ECLI:NL:CRVB:2005:AU6522
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- A. Kovács
- Rechtspraak.nl
Termijnoverschrijding bij niet-aangetekende verzending in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 10 november 2005, gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De rechtbank had het beroep van gedaagde gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, omdat het bezwaar van gedaagde tegen een afrekeningsnota niet-ontvankelijk was verklaard op basis van termijnoverschrijding. De Raad oordeelt echter anders.
De zaak draait om de vraag of gedaagde tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen een afrekeningsnota van 26 februari 1997. De Raad stelt vast dat gedaagde het bezwaar pas op 6 maart 1997, bij een niet aangetekend schrijven, heeft ingediend. De Raad benadrukt dat het risico van een niet-aangetekende verzending bij de afzender ligt. Dit betekent dat als een niet-aangetekend stuk de geadresseerde niet tijdig bereikt, de afzender verantwoordelijk is voor de gevolgen.
De Raad concludeert dat het bezwaar van gedaagde niet tijdig is ingediend, aangezien de termijn van zes weken voor het indienen van bezwaar was verstreken. De eerdere contacten tussen appellant en gedaagde, zoals vermeld in een schrijven van 14 juli 2004, kunnen hieraan niet afdoen. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.