ECLI:NL:CRVB:2005:AU6515

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
10 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
05/167 CSV + 05/168 CSV + 05/174 CSV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaren door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

In deze zaak gaat het om hoger beroep ingesteld door appellanten tegen de uitspraken van de rechtbank Amsterdam van 30 november 2004. De rechtbank had de beroepen ongegrond verklaard, omdat de appellanten de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift niet in acht hadden genomen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 3 november 2005, maar beide partijen zijn niet verschenen. De Raad heeft vastgesteld dat de bezwaren van appellanten in hoger beroep in essentie een herhaling zijn van hetgeen eerder in de eerste aanleg is aangevoerd, zonder nieuwe gezichtspunten naar voren te brengen. De Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is en bevestigt de aangevallen uitspraken. De Raad ziet geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskosten worden toegewezen. De uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. B.J. van der Net, in tegenwoordigheid van griffier mr. A. Kovács, en is openbaar uitgesproken op 10 november 2005.

Uitspraak

E N K E L V O U D I G E K A M E R
05/167 CSV
05/168 CSV
05/174 CSV
U I T S P R A A K
in de gedingen tussen:
[appellante 1]., gevestigd te [vestigingsplaats],
[appellant 2], wonende te [woonplaats],
[appellante 3], gevestigd te [vestigingsplaats], appellanten,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, gedaagde.
I. ONTSTAAN EN LOOP VAN DE GEDINGEN
Namens appellanten is door mr. J. de Haas, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld tegen de tussen partijen op 30 november 2004, onder kenmerk 03/3781, 03/3776 en 03/3777, door de rechtbank Amsterdam gewezen uitspraken.
Gedaagde heeft verweerschriften ingediend.
De gedingen zijn ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van de Raad, gehouden op 3 november 2005, waar partijen met voorafgaand schriftelijk bericht niet zijn verschenen.
II. MOTIVERING
De geschillen betreffen het antwoord op de vraag of gedaagde de bezwaren van appellanten bij de bestreden besluiten op juiste gronden niet-ontvankelijk heeft verklaard omdat appellanten bij het instellen van bezwaar de ingevolge de artikelen 6:7, 6:8, 6:9 en 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht gestelde termijn voor het indienen van een bezwaarschrift van zes weken, niet in acht hebben genomen, en dat niet gebleken is van enige omstandigheid op grond waarvan redelijkerwijs kan worden geoordeeld dat appellanten niet in verzuim zijn geweest.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en daarbij geoordeeld dat hetgeen door appellanten is aangevoerd geen reden is de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
De Raad stelt vast dat de in hoger beroep van de kant van appellanten aangevoerde bezwaren in essentie een herhaling zijn van hetgeen in de gedingen in eerste aanleg is aangevoerd. Nieuwe gezichtspunten zijn daarbij van de kant van appellanten niet naar voren gebracht. De Raad is te dien aanzien zelf ook van oordeel dat de bezwaren van appellanten niet kunnen leiden tot vernietiging van de bestreden besluiten en overweegt in dit verband dat hij de overwegingen die de rechtbank aan de aangevallen uitspraken ten grondslag heeft gelegd, tot de zijne maakt.
De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
Beslist wordt als volgt.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraken.
Aldus gegeven door mr. B.J. van der Net als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A. Kovács als griffier en uitgesproken in het openbaar op 10 november 2005.
(get.) B.J. van der Net.
(get.) A. Kovács.