifferentieerde WAO-premie en de overschrijding van de redelijke termijn. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep over looncontrole en huurwaarde van dienstwoning. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de correcties en huurwaarde terecht zijn vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de appellant te weinig loon heeft opgegeven en dat de correctie- en boetenota's terecht zijn opgelegd.

Hoger beroep over premies sociale werknemersverzekeringen. Raad vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over correctienota's en boetenota's wegens niet-verantwoorde loonbetalingen en schending van de identificatieplicht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de arbeidsverhouding tussen appellantes en betrokkene een privaatrechtelijke dienstbetrekking is, met verplichting tot verzekering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het bezwaar van appellante tegen een besluit van het UWV prematuur was en niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.

Hoger beroep over korting op AOW-toeslag wegens niet verzekerde jaren. De Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaren door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat gedaagde hoofdelijk aansprakelijk is voor de premieschuld van de vennootschap door onbehoorlijk bestuur. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep ongegrond wegens termijnoverschrijding bij niet-aangetekende verzending.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de gedifferentieerde WAO-premie voor appellante en oordeelt dat eerdere uitspraken over WAO-uitkeringen geen invloed hebben op de premiehoogte.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak dat appellante niet voldeed aan de identificatieplicht van werknemers, waardoor het anoniementarief van toepassing was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verzekeringsplicht voor directeuren van een onderneming op basis van sociale verzekeringswetten, ondanks de aandelenverhouding en statutaire bepalingen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant op de peildatum niet als verzekerde onder de AKW kan worden aangemerkt, gezien zijn verblijf in Marokko en de afwezigheid van een maatschappelijke binding met Nederland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting; appellant was vennoot, niet werknemer.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over weigering terug te komen op besluiten tot oplegging van geldelijke bijdragen. Nieuw gebleken feiten zijn onvoldoende voor heroverweging.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de kinderbijslag van appellante, die niet als ingezetene kon worden aangemerkt volgens de AKW.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Groningen over correctienota's voor sociale verzekeringspremies, waarbij appellante niet voldeed aan haar administratieve verplichtingen.

De Raad voor de Rechtspraak oordeelt over de aanwezigheid van een dienstbetrekking tussen belanghebbende en [C. de V.], en de zorgvuldigheid van het onderzoek door het bestuursorgaan. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank in zoverre deze door het bestuursorgaan is aangevochten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Almelo over de WAO-uitkering van appellante, die betwistte dat zij uit vrije keuze niet had gewerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank Zutphen; appellante slaagt niet in bewijsvoering over verstrekkingen aan niet-vaste werknemers.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat een boetenota geen besluit is in de zin van de Awb, maar oordeelt dat het bezwaar van gedaagde zich richtte tegen zowel de boetenota als het boetebesluit. Appellant wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk na intrekking van bestreden besluit door UWV. Proceskosten van € 997,20 worden vergoed aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over verzekeringsplicht chauffeurs zonder vergunningen. Eerdere uitspraak van rechtbank vernietigd, beroep tegen besluiten niet-ontvankelijk en ongegrond verklaard.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan een appellant die niet als ingezetene kan worden aangemerkt en dus niet verzekerd is onder de AKW.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat zetschippers in een privaatrechtelijke dienstbetrekking stonden bij appellant, eigenaar van een zeilcharterbedrijf, en dat premiecorrecties en boetenota's terecht zijn opgelegd.

Hoger beroep over de vaststelling van de premie voor vrijwillige verzekering op basis van AOW en ANW. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de premie correct is vastgesteld.

Hoger beroep over de vaststelling van het WAO-dagloon en de verdiscontering van overwerk- en toeslaguren. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de keuze van appellant om uren in tijd uit te laten betalen niet leidt tot een in geld waardeerbare daglooncomponent.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de premiecorrecties van appellante gebaseerd zijn op een zorgvuldige schatting, en dat appellante onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de brief van het Uwv geen besluit is en verklaart het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk. Gedaagde wordt veroordeeld in de kosten van het geding.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en verwijst zaken terug naar rechtbank Utrecht; Uwv moet griffierecht vergoeden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de gedifferentieerde WAO-premie voor 2001 op 4,77% en wijst de grieven van appellante af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van de WAO-premie voor 2001 en verwerpt de bezwaren van appellante tegen de vaststelling en procespositie.

Hoger beroep van een B.V. tegen het Uwv over de gedifferentieerde WAO-premie. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de premie correct is vastgesteld.