mw. mr.drs.dr. D. Brugman

Beroepen van ondernemer tegen bijstelling SDE-subsidie en afwijzing voorschot ongegrond verklaard. Minister handelde terecht volgens regelgeving.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het Ctgb onvoldoende heeft gemotiveerd dat de studies van PAN over hormoonontregelende eigenschappen van difenoconazool niet relevant zijn. Het beroep is gegrond en het Ctgb moet opnieuw beslissen op het bezwaar tegen de toelating van Dagonis.

Het College van Beroep bevestigt de boete aan een slachterij wegens het slepen van een niet-levend varken, oordeelt dat de minister terecht handelde en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep van slachterij tegen boete voor hygiëneovertredingen ongegrond verklaard. Condensvorming in slachthuis niet voorkomen, boete van € 5.000,- blijft staan.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat [naam] geen belanghebbende is in de handhaving van de kwaliteit van aangetekende UPD-post door de ACM. De ACM heeft geen bevoegdheid om handhavend op te treden op basis van artikel 16, zesde lid, van de Postwet 2009.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over proceskostenverdeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] tegen de ACM over maximumtarieven voor warmtelevering niet-ontvankelijk verklaard, ondanks erkenning van persoonlijk belang.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de minister van Economische Zaken veroordeeld in de proceskosten van een onderneming en de bestreden besluiten vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven handhaaft de aanwijzing van de NZa aan tandartsenpraktijk [naam 1] B.V. wegens onjuiste declaraties en oordeelt dat de NZa bevoegd was om op te treden.

Het College verklaart het verzet van [naam 1] B.V. ongegrond, bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

Het College verklaart de beroepen van de onderneming niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang, kent een proceskostenvergoeding toe en wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af.

De minister heeft de subsidieaanvraag van [naam] afgewezen wegens termijnoverschrijding. Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat de omstandigheden niet uitzonderlijk genoeg zijn voor een uitzondering op de Regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de correctie-S&O-verklaring van de minister voor [naam] B.V. voor 2019, omdat de administratie niet voldoet aan de wettelijke eisen.

Het College verklaart het beroep van [naam] niet-ontvankelijk en kent een reiskostenvergoeding toe, terwijl de minister het griffierecht moet vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de minister van Economische Zaken tot vergoeding van proceskosten in een samenhangende beroepszaak, vastgesteld op € 3.100,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de minister van Economische Zaken tot vergoeding van proceskosten in een samenhangende beroepszaak over subsidie COVID-19.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in een beroepszaak, omdat de minister aan de onderneming is tegemoetgekomen. De kosten worden vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister van Economische Zaken tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van de proceskosten in beroep omdat de minister aan de onderneming is tegemoetgekomen.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van de proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende beroepszaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van de proceskosten in beroep omdat de minister aan de onderneming is tegemoetgekomen. De totale kosten worden vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende beroepszaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van de proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende beroepszaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister van Economische Zaken tot vergoeding van proceskosten in een beroepszaak, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in een beroepszaak, omdat de minister aan de onderneming is tegemoetgekomen. De totale kosten worden vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van de proceskosten in beroep, omdat de minister aan de onderneming is tegemoetgekomen. De kosten worden vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende beroepszaken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de minister van Economische Zaken tot vergoeding van proceskosten in samenhangende bestuurszaken over subsidieaanvragen, vastgesteld op € 3.100,-.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende beroepszaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor samenhangende zaken 23/164 en 23/987.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in een beroepszaak, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van de proceskosten in beroep aan de maatschap, vastgesteld op € 100,- per beroepszaak, in totaal € 3.100,-.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende zaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van de proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende beroepszaken.

Het College veroordeelt de minister tot vergoeding van de proceskosten in beroep, vastgesteld op € 3.100,- voor 31 samenhangende beroepszaken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven veroordeelt de minister van Economische Zaken tot vergoeding van proceskosten in samenhangende beroepszaken, vastgesteld op € 3.100,-.

Het College heeft de beroepen van Animal Rights en Bite Back gegrond verklaard en het ontheffingsbesluit van de minister herroepen, met proceskostenveroordeling van € 4.497,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht spoedbestuursdwang heeft toegepast op 79 honden van [naam 1] wegens ernstige overtredingen van de Wet dieren. Het beroep van [naam 1] is niet-ontvankelijk verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de activiteiten van de onderneming onder de primaire landbouwproductie vallen en geeft de minister acht weken om het gebrek te herstellen.

Het College heeft de afwijzing van de subsidieaanvraag door de minister bevestigd, omdat de aanvraag ruim tien maanden te laat was ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht spoedbestuursdwang heeft toegepast op 55 honden vanwege ernstige overtredingen van de Wet dieren. De kosten van € 59.194,81 zijn terecht op [naam 1] verhaald.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 22 oktober 2024 een eerdere uitspraak van 24 september 2024, waarbij de vergoeding van griffierecht door de minister van Economische Zaken niet was vermeld.

Het beroep van PAN tegen de uitbreiding van de toelating van Closer wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat PAN geen procesbelang meer heeft na intrekking van de toepassing in onbedekte teelten.

Tussenuitspraak over afwijzing subsidieaanvraag warmtepomp; minister moet gebrek in besluit herstellen.

Tussenuitspraak over afwijzing subsidieaanvraag warmtepomp; minister moet besluit herstellen binnen zes weken.

Tussenuitspraak over afwijzing subsidieaanvraag warmtepomp; minister moet gebrek in besluit herstellen.

Tussenuitspraak over afwijzing subsidieaanvraag warmtepomp; eerdere subsidieverstrekking aan EERB leidt tot afwijzing. Minister moet gebrek in besluit herstellen.

Tussenuitspraak over afwijzing subsidieaanvraag warmtepomp; minister moet besluit herstellen wegens gebrek aan motivatie over gelijkheidsbeginsel.

Tussenuitspraak over afwijzing subsidieaanvraag warmtepomp; minister moet besluit herstellen wegens gebrek aan motivatie over gelijkheidsbeginsel.

Het College bevestigt de afwijzing van het handhavingsverzoek door de ACM inzake de invloed van de Big Four binnen de NBA. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van de onderneming niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang, maar kent een proceskostenvergoeding van € 875,- toe en draagt de minister op het griffierecht van € 365,- te vergoeden.

Het College oordeelt dat het bezwaar van de curator tegen de S&O-correctieverklaring te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Het beroep is ongegrond, maar de minister wordt veroordeeld in de proceskosten van de curator.

Het College oordeelt dat het bezwaar tegen de S&O-correctieverklaring te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Het beroep is ongegrond, maar de minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst de beroepen van Frisia Zout B.V. af inzake S&O-verklaringen voor zoutwinning; kosten niet uitsluitend toerekenbaar aan S&O.

Het College vernietigt de wijziging van de Netcode door de ACM, omdat de aansluittermijnen voor kleinverbruikers niet haalbaar zijn en onvoldoende zijn onderbouwd.

Het College van Beroep verklaart het verzet van [naam 1] B.V. ongegrond, bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de bezwaarschriften niet tijdig zijn ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek om nadeelcompensatie van Brassto B.V. afgewezen, omdat er geen direct causaal verband was tussen de uitstelbesluiten en de gestelde schade.

Beroep van Brassto B.V. tegen uitstel aanwijzing Stedin als netbeheerder ongegrond verklaard; vertrouwensbeginsel niet geschonden.

Het College heeft de afwijzing van de subsidieaanvraag door de minister van Economische Zaken bevestigd, omdat de aanvraag te laat was ingediend. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de stichting ongegrond, omdat het evenement niet geannuleerd was en de subsidieaanvraag op basis van de ATE niet voldoet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming ongegrond, omdat de aanvraag voor subsidie op grond van de ATE is afgewezen. Het evenement was niet geannuleerd als gevolg van een evenementenverbod.

De beroepen van de stichting tegen de afwijzing van subsidieaanvragen voor evenementen zijn ongegrond verklaard. De stichting voldeed niet aan de vereisten van de ATE en SEG22, omdat de evenementen niet waren geannuleerd als gevolg van een evenementenverbod.

Het College verklaart het beroep van [naam] tegen de minister niet-ontvankelijk inzake de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018.

Het College oordeelt dat Stedin onterecht eiste dat [naam 1] openstaande vorderingen zou voldoen voor heraansluiting op elektriciteit en gas, in strijd met de Regeling afsluitbeleid.

Tussenuitspraak over de afwijzing van subsidieaanvragen door de minister van Economische Zaken voor [naam 1] B.V. wegens onduidelijkheid over de activiteiten in de visserijsector.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een ondernemer ongegrond, omdat de subsidie op nihil is vastgesteld wegens onvoldoende omzetverlies volgens de TVL-regeling.

De aanvragen voor subsidie op basis van omzetverlies zijn afgewezen omdat de onderneming niet voldeed aan de vereisten van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht de referentieperiode Q1 van 2020 heeft gebruikt voor de subsidie, ondanks de bezwaren van de onderneming.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond wegens te late indiening van de subsidieaanvraag voor dak- en glasisolatie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 9 juli 2024 het beroep van [naam] ongegrond verklaard, omdat de minister terecht geen aanvullende subsidie verleende voor een maatregel die meer dan een jaar na de eerste was aangebracht.

De voorzieningenrechter schorst het handhavingsbesluit van de minister tot en met 8 september 2024, zodat het bedrijf de overtredingen kan beëindigen en voldoen aan de last onder dwangsom.

Het beroep van de ondernemer tegen de subsidiebeslissing is ongegrond verklaard, omdat niet voldaan werd aan het vereiste van minimaal 30% omzetverlies volgens de TVL.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat appellant niet de juiste prestatieverklaringen heeft ingediend voor het gebruikte isolatiemateriaal bij zijn subsidieaanvraag.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond. Subsidieaanvraag voor isolatiemaatregelen aan losstaand bijgebouw afgewezen, omdat deze niet tot de thermische schil van de hoofdwoning behoren.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de minister terecht spoedbestuursdwang toepaste voor 108 katten in ongeschikte huisvesting.

Het College oordeelt dat [naam 1] ten onrechte niet als belanghebbende is aangemerkt bij de inschrijving van bestuurders in het handelsregister. Het herzieningsbesluit van de KvK wordt vernietigd en er moet een nieuw besluit op bezwaar komen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Energie-Nederland tegen het congestiebesluit van de ACM ongegrond verklaard, oordelend dat de ACM de Netcode elektriciteit rechtmatig heeft aangepast.

Het College vernietigt de lasten onder dwangsom tegen vangbedrijven voor het optillen van pluimvee aan de poten, oordeelt dat dit in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel en dat de minister nieuwe besluiten moet nemen voor 15 augustus 2024.

Het College verklaart het beroep van de STAK tegen de inschrijving van UBO's in het handelsregister gegrond, maar verklaart het bezwaar ongegrond omdat de registratiedatum feitelijk juist is.

Bezwaar van [naam 1] tegen de brief van de VOPBO niet-ontvankelijk verklaard; minister moet schadevergoeding van € 1.000,- betalen voor termijnoverschrijding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de afwijzing van een subsidieaanvraag voor COVID-19 door de minister terecht geoordeeld, omdat deze te laat was ingediend. De minister moet het griffierecht en proceskosten vergoeden.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond; de subsidie is terecht op € 0,- vastgesteld en het voorschot is terecht teruggevorderd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heropent het onderzoek naar de WACC vastgesteld door de ACM, oordelend dat dit een besluit is waartegen beroep open staat.

E.J. Klip verliest beroep tegen gedeeltelijke afwijzing subsidieaanvraag duurzame energie. College oordeelt dat strenge voorwaarden Regeling niet onevenredig zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake de afwijzing van hun subsidieaanvraag voor het project 'Pilots gezonde kalverketen'.

Het College wijst het verzoek van [naam] V.O.F. om immateriële schadevergoeding af wegens overschrijding van de redelijke termijn en vergoeding van kosten.

Het College wijst het verzoek van de maatschap om immateriële schadevergoeding af vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De lange duur van de procedure is niet aan de minister toe te rekenen.

Het College wijst het verzoek van de maatschap om immateriële schadevergoeding af vanwege overschrijding van de redelijke termijn, omdat de lange duur van de procedure niet aan de minister kan worden toegerekend.

Het College wijst het verzoek van een onderneming om immateriële schadevergoeding af wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De lange duur was niet aan de minister te wijten.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor het Nationaal Groeifonds, omdat de minister deze ten onrechte niet aan de adviescommissie heeft voorgelegd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de investeringssubsidie voor glasisolatie door de minister voor Klimaat en Energie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag voor een investeringssubsidie voor een lucht-luchtwarmtepomp afgewezen, omdat deze niet in aanmerking komt volgens de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies.

Het College heeft de boete van € 2.500,- aan de slachterij gematigd naar € 2.375,- wegens overschrijding van de redelijke termijn, terwijl de boete terecht was opgelegd voor overtreding van welzijnsvoorschriften voor varkens.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag van een sportschool voor COVID-19 steun, omdat het omzetverlies niet de vereiste 30% bereikte.

Het College vernietigt de subsidie vaststelling voor een dansschool en stelt het subsidiebedrag voor Q4 2020 vast op € 5.068,98, na gegrondverklaring van het beroep.

De Stadsbrouwerij B.V. heeft ten onrechte subsidie aangevraagd als MKB-onderneming; de minister heeft deze subsidie terecht ingetrokken omdat de onderneming als grote onderneming kwalificeert.

Het College vernietigt de boetes opgelegd aan [naam 1] B.V. wegens onvoldoende bewijs van overtreding van het reclameverbod uit de Tabaks- en rookwarenwet.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor de last onder bestuursdwang voor de Stichting in stand blijft. De varkens hadden onvoldoende bescherming tegen slechte weersomstandigheden.

De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister de schapen van de Stichting niet mag verkopen totdat er op het bezwaar is beslist, na constateringen van onvoldoende beschutting en voeding voor de dieren.

Tussenuitspraak over ontheffing voor een zebra om deel te nemen aan circusactiviteiten; besluit van de minister is niet zorgvuldig genomen en mist motivering. Gelegenheid tot herstel binnen 12 weken.

Het College van Beroep vernietigt boetes opgelegd aan tabaksfabrikanten wegens vermeende overtredingen van het reclameverbod, oordelend dat de staatssecretaris te ruim heeft geïnterpreteerd.

Het College vernietigt de boetes opgelegd aan [naam 1] B.V. wegens overtreding van het reclameverbod, oordelend dat de staatssecretaris onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de overtredingen.

Het College vernietigt de boetes opgelegd aan [naam 1] wegens onvoldoende bewijs van overtreding van het reclameverbod uit de Tabaks- en rookwarenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de boetes opgelegd aan tabaksfabrikanten wegens vermeende overtredingen van het reclameverbod, oordelend dat de staatssecretaris onvoldoende bewijs heeft geleverd.

Het College vernietigt de boetes opgelegd aan [naam 1] wegens overtreding van het reclameverbod, oordelend dat de staatssecretaris onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de overtredingen.

Het College vernietigt de boetes opgelegd aan [naam 1] N.V. wegens onvoldoende bewijs van overtreding van het reclameverbod uit de Tabaks- en rookwarenwet.

Het College vernietigt de boetes opgelegd aan een tabaksfabrikant wegens vermeende overtredingen van het reclameverbod, oordelend dat de staatssecretaris onvoldoende bewijs heeft geleverd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt boetes opgelegd aan tabaksfabrikant [naam 1] wegens overtreding van het reclameverbod, oordelend dat de staatssecretaris onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de overtredingen.

Het College van Beroep vernietigt de boetes opgelegd aan een tabaksfabrikant wegens vermeende overtredingen van het reclameverbod, oordelend dat de staatssecretaris onvoldoende bewijs heeft geleverd.

Het College vernietigt de boetes opgelegd aan tabaksfabrikanten wegens overtreding van het reclameverbod, oordelend dat de staatssecretaris te ruim heeft uitgelegd wat reclame inhoudt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de subsidieaanvraag van de ondernemer afgewezen omdat niet werd voldaan aan het vestigingsvereiste. De ondernemer kon niet aantonen dat zijn onderneming op een ander adres was gevestigd dan zijn privéadres.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek om voorlopige voorziening van Allround Hollands Energie B.V. afgewezen, waardoor de ACM het voorschriftenbesluit mag publiceren.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart zich onbevoegd in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Rotterdam, omdat er geen wettelijke grondslag is voor het hoger beroep.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat ongegrond, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming tegen de vaststelling van de subsidie COVID-19 op € 0,- ongegrond, omdat de minister de omzet correct heeft vastgesteld op basis van de aangifte omzetbelasting.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming ongegrond, omdat de aanvraag voor TVL-subsidie te laat was ingediend. De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidie voor Q4 2020 op € 0,- terecht heeft vastgesteld en het voorschot mag terugvorderen.

Het College oordeelt dat de dierenarts terecht een paard niet heeft toegelaten tot de slacht voor menselijke consumptie. De minister verklaarde het bezwaar van de slachterij niet-ontvankelijk, maar het College verklaart het beroep gegrond en vernietigt dit besluit.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de ACM de marktverkenning openbaar mag maken, maar met toevoegingen van Chipsoft's reacties op vier punten. De eerdere uitspraak en het openbaarmakingsbesluit worden vernietigd.

Beroep van [naam 1] B.V. tegen bestreden besluit inzake subsidie niet-ontvankelijk verklaard; minister veroordeeld in proceskosten van € 837,- en griffierecht van € 360,-.

De voorzieningenrechter veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten van € 837,- en griffierechten van € 730,- aan de onderneming, na tegemoetkoming in subsidie op grond van COVID-19 regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de beperking van kennisneming van persoonsgegevens in bestuursrechtelijke procedures. Beperking voor Belastingdienst gerechtvaardigd, voor RVO niet.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van [naam 1] tegen de boete ongegrond, oordelend dat de hygiënevoorschriften ook voor haar gelden.

De voorzieningenrechter veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Breda tot vergoeding van proceskosten aan [naam] tot € 837,- en het griffierecht van € 184,-.

Het beroep van V.O.F. [naam] tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werd niet-ontvankelijk verklaard. De minister werd veroordeeld tot betaling van € 2179,25 aan proceskosten.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek tot voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van de proceskosten van € 837,- en het griffierecht van € 365,- aan de vereniging.

Het College oordeelt dat de minister ten onrechte kosten heeft doorberekend aan appellanten voor exportkeuringen van levend vee. Nieuwe besluiten zijn vereist.

Het College oordeelt dat de minister bij de berekening van NVWA- en KDS-tarieven onterecht kosten heeft doorberekend aan appellanten. Nieuwe besluiten zijn vereist.

Het College oordeelt dat de minister bij de berekening van NVWA- en KDS-tarieven ten onrechte kosten heeft doorberekend aan [naam 1] B.V. De minister moet nieuwe besluiten nemen op de bezwaren van appellante.

Het College wijst het verzoek om schadevergoeding van de maatschap af, omdat de schade voornamelijk aan de maatschap zelf is toe te rekenen en er geen onzorgvuldig handelen van de minister is aangetoond.

De voorzieningenrechter heeft de minister in het gelijk gesteld over de status van zwijnen als gehouden dieren onder de Wet Dieren en de verzoeker verplicht om aan de opgelegde regels te voldoen, met verlenging van de termijn tot 10 oktober 2023.

De voorzieningenrechter schorst de last onder dwangsom voor [naam 1] B.V. wegens onvoldoende onderbouwing van de overtreding van Verordening (EG) nr. 1099/2009.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de verzoeken niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierechten, waardoor inhoudelijke beoordeling niet mogelijk is.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten en oordeelt dat deze naar rato verdeeld moeten worden tussen de Stichting en de B.V. zonder afroming.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetes Meststoffenwet. Minister heeft geen ontlastend bewijs achtergehouden. College bevestigt uitspraak rechtbank, maar veroordeelt minister tot proceskostenvergoeding.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetes van de minister wegens overtredingen van de Meststoffenwet. Totale boete vastgesteld op € 19.825,- na correcties.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] e.a. niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht, omdat zij geen verklaring voor recht hebben overgelegd voor inschrijving in het handelsregister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Economische Zaken en Klimaat de subsidie terecht heeft ingetrokken vanwege onjuiste omzetgegevens van de onderneming. Beroep ongegrond.

Hoger beroep over boete Meststoffenwet wegens niet opmaken vervoersbewijzen. Boete van € 62.700,- gematigd naar € 31.350,-. Gelijkheidsbeginsel afgewezen.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete van € 207.700,- wegens overtredingen van de Meststoffenwet. Het College bevestigt dat de vrachten zaagsel dierlijke meststoffen bevatten en dat de boetes terecht zijn opgelegd.

De aanvraag van [naam 1] voor subsidie sanering varkenshouderijen is afgewezen omdat hij zijn productiecapaciteit niet onafgebroken heeft gebruikt. Het beroep is ongegrond verklaard, maar de Staat moet € 1.000,- schadevergoeding betalen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst beroep van Logistic Intermodal Services B.V. af inzake energie-investeringsaftrek; besparingseis niet gehaald.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de aanvraag van [naam 1] voor toelating als dierenarts in Nederland afgewezen, omdat haar opleiding niet gelijkwaardig is aan de Nederlandse opleiding. De minister heeft het gebrek in het eerdere besluit niet hersteld.

De verzoeken om herziening van besluiten inzake vergoedingen voor officiële controles bij slachterijen zijn afgewezen. De bedrijven hadden geen nieuwe feiten aangedragen en de kosten voor opleiding vallen niet onder de vergoedingen.

Het beroep van [naam 1] e.a. is niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-betaling van het griffierecht, ondanks herhaalde aanmaningen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het herzieningsverzoek van een accountant niet-ontvankelijk, omdat de Wet tuchtrechtspraak accountants geen herziening toestaat en het EVRM niet van toepassing is.

Het College verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de beslissing van de voorzitter van de accountantskamer en verklaart de klacht van [naam 1] niet-ontvankelijk.

Hoger beroep ongegrond verklaard; tuchtklacht accountants niet-ontvankelijk wegens ne bis in idem-beginsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond, bevestigt de niet-ontvankelijk verklaring van de accountantskamer op grond van het ne bis in idem-beginsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond in de tuchtzaak tegen accountants [naam 2] en [naam 3] over vergunningplichtige werkzaamheden.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat de vennootschap niet aannemelijk heeft gemaakt dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend. De termijnoverschrijding is niet verschoonbaar.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Stichting [naam] tegen het vervangingsbesluit II van de minister van Economische Zaken en Klimaat ongegrond verklaard en de minister veroordeeld in de proceskosten.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst de subsidieaanvraag van [naam 1] af wegens niet voldoen aan de voorwaarden van de TVL-regeling, waaronder omzetverlies en berekende vaste lasten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van [naam 1] voor subsidie op grond van de SVL afgewezen, omdat niet voldaan werd aan de voorwaarden van omzetverlies en vaste lasten. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College verklaart de beroepen van [naam 2] tegen de afwijzing van subsidieaanvragen COVID-19 ongegrond, omdat de bezwaren te laat zijn ingediend en niet verschoonbaar zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het bezwaar van [naam 1] B.V. tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat niet-ontvankelijk wegens te late indiening. Beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het bezwaar van V.O.F. [naam] tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat niet-ontvankelijk wegens te late indiening. Beroep ongegrond.

Bezwaar van [naam] B.V. tegen TVL-vaststellingsbesluit ongegrond verklaard; bezwaar te laat ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het bezwaar van [naam 2] tegen de minister van Economische Zaken en Klimaat niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat het bezwaar tegen de afwijzing van de subsidie te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de vaststelling van de melkveefosfaatreferentie door verweerder juist was. Appellante krijgt schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College oordeelt dat de minister ten onrechte een afroming van 20% op fosfaatrechten heeft toegepast bij de wijziging van rechtsvorm van een maatschap naar een B.V. De fosfaatrechten blijven op het bedrijf rusten, ongeacht de entiteit die het bedrijf voert.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond, omdat het bezwaar te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaar tegen de afwijzing van de subsidie te laat is ingediend. De termijnoverschrijding is niet verschoonbaar.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de TVL-subsidie, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister de TVL-subsidie voor Q4 2020 ten onrechte niet hoger heeft vastgesteld dan € 30.688,57. De subsidie wordt vastgesteld op € 90.000,-.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaar van [naam 1] tegen de subsidie COVID-19 niet-ontvankelijk is wegens termijnoverschrijding.

Het College verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] ongegrond, omdat het bezwaar tegen de intrekking van de subsidie te laat is ingediend en niet-ontvankelijk is verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 21 februari 2023 besloten dat de geheimhouding van persoonsgegevens in een bestuursrechtelijke procedure over de Gaswet gerechtvaardigd is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het handhavingsverzoek van [naam 1] tegen ACM afgewezen, omdat de erkenningseisen voor opleidingen tot gz-psycholoog en psychotherapeut buiten de reikwijdte van de Mededingingswet vallen.

Het College van Beroep verklaart het beroep van [naam] B.V. tegen de minister van LNV ongegrond inzake nacalculatie ploegendiensttoeslag voor slachthuizen.

Het College wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de verzoekster niet tijdig onjuistheden heeft gemeld en de schade voor haar rekening blijft.

Het College bevestigt de uitspraak van de Accountantskamer en verklaart de hoger beroepen van curatoren en accountants ongegrond, met maatregelen voor de accountants.

De rechter-commissaris heeft besloten dat beperking van de kennisneming van persoonsgegevens van auteurs van studies over gewervelde dieren gerechtvaardigd is, maar niet voor andere auteurs. De documenten worden teruggezonden aan het Ctgb.

Bezwaar van [naam 2] tegen subsidie niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het bezwaar van [naam 2] tegen de subsidie COVID-19 niet-ontvankelijk wegens te late indiening. Beroep ongegrond.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het welzijn van de dieren zwaarder weegt dan het belang van verzoekster om haar dieren terug te krijgen.

Het College oordeelt dat de kosten voor luchtkanalen niet in aanmerking komen voor EIA. Appellante krijgt € 500,- schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn en € 379,50 aan proceskosten vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van technisch nieuwe programmatuur voor de S&O-verklaring 2020.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de tijdelijke toestemming voor verkoop van zwak-alcoholhoudende drank na 22.00 uur niet onevenredig is en verklaart het beroep van de appellant ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de ontheffing voor fosfaatrechten terecht heeft vastgesteld op 941 kg, in plaats van de door appellanten gevraagde 1.231 kg.

Het College verklaart het beroep ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de afwijzing van de TVL-subsidie, omdat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.

Beroep ongegrond verklaard; bezwaarschrift niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding bij subsidieaanvraag TVL COVID-19.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de mestboete voor appellante wegens overtredingen van de Meststoffenwet. De minister was bevoegd om meerdere boetes op te leggen.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en herzien de boete van € 600,- naar € 120,-. De minister wordt veroordeeld in de proceskosten van appellante tot € 4.118,-.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en herstelt de boete voor overtredingen van de Meststoffenwet tot € 340,-.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel inzake mestboetes opgelegd aan appellante voor overtredingen van de Meststoffenwet. De argumenten van appellante werden verworpen.

Hoger beroep van appellante tegen boetes opgelegd onder de Meststoffenwet. Het College bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank dat de boetes terecht zijn opgelegd en dat er geen sprake was van overmacht.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen de minister van Landbouw inzake boetes voor overtreding van de Meststoffenwet. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen boetes opgelegd door de minister op basis van de Meststoffenwet. Het College heeft de boetes gematigd wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Beroep ongegrond; niet-ontvankelijk verklaring bezwaar subsidie MKB COVID-19; termijnoverschrijding niet verschoonbaar.

Beroep ongegrond; termijnoverschrijding bezwaar niet verschoonbaar; geen proceskostenvergoeding.

Bezwaar tegen subsidie niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding; beroep ongegrond.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaar van [naam 1] tegen de afwijzing van de subsidie niet-ontvankelijk is verklaard wegens te late indiening.

Tussenuitspraak over afwijzing subsidieaanvraag TVL; College oordeelt dat minister onvoldoende motiveert waarom suppletieaangifte niet wordt meegenomen.

Tussenuitspraak over afwijzing subsidieaanvraag TVL voor MKB. College oordeelt dat minister het gebrek in het besluit moet herstellen.

Appellant heeft te laat een derogatievergunning aangevraagd. Het College oordeelt dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat appellant als professioneel landbouwer op de hoogte had moeten zijn van de deadlines.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat er geen toezegging is gedaan over fosfaatrechten voor mannelijke jongvee. Het beroep van appellante is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij had moeten weten dat het fosfaatrecht te hoog was vastgesteld en geen beroep kon doen op het vertrouwensbeginsel.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaar van appellante tegen de subsidie niet-ontvankelijk is verklaard wegens termijnoverschrijding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van het verzoek tot intrekking van de vrijstelling fosfaatrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het bezwaar van [naam 1] niet-ontvankelijk wegens te late indiening. De omstandigheden van appellant bieden geen verschoonbaarheid.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam] ongegrond wegens te late indiening van het bezwaarschrift. De termijnoverschrijding is niet verschoonbaar.

Hoger beroep ongegrond verklaard; accountant schond vertrouwelijkheid en objectiviteit, berisping bevestigd.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de verhuur van sportaccommodaties door de gemeente onvoldoende gemotiveerd is en onder de kostprijs plaatsvindt, wat niet gerechtvaardigd is.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de gemeente ongegrond, waarbij ACM in de proceskosten wordt veroordeeld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 9 augustus 2022 een eerdere uitspraak over immateriële schadevergoeding in het kader van de Tabaks- en rookwarenwet, waarbij het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de aanvragen van appellante voor subsidie op basis van de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 terecht zijn afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing van de omzet in de referentieperioden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen terecht is opgelegd wegens het gebruik van een niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddel. Appellante ontvangt € 500,- schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. niet-ontvankelijk, omdat verweerder de subsidie TVL alsnog heeft toegekend. Verweerder moet het griffierecht van € 360,- vergoeden.

Het College oordeelt dat de appellant als starter moet worden aangemerkt voor de TVL-subsidie, en vernietigt het besluit van de minister.

Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de omzetverliescriteria van de TVL, ondanks haar argumenten over bijzondere omstandigheden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over betalingsrechten in de landbouw. Beroep van melkveehouderij ongegrond, beroep van Gebroeders [naam 2] gegrond. Proceskostenvergoeding van € 1.518,- aan Gebroeders [naam 2].

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verlaagde de geldboete voor een accountant van € 5.110,- naar € 2.000,- wegens tekort aan PE-uren, maar handhaafde de waarschuwing.

Hoger beroep gegrond verklaard; accountant voldoet aan PE-verplichting; opgelegde maatregelen van waarschuwing en geldboete vervallen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een pluimveehouder tegen de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018 ongegrond, oordelend dat de heffing niet onevenredig is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een pluimveebedrijf tegen de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018 ongegrond, ondanks de wijziging van de rechtsvorm van het bedrijf.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een pluimveehouder tegen de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018 ongegrond, omdat de heffing niet onevenredig is en geen bijzondere omstandigheden zijn aangetoond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een maatschap van pluimveehouders ongegrond inzake de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018, vastgesteld op € 5.042,39.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een pluimveehouder tegen de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018 ongegrond, en bevestigt de geldigheid van de heffingssystematiek.

Het beroep van een pluimveebedrijf tegen de heffing van het Diergezondheidsfonds 2018 is ongegrond verklaard. De heffing van € 40.410,79 is rechtmatig, maar de redelijke termijn is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 500,- aan de appellante.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 correct is herberekend. Proceskosten in bezwaar worden vergoed.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Proceskosten worden vergoed.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Proceskosten worden vergoed aan de appellant.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. De minister wordt veroordeeld in proceskosten.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen van het primaire besluit in stand.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar handhaaft de oorspronkelijke heffing vanwege het verbod van reformatio in peius. De correctiekorting wordt ook vernietigd.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar handhaaft de rechtsgevolgen van de eerdere besluiten.

Het College verklaart het beroep tegen de heffing Diergezondheidsfonds ongegrond, maar vernietigt de correctiekorting wegens onjuiste berekening. De rechtsgevolgen blijven in stand.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister ten onrechte de vergoeding van proceskosten in bezwaar heeft afgewezen. Het beroep is gegrond en de minister wordt veroordeeld tot betaling van € 2.016,75 aan proceskosten.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van € 2.206,50.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar handhaaft de rechtsgevolgen. Proceskosten worden vergoed aan appellante.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de heffing opnieuw berekend moet worden, maar blijft op het eerder vastgestelde bedrag van € 7.895,89. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van appellante.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, handhaaft het primaire besluit en veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante tot € 1.138,50.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 wegens onjuiste berekening, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van € 2.206,50.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 wegens onjuiste berekening, maar handhaaft de rechtsgevolgen. De appellante had bezwaar gemaakt tegen de heffing van €63.847,72.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de berekening onjuist was. Verweerder moet de proceskosten vergoeden.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, en stelt de correctiekorting vast op € 3.165,63.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. De berekening van de heffing was onjuist, maar de uiteindelijke heffing blijft gelijk.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar handhaaft de rechtsgevolgen van het primaire besluit. Verweerder wordt veroordeeld in proceskosten.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar handhaaft de oorspronkelijke bedragen vanwege het verbod van reformatio in peius.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 wegens onjuiste berekening en handhaaft de rechtsgevolgen. Appellante krijgt griffierecht vergoed.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar handhaaft de oorspronkelijke heffing van € 5.610,09.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, oordeelt dat de berekening onjuist was en wijst proceskostenvergoeding toe aan appellante.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Proceskosten van € 2.206,50 worden vergoed aan appellante.

Tussenuitspraak over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, waarbij de heffing is verlaagd en de correctiekorting is vernietigd.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de minister een onjuiste formule heeft gehanteerd bij de berekening.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, maar laat de rechtsgevolgen in stand. De berekening van de heffing was onjuist, en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de minister een onjuiste formule heeft gehanteerd bij de berekening. Proceskosten van appellante worden vergoed.

Tussenuitspraak over de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018, waarbij de berekening van de heffing door de verweerder onjuist is bevonden en de zaak gegrond is verklaard.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en de correctiekorting, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de berekening niet correct was. De heffing wordt verlaagd en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College vernietigt de heffing Diergezondheidsfonds Overgangsregeling Pluimvee 2018 en oordeelt dat de minister een onjuiste formule heeft gehanteerd bij de berekening van de heffing.

Het CBB heeft de vergunning voor de concentratie tussen Sanoma en Iddink bevestigd, oordelend dat ACM voldoende heeft aangetoond dat de mededinging niet significant wordt belemmerd. De eerdere vernietiging door de rechtbank is onterecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam] B.V. gegrond, oordeelt dat de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar onterecht was en draagt verweerder op het griffierecht en proceskosten te vergoeden.

Het College verklaart het beroep van appellant niet-ontvankelijk, omdat hij geen belanghebbende is bij de afwijzing van zijn verzoek om intrekking van glyfosaat-toelatingen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de klacht tegen accountant [naam 3] gegrond verklaard vanwege het ontbreken van hoor en wederhoor in zijn rapport. De maatregel van waarschuwing is vernietigd, omdat de tuchtrechtelijk verwijtbare gedragingen samenhangen met een andere procedure.

Tuchtrechtelijke procedure tegen accountant [naam 1] RA wegens schending van beroepsregels en objectiviteitsbeginsel, leidend tot tijdelijke doorhaling van één maand.

Wakker Dier heeft beroep ingesteld tegen de minister omdat deze niet tijdig besliste op een handhavingsverzoek. Het College verklaart het beroep gegrond en legt een dwangsom op.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, omdat de Kamer van Koophandel terecht de uitschrijving van appellant als bestuurder van de stichting heeft gehandhaafd.

Het beroep van appellante om een subsidie op grond van de TVL is ongegrond verklaard, omdat zij in de referentieperiode geen omzet had gerealiseerd en niet voldeed aan de voorwaarden voor de tegemoetkoming.

Het beroep van Vita Square B.V. tegen de correctie van de S&O-verklaring door de minister van Economische Zaken is ongegrond verklaard. De minister concludeerde dat de opgegeven uitgaven niet overeenkwamen met de werkelijke inzet voor S&O.

Het College bevestigt de boete van € 1.360,- opgelegd aan 'Snackhoekje [naam 1]' wegens verkoop van tabaksproducten aan minderjarigen, zonder strijd met het gelijkheidsbeginsel.

Beroep gegrond; vernietiging van niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen innovatiekrediet; verweerder moet opnieuw beslissen.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat de minister de subsidie heeft toegekend. Verweerder moet het griffierecht van € 181,- vergoeden.

Het College oordeelt dat de wijziging van de inschrijving bij de KvK voor een nieuwe bedrijfsactiviteit in een bestaande eenmanszaak als eerste inschrijving moet worden aangemerkt. Het beroep van appellante is gegrond en het bestreden besluit wordt vernietigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt een randvoorwaardenkorting van 3% op GLB-subsidies wegens niet-naleving van dierenwelzijnseisen. Appellant betwistte de bevindingen van de NVWA, maar het College oordeelde dat de betwisting onvoldoende was onderbouwd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een sportschool ongegrond, omdat deze niet voldoet aan de subsidievoorwaarden van de TVL-regeling, waaronder een omzetverlies van 30%.

Het College vernietigt de afwijzing van de graasdierpremie voor appellante, omdat de minister onvoldoende rekening hield met de bevindingen van de NVWA. Een nieuw besluit moet binnen acht weken worden genomen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van ARS Traffic & Transport Technology B.V. ongegrond, wegens onvoldoende onderbouwing van S&O-werkzaamheden en kosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de wijziging van de HRN-concessie en de subsidieverlening aan NS voor de NightJet rechtmatig zijn. Het beroep van appellanten is ongegrond.

Het College verklaart het beroep van appellant ongegrond, omdat zijn ontslagname per e-mail duidelijk was en de Kamer van Koophandel geen gerede twijfel had over de uitschrijving.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vraagt het Hof van Justitie om verduidelijking over de beoordeling van hormoonontregelende eigenschappen bij de toelating van het gewasbeschermingsmiddel Dagonis, dat difenoconazool bevat.

Toelating van het gewasbeschermingsmiddel Closer betwist door Pesticide Action Network Europe. Vragen over de beoordeling van risico's voor bijen en de toepassing van richtsnoeren.

Het College van Beroep vernietigt de boete opgelegd aan [naam] B.V. wegens het elektronisch indienen van onvolledig ingevulde VDM’s, omdat er geen wettelijke grondslag voor de boete bestaat.

Het College bevestigt de boete van € 10.721,70 aan appellante wegens overschrijding van de fosfaatgebruiksnorm onder de Meststoffenwet. De minister heeft overtuigend aangetoond dat de vrachten niet zijn afgevoerd en appellante had de juistheid van de VDM's moeten controleren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de bestuurlijke boetes opgelegd aan appellante wegens niet-openbaarheid van marges in de Meststoffenwet. De uitspraak benadrukt de fundamentele rol van openbaarheid in het boeteproces.

Tussenuitspraak over motiveringsgebrek bij vervangingsbesluit subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19, waarbij het College oordeelt dat inkomsten uit fondsenwerving mogelijk als omzet moeten worden aangemerkt.

Het College vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond, bevestigt de boetes voor overtredingen van de Wet dieren.

Het College verklaart het beroep van appellante gegrond en vernietigt het besluit van de minister inzake de afwijzing van de subsidieaanvraag TVL Q4 2020, met de verplichting tot heroverweging.

Het College vernietigt het besluit van ACM om maximumtarieven aan Essent op te leggen, wegens gebrekkige motivering en procedurele tekortkomingen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van het griffierecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond omdat appellante te laat bezwaar heeft gemaakt tegen een subsidieaanvraag op basis van de TVL-regeling.

Het College oordeelt dat de termijnoverschrijding van appellante verschoonbaar is, vernietigt het bestreden besluit en veroordeelt de minister in de proceskosten.

WVH Vastgoed B.V. verzet zich tegen de forfaitaire S&O-uurloonbepaling van € 29, maar het College oordeelt dat appellante in het referentiejaar 2018 geen S&O-werkzaamheden heeft verricht, waardoor het beroep ongegrond is verklaard.

Tussenuitspraak over de correctie van een S&O-verklaring van een chrysantenveredelingsbedrijf. Het College oordeelt dat de verweerder nader onderzoek moet doen naar de kosten van uitbesteed werk en marketingkosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de tijdelijke doorhaling van accountant [naam 1] verlengd naar zes maanden wegens schending van integriteit en professionaliteit in een echtscheidingsprocedure.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaar van appellante tegen de subsidie niet tijdig was ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond in de zaak van een appellant die een verbeurde dwangsom voor taxivervoer zonder vergunning niet had betaald.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond verklaard inzake de afwijzing van de EIA-verklaring voor zonnepanelen met een gezamenlijk piekvermogen onder de 25 kW.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat het bezwaar tegen de subsidie niet-ontvankelijk is verklaard wegens te late indiening.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank die de boete tegen [naam 1] B.V. vernietigde, omdat er geen verplichting tot validatie van het zuiveringsproces bestond. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat accountants tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld door vertrouwelijke informatie te delen. Klachtonderdeel f. is gegrond verklaard, en aan [naam 3] wordt een waarschuwing opgelegd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat KPN niet verplicht is om met Redworks te onderhandelen over de afhandeling van vervolgdiensten naar 084/087-nummers. Het beroep van Redworks is ongegrond.

Tussenuitspraak over de aanvraag van een dierenarts met buitenlandse opleidingen; afwijzing door de minister onvoldoende gemotiveerd, heroverweging vereist.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 3 februari 2022 een geheimhoudingsbeslissing genomen in hoger beroep van ACM, Noordhoff en Sanoma, waarbij de geheimhouding van bepaalde gedingstukken is gerechtvaardigd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart zich onbevoegd en stuurt de zaak door naar rechtbank Midden-Nederland, omdat er geen besluiten zijn waartegen beroep kan worden ingesteld.

Appellante, opgeleid tot dierenarts in Brazilië, verzocht om toelating in Nederland. De aanvraag werd afgewezen op basis van deskundigenadviezen. Het College oordeelt dat de afwijzing terecht was, maar dat de minister niet zorgvuldig handelde. Vergoeding van griffierecht en proceskosten is opgelegd.

Appellant verzocht om ongedaanmaking van een intrekking van een beroep. Het College verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, maar kende schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over afwijzing aanvraag certificaat marifoon; appellant vroeg te laat aan, binnen vijf jaar na examen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep gegrond en vernietigt de gedeeltelijke afwijzing van de EU-subsidie voor groenten en fruit. De minister moet binnen vier weken een nieuw besluit nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond in een zaak over accountantstuchtrecht en earn-out berekening in een SPA.

Hoger beroep over tuchtrechtelijke maatregelen tegen accountants inzake earn-out berekening en onafhankelijkheid. Beide hoger beroepen ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 20 december 2021 een geheimhoudingsbeslissing genomen in hoger beroep van ACM, Noordhoff en Sanoma, waarbij de kennisneming van vertrouwelijke stukken is beperkt.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de accountantskamer, maar het College verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk omdat verzet had moeten worden gedaan.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante opzettelijk randvoorwaarden heeft overtreden, wat leidt tot een randvoorwaardenkorting van 100% op rechtstreekse betalingen GLB.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 6 december 2021 schadevergoeding van € 25.000,- toegewezen aan [naam 1] B.V. na onrechtmatige intrekking van een vergunning voor besloten busvervoer.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de verzoeken om restitutie van doorverkoopheffing en schadevergoeding afgewezen, omdat de redelijke termijn niet was overschreden en geen onrechtmatige besluitvorming was aangetoond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag om restitutie van doorverkoopheffing afgewezen wegens gebrek aan bewijs. Wel is een schadevergoeding van € 500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellanten [naam 1] B.V. en [naam 2] hebben beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om restitutie van doorverkoopheffingen. Het College heeft de beroepen ongegrond verklaard, maar schadevergoeding toegekend wegens termijnoverschrijding.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond en de beroepen van [naam 2] en [naam 3] niet-ontvankelijk. Schadevergoedingsverzoeken worden afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een appellant ongegrond, die een randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen GLB aanvecht wegens niet-naleving van dierenwelzijnseisen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst beroep ongegrond; afwijzing uitbetaling basis- en vergroeningsbetaling 2019 terecht, geen schending vertrouwensbeginsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de inschrijving van de ontbinding van de vof [naam] door de Kamer van Koophandel rechtmatig is, en verklaart het beroep van appellante ongegrond.

Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat de opgave van ontslag en benoeming van bestuurders niet onderbouwd is en terecht niet is ingeschreven in het handelsregister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de notaris bevoegd was tot inschrijving van bestuurswisselingen in het handelsregister. Het beroep van appellant tegen deze inschrijving is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 80% op rechtstreekse betalingen GLB terecht is opgelegd wegens opzettelijke niet-nalevingen bij geboortemeldingen van kalveren.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een varkenshouder ongegrond en bevestigt de hoogte van het subsidiebedrag van € 337.863,12 op basis van de subsidieregeling sanering varkenshouderijen.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de herregistratie van Nemasol en Monam, omdat het oude recht onterecht is toegepast, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de uitspraak van 19 juni 2018 vervallen, omdat een derde-belanghebbende niet was uitgenodigd om deel te nemen aan de procedure.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Liander N.V. verplicht is om Raedthuys WP Zeewolde B.V. een kostenindicatie te verstrekken voor een eigen aansluiting van windturbines, omdat de uitzondering op de aansluitplicht niet van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van VEN ongegrond inzake de wijziging van de Transportcode gas door ACM, met betrekking tot de neutraliteitsheffing en kredietlimiet.

Hoger beroep ongegrond verklaard. Klacht tegen accountant over objectiviteit en vakbekwaamheid tijdens VOF-onderhandelingen niet aannemelijk gemaakt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de tarieven en voorwaarden voor Schiphol niet onredelijk of discriminatoir zijn voor low-cost carriers, en verklaart het beroep van easyJet ongegrond.

Het College wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake GLB betalingsrechten af, omdat er geen nieuwe feiten zijn die tot een andere uitspraak kunnen leiden.

Het beroep van de appellant tegen de weigering van de minister om terug te komen op een eerder besluit inzake betalingsrechten 2015 werd ongegrond verklaard. De appellant kreeg een schadevergoeding van € 1.000,- voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. gegrond, vernietigt het bestreden besluit en oordeelt dat de startdatum van de activiteiten op 17 februari 2020 moet worden vastgesteld.

Het College vernietigt de last onder dwangsom aan [naam 1] B.V. wegens onvoldoende bewijs van overtreding van cabotageregels.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond inzake de toewijzing van betalingsrechten uit de Nationale reserve, omdat de percelen niet als subsidiabel kunnen worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de aanvraag voor subsidie op grond van de TVL afgewezen, omdat appellante geen omzetverlies had. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een tegemoetkoming op basis van de Beleidsregel COVID-19 is ongegrond verklaard. De aanvraag werd terecht afgewezen omdat de onderneming niet correct was ingeschreven.

Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat de SBI-code op de peildatum leidend is voor de subsidie op basis van de TVL-regeling.

Appellante krijgt subsidie op basis van SBI-code 93.21.2 na vernietiging van de afwijzing door de staatssecretaris.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond inzake subsidiabele oppervlakten en teruggave financiële discipline over 2019.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een stichting tegen de Minister van Landbouw ongegrond, betreffende subsidiabele landbouwgrond en uitbetaling van betalingsrechten GLB.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de appellante recht heeft op een tegemoetkoming van € 4.000,- op basis van de SBI-code, ondanks eerdere afwijzing door de minister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond inzake de uitbetaling van betalingsrechten en vergroeningsbetalingen voor 2019.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant gegrond en vernietigt de bestreden besluiten inzake de uitbetaling van betalingsrechten en vergroeningsbetaling voor 2019.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een maatschap ongegrond, omdat geen vanggewas is geteeld en geen tijdige melding van overmacht is gedaan.

Hoger beroep ongegrond verklaard; klacht tegen accountant over concurrentie- en relatiebeding afgewezen.

Het College verklaart het beroep van appellante niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van het griffierecht. Er is geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een BV inzake de Meststoffenwet niet-ontvankelijk wegens het niet indienen van beroepsgronden binnen de gestelde termijn.

Verzoekster vorderde schadevergoeding wegens onrechtmatig besluit tot weigering van betalingsrechten. Het College oordeelde dat de minister aansprakelijk was voor de schade en kende een schadevergoeding van € 11.594,80 toe, vermeerderd met rente.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat veroordeeld tot betaling van € 748,- aan proceskosten na intrekking van het beroep door verzoekster, een BV.

Het College vernietigt de S&O-correctie-verklaring voor automatiseringskosten en draagt de staatssecretaris op een nieuw besluit te nemen.

De voorzieningenrechter heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat veroordeeld tot betaling van proceskosten en griffierecht na intrekking van het verzoek om voorlopige voorziening.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] V.O.F. ongegrond, omdat de aanvraag voor betalingsrechten uit de Nationale reserve voor starters niet voldeed aan de voorwaarden.

Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat de appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd voor een onjuiste intekening van perceel 18, dat niet als subsidiabel werd aangemerkt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de berekening van bedrijfstijd voor het TAVT op het niveau van verbindingen moet plaatsvinden, zonder saldering van afgenomen en ingevoede elektriciteit. Het beroep van [naam BV] wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat veroordeeld in de proceskosten van verzoekster na intrekking van het beroep, vastgesteld op € 534,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het beroep van de appellant ongegrond is, maar kent € 1000,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van appellante niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om schadevergoeding af, maar draagt verweerder op het griffierecht van € 345,- te vergoeden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht een randvoorwaardenkorting van 20% heeft opgelegd aan een gewetensbezwaarde melkveehouder wegens niet-naleving van de oormerkverplichting voor runderen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Dierenkliniek Den Ham B.V. ongegrond, wegens overtreding van de wetgeving omtrent biociden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de rechtbank Overijssel onbevoegd was en verklaart het beroep van appellante ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat er geen sprake was van overmacht bij de te late melding van de overdracht van betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van de appellant ongegrond inzake GLB betalingsrechten en teruggave financiële discipline.

Beroep ongegrond; appellante verzocht om andere referentieperiode voor subsidie TVL, maar College oordeelt dat staatssecretaris terecht geen uitzondering maakte.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat de subsidie aan appellante wordt verstrekt op basis van SBI-code 50.30, met een percentage van 43% van de omzet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 1 juni 2021 het beroep van Stichting Skal ongegrond verklaard inzake het (laten) houden van dieren op een niet-aangemelde locatie, waarbij ernstige afwijkingen zijn vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 1 juni 2021 een eerdere uitspraak van 26 april 2021 vanwege een kennelijke onjuistheid in het ECLI-nummer.

Het beroep van Financial Content B.V. tegen de weigering van de TVL-subsidie is ongegrond verklaard. De SBI-codes op de peildatum waren niet in overeenstemming met de subsidievoorwaarden.

Het College verklaart het beroep van Stichting Pesticide Action Network Netherlands gegrond wegens niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar en legt een dwangsom op aan verweerder.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 26 april 2021 de toelating van het gewasbeschermingsmiddel TAVAS, dat metribuzin en diflufenican bevat, gehandhaafd. Het beroep van Pesticide Action Network Europe is ongegrond verklaard.

Beroep tegen niet-tijdig beslissen over toelatingsbesluit gewasbeschermingsmiddel gegrond verklaard; verzoek om dwangsom afgewezen; proceskostenvergoeding van € 534,- aan appellante.

Hoger beroep van [naam] B.V. tegen boete voor overtredingen van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de overtredingen zijn vastgesteld.

Het College verklaart het beroep ongegrond in de zaak over de afzetting van pootaardappelen besmet met Meloidogyne chitwoodi. De appellante was niet tijdig geïnformeerd, maar de regelgeving voorziet niet in een termijn voor mededeling van de uitslag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat NAK onterecht een maatregel heeft opgelegd aan appellanten wegens het in de handel brengen van ongekeurd pootgoed. Het beroep is gegrond en het bestreden besluit is vernietigd.

Hoger beroep in accountantstuchtrecht; accountant niet-ontvankelijk, klachten ongegrond, berisping opgelegd.

Hoger beroep over accountantsklachten inzake jaarrekeningen [naam 12]. Klachten ongegrond verklaard, uitspraak accountantskamer bevestigd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de beroepen van Spack Trading B.V. en een andere B.V. ongegrond verklaard, betreffende de decertificering van zonnebloempitten door Stichting Skal vanwege herbicide residuen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van B.V. [naam 1] ongegrond inzake de decertificering van zonnebloempitten door Stichting Skal, wegens ontbrekende transportdocumenten en onregelmatigheden in de biologische productie.

Rectificatie van proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak door College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 april 2021.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 13 april 2021 een eerdere uitspraak van 23 maart 2021 vanwege kennelijke onjuistheden in de tekst.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 30 maart 2021 de beroepen van [naam 1] en [naam 3] ongegrond verklaard in een zaak over de aanwijzing van [naam 2] als netbeheerder en de overdracht van economische eigendom van netten.

[naam 1] B.V. heeft beroep ingesteld tegen een uitspraak van het tuchtgerecht KCB inzake overtredingen van de Landbouwkwaliteitswet. Het College oordeelt dat de redelijke termijn voor aanhangig maken niet is overschreden en bevestigt de boete van € 3.000,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vraagt het Hof van Justitie of beheerseis 10 inzake het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ook geldt voor niet-toegelaten middelen. De zaak betreft een randvoorwaardenkorting opgelegd aan appellante.

Het College oordeelt dat de maatschap niet voldeed aan de opgelegde maatregelen van de Wet Dieren, en bevestigt de invordering van € 3.000,-. Tevens wordt schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat zij de controle ter plaatse heeft verhinderd, wat leidde tot de afwijzing van haar GLB-subsidieaanvraag.

Het College verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] ongegrond, de 15% randvoorwaardenkorting voor GLB-subsidies is terecht opgelegd wegens herhaalde niet-nalevingen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de verhoging van de randvoorwaardenkorting van 75% naar 85% voor GLB-subsidies rechtmatig was, ondanks bezwaar van de appellante. Het beroep is ongegrond verklaard.

Hoger beroep ongegrond verklaard; eerdere klachten tegen accountants zijn niet opnieuw ontvankelijk. Ne bis in idem beginsel toegepast.

Het College verklaart de beroepen van appellante ongegrond en bevestigt de randvoorwaardenkorting op GLB-subsidies. Schadevergoeding van € 3.500,- voor overschrijding redelijke termijn.

Accountant in hoger beroep wegens schending van integriteit en objectiviteit door geldleningen aan cliënt. Klachtonderdelen a en c gegrond verklaard, b niet-ontvankelijk. Tijdelijke doorhaling inschrijving voor drie maanden opgelegd.

Het College verklaart het beroep van de stille maatschap ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, met betrekking tot de vaststelling van de basis- en vergroeningsbetaling 2017.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over randvoorwaardenkortingen GLB wegens niet-naleving zorgplicht voor dieren. Appellante krijgt schadevergoeding van € 500,- voor overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het hoger beroep ongegrond in de zaak over non-concurrentie- en relatiebedingen in een managementovereenkomst van accountants.

Randvoorwaardenkorting van 61% opgelegd aan Loon- en Verhuurbedrijf wegens niet-naleving identificatie- en registratieregels voor runderen; beroep ongegrond verklaard.

Het College bevestigt de invordering van een dwangsom van € 10.000,- wegens overtredingen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren door de maatschap, maar oordeelt dat de last onder dwangsom deels onduidelijk was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond, omdat de minister de oppervlakte van de percelen correct heeft vastgesteld en geen betalingsrechten kon toewijzen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst beroep ongegrond; afwijzing tegemoetkoming COVID-19 vanwege onjuiste SBI-code.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van [naam 1] B.V. voor een TOGS-tegemoetkoming afgewezen vanwege een onjuiste SBI-code registratie, ondanks de feitelijke activiteiten van de appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de aanvraag voor tegemoetkoming op basis van de TOGS terecht is afgewezen wegens een onjuiste SBI-code.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een bedrijfsfysiotherapeut ongegrond, omdat zijn SBI-code niet voldeed aan de eisen van de TOGS-regeling voor COVID-19.

Het College vernietigt de besluiten van de minister die subsidies op nihil vaststelden en draagt verweerder op nieuwe besluiten te nemen, met inachtneming van de uitspraak.

Het College bevestigt de vernietiging van een boete van ACM aan [naam 1] B.V. wegens overtreding van het concurrentieverbod in de Elektriciteitswet en Gaswet, en oordeelt dat ACM onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar vergelijkbare gevallen.

Het College vernietigt het bestreden besluit over de bedrijfsblokkade van een melkveehouder wegens niet-tijdige geboortenmeldingen, maar handhaaft de rechtsgevolgen van het verbod. Schadevergoeding van €1.000,- wordt toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft verweerder veroordeeld tot betaling van € 1000,00 voor immateriële schade en € 525,00 voor proceskosten wegens overschrijding van de redelijke termijn in een geschil over fosfaatrechten.

Het College verklaart het beroep van Engie en Electrabel niet-ontvankelijk wegens gebrek aan specifiek belang in de wijziging van tariefstructuren onder de Gaswet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond in de zaak over de herberekening van GLB-betalingsrechten voor 2015, waarbij geen geldige gebruikstitel voor percelen werd aangetoond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 24 november 2020 de minister van Landbouw veroordeeld tot betaling van proceskosten en immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn in een zaak over fosfaatrechten.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit van de minister en draagt op binnen acht weken een nieuw besluit te nemen.

Het College vernietigt het besluit van de gemeente om de verkoop van zwak-alcoholhoudende drank na 22:00 uur te weigeren en draagt de gemeente op opnieuw te beslissen met inachtneming van de uitspraak.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de gepachte percelen van de luchthaven niet als landbouwgrond kunnen worden aangemerkt voor de vaststelling van de melkveefosfaatreferentie, omdat de appellant niet de feitelijke beschikkingsmacht had.

De waarschuwing van de minister aan de appellant wordt niet aangemerkt als besluit in de zin van de Awb. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag van Eurofins MITOX B.V. voor een S&O-verklaring afgewezen, omdat het project niet aannemelijk maakte dat het gericht was op technisch-wetenschappelijk onderzoek.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het herzieningsverzoek van de appellant ongegrond, omdat er geen nieuw gebleken feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de besluiten van de minister inzake de toewijzing van betalingsrechten uit de nationale reserve en draagt verweerder op nieuwe besluiten te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de melding van overdracht van betalingsrechten te laat was en geen overmacht kon worden ingeroepen.

College vernietigt randvoorwaardenkorting en kosten hercontrole GLB-betalingen; onvoldoende bewijs voor overtreding door appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de subsidieaanvraag van [naam 1] V.O.F. voor ammoniakreductie in stallen afgewezen, omdat het systeem niet voldeed aan de BWL-code. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst de GLB-steunaanvraag van appellant af wegens verhindering van bedrijfscontrole en handhaaft de randvoorwaardenkorting van 45%.

Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen bloembollenheffing, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard. Het College oordeelt dat de bezwaren terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard, maar op onjuiste gronden. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegekend.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de verkochte restplanten van Anthura B.V. prototypes met commerciële waarde zijn, waardoor de kosten niet voor S&O-afdrachtvermindering in aanmerking komen. De beroepen zijn ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 27 oktober 2020 het beroep van Utilities Center Maasvlake Leftbank B.V. ongegrond verklaard, omdat de aanvraag voor subsidie op basis van verbranding van vloeibare biomassa niet voldeed aan de vereisten.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een rundveehouderij wegens disproportionaliteit in de sanctie voor niet-geregistreerde geboorten.

Het College vernietigt het verbod op verhandeling van runderen opgelegd aan appellante wegens registratieproblemen en oordeelt dat de minister geen bevoegdheid had voor de bedrijfsblokkade.

Het College oordeelt dat de verplichting tot het melden van doodgeboorten bij runderen niet voortvloeit uit Europese regelgeving. De bedrijfsblokkade is onterecht opgelegd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de verplichting tot het melden van doodgeboorten bij runderen niet voortvloeit uit Europese regelgeving. De opgelegde bedrijfsblokkade is onrechtmatig en eerdere besluiten van de minister worden vernietigd.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat er geen wettelijke verplichting bestaat om dit te doen. Schadevergoeding wordt toegekend.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, omdat deze verplichting niet voortvloeit uit de relevante Europese regelgeving.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, omdat de relevante regelgeving deze verplichting niet ondersteunt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder onterecht was, omdat de verplichting om een doodgeboorte te melden niet in de wet is opgenomen. De melkveehouder ontvangt schadevergoeding van € 1.631,33.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, oordelend dat de verplichting daartoe niet voortvloeit uit de relevante Europese regelgeving.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij, oordelend dat de NVWA niet bevoegd was deze op te leggen. Proceskosten van € 7.107,35 worden vergoed aan de appellante.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder wegens het niet melden van doodgeboorten, omdat de wettelijke basis hiervoor ontbreekt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de verplichting om doodgeboorten bij runderen te melden niet bestaat, waardoor een opgelegde bedrijfsblokkade onterecht was.

Het College oordeelt dat de verplichting tot het melden van doodgeboorten bij runderen niet voortvloeit uit de Europese regelgeving, waardoor de opgelegde bedrijfsblokkade onterecht was.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van doodgeboorten, omdat de wettelijke grondslag hiervoor ontbreekt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat de regelgeving dit niet vereist.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouder wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat de Europese regelgeving geen dergelijke verplichting bevat.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van doodgeboorten, oordelend dat de regelgeving dit niet vereist.

Het College vernietigt de bedrijfsblokkade opgelegd aan een melkveehouderij wegens het niet melden van een doodgeboorte, oordelend dat de relevante regelgeving geen verplichting daartoe bevat.

Het College verklaart de beroepen van appellante ongegrond en wijst de verzoeken om schadevergoeding af, omdat appellante de melding van de huur van betalingsrechten niet tijdig heeft gedaan.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bevestigt een randvoorwaardenkorting van 3% voor een maatschap wegens niet-naleving van identificatie-eisen en het niet in acht nemen van de wachttermijn voor diergeneesmiddelen.

Tussenuitspraak over de correctie van S&O-verklaring van Semiconductor Ideas to the Market B.V. en de motivering van de staatssecretaris. Het College oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd en draagt op het besluit te herstellen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de controle op GLB-subsidies door de vennoot van een agrarisch collectief werd verhinderd, wat leidde tot de afwijzing van de subsidieaanvraag. Het beroep is ongegrond.

Het College vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van appellante tot € 1.050,-.

Het College verklaart het beroep van appellante niet-ontvankelijk wegens niet-tijdige indiening. Appellante heeft geen argumenten aangedragen om aan te tonen dat de termijnoverschrijding niet aan haar kan worden toegerekend.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang na faillissement van appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de EIA-aanvraag van [naam 1] B.V. afgewezen, oordelend dat de appartementen als woonhuizen zijn aan te merken onder de Wet IB 2001.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de herziening van een randvoorwaardenkorting van 3% op rechtstreekse betalingen, ondanks een vrijspraak in een strafprocedure.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de intrekking van betalingsrechten en herberekening van de basis- en vergroeningsbetaling voor 2015.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard inzake de intrekking van betalingsrechten voor een landbouwperceel door de aanwezigheid van zonnepanelen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven weigert EIA-verklaring voor klimaatcomputer in aardbeienteelt; beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van extra betaling jonge landbouwers en herberekening van betalingsrechten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de vaststelling van de basis- en vergroeningsbetaling GLB voor appellant, waarbij de 2% marge correct is toegepast.

Het College verklaart het beroep ongegrond inzake de herziening van betalingsrechten voor perceel 68 onder het GLB, met bevestiging van de juiste toepassing van de 2% marge door de minister.

Het College verklaart het beroep ongegrond inzake de graasdierpremie en graslandcorrectie voor 2017, waarbij de minister terecht het aantal subsidiabel grasland heeft gehanteerd.

Het beroep van Royal Schiphol Group N.V. tegen het goedkeuringsbesluit van ACM is niet-ontvankelijk verklaard, omdat ACM aan het verzoek van Schiphol had voldaan.

Het College oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 20% aan appellante terecht is opgelegd wegens niet-emissiearm uitrijden van mest. Beroep tegen het eerste besluit is niet-ontvankelijk, beroep tegen het tweede besluit ongegrond. Schadevergoeding van € 500,- toegekend.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt het WFA-besluit van de ACM, oordelend dat onvoldoende bewijs is geleverd voor gezamenlijke AMM van KPN en VodafoneZiggo.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante op niet-emissiearme wijze mest heeft aangewend, wat leidt tot een randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen voor 2017. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de intrekking van betalingsrechten, omdat appellante niet beschikte over een geldige gebruikstitel op 15 mei 2015.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de randvoorwaardenkorting van 20% op GLB-subsidies van [naam 1] B.V. bevestigd wegens niet-emissiearm uitrijden van mest. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen, o.b.v. onvoldoende bewijs van niet-emissiearme mesttoepassing.

Het College vernietigt de beslissing van de Minister over de vergroeningsbetaling, oordeelt dat appellant voldoet aan de voorwaarden voor ecologisch aandachtsgebied en veroordeelt de Minister tot vergoeding van proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de vangnetregeling voor maximumtarieven elektriciteit niet in strijd is met de Europese richtlijn. Het beroep van Nuon wordt ongegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft terecht de aanvraag van appellant voor uitbetaling van betalingsrechten GLB afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de intrekking van de aanvraag voor uitbetaling van betalingsrechten GLB terecht was. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen GLB terecht is opgelegd wegens niet-naleving van mestverwerkingsvoorschriften. Beroep op overmacht faalt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante opzettelijk de identificatiemiddelen van runderen heeft gewijzigd, wat leidt tot een randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen GLB.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellant verantwoordelijk is voor de naleving van GLB-regels, ondanks uitbesteding van mestuitrijden. Randvoorwaardenkorting van 20% blijft gehandhaafd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam] ongegrond inzake de betalingsrechten en vergroeningsbetaling voor 2017, omdat geen sprake was van een kennelijke fout in de aanvraag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 3% op GLB-betalingen terecht is opgelegd wegens niet-naleving van dierenwelzijnseisen door Maatschap [naam 1].

Appellanten verzoeken om schadevergoeding wegens integratie van steun voor vezelvlas en zaaizaad. Het College verklaart de beroepen ongegrond, omdat de besluiten rechtmatig zijn en de schade niet is veroorzaakt door de besluiten over de bedrijfstoeslag.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een maatschap ongegrond verklaard en de randvoorwaardenkorting van 20% wegens niet-emissiearm uitrijden van mest bevestigd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen terecht is opgelegd wegens opzettelijke niet-naleving van mestregelgeving, ondanks de aanwezigheid van weidevogels.

Het College vernietigt de afwijzing van de uitbetaling van betalingsrechten voor 2016, maar laat de rechtsgevolgen in stand vanwege niet tijdige indiening van een accountantsverklaring.

Het College vernietigt het besluit van ACM over de Informatiecode, oordeelt dat er geen geldige verwerkingsgrondslag is voor gegevensverstrekking en veroordeelt ACM in proceskosten.

Het College bevestigt een randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen GLB wegens niet-emissiearm aanwenden van mest, ondanks verweer van de appellante.

Het College verklaart het beroep van Dümmen Orange tegen de afwijzing van de S&O-verklaring ongegrond, met uitzondering van zaak 19/148, die niet-ontvankelijk is verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat Liander N.V. in strijd heeft gehandeld met de Elektriciteitswet door geen compensatie te bieden aan Meerwind voor een storing in de elektriciteitstransportdienst.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake de indeling in de tariefcategorie MS voor elektriciteit door ACM en Enduris.

College vernietigt besluiten van verweerder over subsidiabele oppervlakte perceel in Verdronken land van Saeftinghe en draagt nieuwe besluiten op binnen vier weken.

Ducor Petrochemicals B.V. verzet zich tegen de goedkeuring van transporttarieven door ACM. Het College oordeelt dat de tarieven voldoen aan de Elektriciteitswet en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt het besluit van de minister van Landbouw inzake uitbetaling betalingsrechten GLB, oordeelt dat appellante over een gebruikstitel beschikt en veroordeelt de minister in proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen ongegrond inzake de registratie van de overdracht van betalingsrechten en de uitbetaling van GLB-steun voor 2016.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de intrekking van SDE-subsidie voor zonnepanelen door onjuiste informatieverstrekking door appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 30% op GLB-betalingen aan [naam 1] B.V. terecht is opgelegd wegens herhaalde niet-naleving van meststoffenregels.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 20% aan V.O.F. Aandijke terecht is opgelegd wegens niet-emissiearm aanwenden van mest. Beroepen ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van de Maatschap [naam] ongegrond verklaard, omdat een randvoorwaardenkorting van 20% terecht is opgelegd wegens niet-emissiearm uitrijden van mest door een loonwerker.

College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt afwijzing S&O-verklaring Slimstock Holding B.V. en veroordeelt staatssecretaris in proceskosten.

De beroepen van de zonneparken zijn niet-ontvankelijk verklaard omdat zij geen bezwaar hebben gemaakt. Powerfield heeft geen rechtstreeks belang en zijn bezwaren zijn ook niet-ontvankelijk verklaard. Verweerder is veroordeeld tot proceskostenvergoeding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de staatssecretaris bevoegd was om S&O-verklaringen te corrigeren. Appellanten waren ten onrechte als starters aangemerkt. Beroepen ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Strukton Immersion Projects B.V. ongegrond, omdat de S&O-verklaringen voor projecten niet voldeden aan de eisen van de Wva.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van J.K. Son en Breugel Beheer B.V. ongegrond, omdat de administratie niet voldeed aan de eisen van de Wva en de S&O-verklaringen terecht zijn gecorrigeerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag voor een thermische conversie-installatie, omdat deze niet als één productie-installatie kan worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de subsidieaanvraag van appellante afgewezen wegens onvoldoende gerichtheid op innovatie. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Windpark Zeewolde B.V. ongegrond, omdat aanvragen voor SDE-subsidie zijn afgewezen wegens ontbrekende toestemming van de locatie-eigenaar.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden van de Subsidieregeling, waardoor de subsidie op nihil kon worden vastgesteld. Het beroep is ongegrond verklaard.

Zorgverzekeraars hebben beroep ingesteld tegen de tarieven voor verloskundige zorg 2018. Het College verklaart het beroep ongegrond, NZa heeft de tarieven terecht vastgesteld zonder de resultaten van het tweede deelonderzoek mee te nemen.

Beroepen van NS en dochterondernemingen tegen ACM niet-ontvankelijk verklaard; mededelingen ACM zijn geen besluiten. Proceskostenveroordeling van € 2.304,- en griffierechten van € 2.664,- aan NS.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Economische Zaken en Klimaat ten onrechte een subsidieaanvraag voor een zonnepark beperkte tot tien jaar. Het beleid vereiste een beoordeling van de economische haalbaarheid voor vijftien jaar. Het beroep werd gegrond verklaard en het besluit vernietigd.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een zonnepark, oordeelt dat de minister zijn beleid niet tijdig heeft gewijzigd en draagt hem op opnieuw te beslissen.

Het College vernietigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor een zonnepark door de minister van Economische Zaken en Klimaat, oordeelt dat de minister zijn beleid niet correct heeft toegepast en draagt hem op opnieuw te beslissen.

College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt afwijzing subsidieaanvragen voor zonneparken wegens onvoldoende onderbouwing van economische haalbaarheid door de minister.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen voor 2016 bevestigd, wegens niet-naleving van glyfosaatgebruik door een loonwerker.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de 20% randvoorwaardenkorting op GLB-betalingen wegens niet-emissiearme aanwending van drijfmest door de maatschap.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de randvoorwaardenkorting van 20% op rechtstreekse betalingen terecht is opgelegd wegens opzettelijk gebruik van glyfosaat, zonder overmacht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de randvoorwaardenkorting van 4% wegens niet-nalevingen bij mestopslag en identificatie van runderen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister ten onrechte geen vergoeding toekende aan een paprika teler voor schade door de paprikasnuitkever, en draagt de minister op opnieuw te beslissen op het bezwaar.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de besluiten van ACM over meettarieven, verklaart de bezwaren van appellanten niet-ontvankelijk en veroordeelt ACM in proceskosten van € 1.536,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante geen belanghebbende is bij het bestreden besluit en verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het Pieter Baan Centrum een klachtenregeling moet hebben onder de Wkkgz en vernietigt het besluit van de minister.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat een tandarts als zorgaanbieder kan worden aangemerkt en bevestigt de boete van € 112.000,- wegens te hoge declaraties. Eiser's beroep wordt ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter schorst onderdeel 1 van de aanwijzing aan zorgaanbieder Nefes, die cliënten moet overdragen aan goede zorgaanbieders, en oordeelt dat de zorg voor cliënten zo spoedig mogelijk moet worden gestaakt.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over bestuurlijke boetes aan incassobureaus voor overtredingen van de Whc. Boete aangepast van € 375.000 naar € 365.000 voor eisers en € 38.750 voor de feitelijk leidinggevende.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van Tele2 tegen ACM ongegrond, bevestigt bevoegdheid rechtbank in handhavingszaken en benadrukt toetsing aan gedragsregel 5.

Arriva Personenvervoer Nederland B.V. heeft beroep ingesteld tegen ACM, maar het beroep werd niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang.

De rechtbank beslist dat Arriva niet wordt toegelaten als partij in het geding tegen NS en ACM, omdat haar proceshouding in strijd is met de goede procesorde.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over kartelverbod overtredingen door aanbieders van notarieel aktepapier en herzien boetes.

Eiser heeft zijn inlichtingenplicht geschonden door financiële steun van zijn ouders niet te melden, wat leidde tot herziening van bijstand en terugvordering van € 40.599,84, plus een boete van € 1.180,-.

Rechtbank Rotterdam wijst herzieningsverzoek af wegens gebrek aan nieuwe feiten over AIO-aanvulling.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, oordelend dat de zorg van Zorg Allerlei B.V. niet voldoet aan de Wkkgz en dat de aanwijzing van de Minister rechtmatig is.

Rechtbank Rotterdam matigt boete voor voormalig huisarts van € 100.000,- naar € 45.000,- wegens overtredingen van de Wmg.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep ongegrond tegen de aanwijzing van de AFM tot heenzending van [eiser] als dagelijks beleidsbepaler, wegens ongeschiktheid.

Rechtbank Rotterdam bevestigt de boete van € 5.000,- aan [eiser] voor feitelijk leidinggeven aan oneerlijke handelspraktijken door [onderneming 1].

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de boete van € 1.000.000,- aan energieleverancier terecht is opgelegd wegens het in strijd handelen met de Informatiecode elektriciteit en gas.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond omdat de machtiging van eisers niet voldeed aan de eisen van recentheid en specificiteit, waardoor het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep ongegrond, omdat verweerder terecht een recente machtiging heeft verlangd in bezwaarprocedure tegen afwijzing individuele inkomenstoeslag.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat PostNL in strijd heeft gehandeld met de non-discriminatie- en transparantieverplichtingen uit de Postwet 2009 door aan de gemeente Rotterdam onduidelijke kortingen te bieden, en vernietigt het besluit van ACM.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat bezwaar van PostNL tegen nieuwsbericht over openbaarmaking geschoonde besluiten ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Beroep tegen bestreden besluiten 1 en 3 gegrond verklaard, proceskosten vergoed.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat PostNL niet voldoet aan transparantie-eisen van artikel 9 Postwet 2009, en bevestigt last van ACM om tarieven non-discriminatoir kenbaar te maken.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van Koninklijke PostNL B.V. ongegrond inzake de openbaarmaking van besluiten door ACM over sancties. De rechtbank oordeelt dat ACM rechtmatig heeft gehandeld.

Rechtbank Rotterdam verklaart de beroepen ongegrond inzake afwijzing wijziging kindplaatsen en publicatie inspectierapport.

De rechtbank oordeelt dat twee kinderdagverblijven niet voldoen aan de wettelijke eisen voor buitenspeelruimte. Beroepen van eiseres zijn ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam verklaart beroep tegen boete van € 0,- niet-ontvankelijk, omdat eiser geen belang heeft bij voortzetting van de procedure.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ACM de vervaltermijn voor boeteoplegging niet tijdig heeft gestuit, waardoor de bevoegdheid tot opleggen van een boete is vervallen. Het bestreden besluit wordt vernietigd en ACM moet proceskosten vergoeden.

Rechtbank vernietigt boete van ACM wegens niet tijdig stuiten van vervaltermijn voor kartelverbod in visopslag.

Rechtbank herroept boete van ACM wegens onvoldoende bewijs voor kartelverbod overtreding.

Rechtbank vernietigt boete van ACM wegens onvoldoende bewijs voor kartelverbod en herroept het primaire besluit tot boeteoplegging.

De rechtbank vernietigt de boete van € 110.000,- opgelegd aan een orthodontiepraktijk wegens overtredingen van de Wmg en stelt deze vast op € 95.000,-.

Rechtbank Rotterdam vernietigt last onder dwangsom van de AFM aan eiseres wegens overtreding Wft; eiseres biedt online krediet aan vanuit [land] en valt onder de definitie van dienst van de informatiemaatschappij.

De rechtbank oordeelt dat ACM bevoegd was om een last onder dwangsom aan PostNL op te leggen wegens overtreding van artikel 9 van de Postwet 2009, en verklaart het beroep van PostNL tegen de besluiten van ACM ongegrond.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van PostNL tegen ACM ongegrond, met uitzondering van het derde besluit dat wordt vernietigd. ACM moet aanpassingen doen voor openbaarmaking.

Rechtbank Rotterdam bevestigt intrekking bijstandsuitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht door eiser die als deejay actief was.

Rechtbank Rotterdam vernietigt de opgelegde boete van € 930,- wegens schending van de inlichtingenverplichting en stelt deze vast op € 1.391,10, rekening houdend met recidive en verminderde verwijtbaarheid.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd in beroep wegens niet tijdig beslissen en wijst verzoek om ontheffing griffierecht af.

Rechtbank Rotterdam verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht bij verzoek om ontheffing griffierecht.

Rechtbank Rotterdam verklaart zich onbevoegd in ROT 17/135 en verklaart het beroep in ROT 16/7646 niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht en gebrek aan redelijk doel in Wob-verzoek.

Eiser verzocht om openbaarmaking van rapporten van Jeugdzorg en om ontheffing van griffierecht wegens betalingsonmacht. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht.

Rechtbank Rotterdam verklaart beroepen niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht bij Wob-verzoeken en wijst verzoek om ontheffing griffierecht af.

Beroep niet ontvankelijk verklaard wegens misbruik van recht in verzoek om inzage in dossierstukken Haags Ambulatorium.

Eiser verzocht om bijzondere bijstand voor griffiekosten, maar de rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht.

Rechtbank Rotterdam verklaart beroepen van eiser niet-ontvankelijk wegens misbruik van recht en veroordeelt hem in proceskosten van € 742,50.

De rechtbank oordeelt dat de ACM terecht vergunning verleende voor de overname van Mediq door Brocacef, met voldoende remedies om mededingingsproblemen te voorkomen. Beroepen van eisers zijn ongegrond verklaard.

15 partijen hebben beroep ingesteld tegen vergunningvoorschriften voor niet-landelijke commerciële radio-omroepen. De rechtbank oordeelt dat de eisen van regiogerichtheid niet zijn gewijzigd en verklaart de beroepen van eiseressen 2, 4, 11, 13 en 14 niet-ontvankelijk.

De rechtbank vernietigt de hoogte van de boetes opgelegd door ACM aan een onderneming en twee bestuurders wegens overtredingen van de Wet handhaving consumentenbescherming, en stelt deze vast op € 250.000 en € 75.000 per bestuurder.

Rechtbank Rotterdam keurt concentratie tussen Staatsloterij en Lotto goed; geen significante belemmering van mededinging.

Rechtbank Rotterdam weigert Wlz-indicatie voor zorg aan driejarig kind, o.a. vanwege gebruikelijke zorg en niet blijvende beperkingen. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft de weigering van vergunningen voor een horecagelegenheid bevestigd, omdat de aanvrager in enig opzicht van slecht levensgedrag was door een aangetroffen hennepkwekerij.

Rechtbank Rotterdam bevestigt intrekking van drank- en horecavergunningen van café-exploitant wegens slecht levensgedrag.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van de café-exploitant niet-ontvankelijk wegens onvoldoende belang bij inhoudelijke beoordeling na sluiting vanwege geweldsincident.

Rechtbank Rotterdam vernietigt bestreden besluiten in Wob-zaak wegens gebrekkige totstandkoming en misbruik van recht. Verweerder moet nieuwe besluiten nemen en griffierecht vergoeden.

De rechtbank vernietigt het besluit van de gemeente over leerlingenvervoer voor een leerling met een verstandelijke handicap, omdat onvoldoende onderzoek is gedaan naar de geschiktheid van openbaar vervoer.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boete van € 350.000 aan reisorganisatie voor overtredingen van de Luchtvaartverordening en oneerlijke handelspraktijken.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat heffing griffierecht in Wgs in strijd is met gelijkheidsbeginsel, gelast terugboeking griffierecht.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiser niet verplicht verzekerd was voor werknemersverzekeringen, omdat geen arbeidsovereenkomst bestond met De Til Groep. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt besluit tot woningsluiting wegens onvoldoende bewijs van gevaarzetting en onzorgvuldige besluitvorming.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het niet-tijdig nemen van een besluit en het verzoek om dwangsom niet-ontvankelijk. Proceskosten worden vergoed.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en bevestigt de vaststelling van het dagloon op € 76,91, conform het Dagloonbesluit.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen niet in strijd is met het Eerste Protocol en dat de vaststelling van het dagloon van eiser rechtmatig is.

Rechtbank verklaart beroep tegen afwijzing urgentieverklaring niet-ontvankelijk; verweerder moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Rechtbank Rotterdam vernietigt boete van € 2.000.000,- voor telecomaanbieder wegens overtreding van non-discriminatie- en transparantieverplichting, stelt nieuwe boete vast op € 1.990.000,-.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boete van € 306.500,- aan producent van prefab betonnen garages wegens overtreding van mededingingswetgeving. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep gegrond inzake subsidieaanvraag voor demontage voertuigen; eiseres komt niet in aanmerking omdat bedrijf niet in Rotterdam is gevestigd.

Rechtbank Rotterdam vernietigt de aanwijzing van de exploitatie van de Aanloophaven als activiteit van algemeen belang wegens onvoldoende onderzoek en motivering door de gemeente Zeewolde.

Rechtbank Rotterdam wijst aanvraag uitwonendenbeurs af; eiser toont niet aan dat hij op brp-adres woont. Beroep ongegrond verklaard.

Tussenuitspraak over de plaatsing van een ondergrondse afvalcontainer in Leerdam; voorzieningenrechter oordeelt dat de motivering van de gekozen locatie onvoldoende is en draagt verweerder op dit te herstellen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over rectificatie van mededingingsboetes aan inzamelaars van zeescheepsafval. Overtreding van artikel 6 Mw vastgesteld, met aanpassing van boetes voor eiseres 1 en 4. Eiseres 2's beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam weigert vergunning voor fusie tussen ziekenhuizen vanwege significante belemmering van mededinging en onvoldoende remedie.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, oordelend dat de vergunning voor het pannenkoekenhuis niet in strijd is met het bestemmingsplan en dat de belangenafweging in het voordeel van de vergunninghouder uitvalt.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ACM de melding van Parnassia Groep B.V. terecht als onvoorwaardelijk heeft aangemerkt en kosten in rekening heeft gebracht na intrekking van de melding.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak tussen Stichting Scholengroep Holland en het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland, inzake de beschikbaarstelling van onderwijsruimte voor basisschool Pius X.

Rechtbank Rotterdam verklaart beroep ongegrond tegen verkeersbesluit tot instellen van verbodszone voor vrachtwagens, ter verbetering van de luchtkwaliteit.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de toelaatbaarheidsverklaring van hun zoon voor speciaal basisonderwijs. De rechtbank oordeelt dat de ondersteuningsbehoefte van de leerling het regulier onderwijs overstijgt en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de sluiting van een woning voor zes maanden op grond van de Opiumwet gerechtvaardigd is vanwege de aanwezigheid van harddrugs en drugshandel.

Rechtbank Rotterdam bevestigt afwijzing subsidieaanvraag voor vervanging voegwerk door knipvoegwerk. Eiser beschikte over voldoende middelen en aanvraag werd niet als herziening beschouwd.

Rechtbank Rotterdam bevestigt de toepassing van een correctiefactor van 5% op de gebundelde uitkering aan de gemeente Rotterdam, omdat verantwoordingsgegevens niet tijdig zijn ingediend. Het beroep van de gemeente wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boetes aan wasserijen in de gezondheidszorg wegens mededingingsbeperkende afspraken. Eiseres 1's boete wordt vernietigd wegens verjaring, overige boetes worden verlaagd vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat ACM terecht geen vergunning vereiste voor de concentratie tussen Geberit AG en Sanitec Oyj. Het beroep van Ucosan B.V. is ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het Reglement 'geborgde rundveedierenarts' en de 1-op-1-modelovereenkomst geen mededingingsbeperkend effect hebben en bevestigt de beslissing van de ACM.

De rechtbank vernietigt de boete opgelegd aan eiseres wegens schending van de inlichtingenplicht, omdat verweerder niet heeft aangetoond dat eiseres deze verplichting heeft geschonden.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiser's verzoek om nadeelcompensatie ongegrond is, omdat de schade voorzienbaar was en eiser actief risico heeft aanvaard. Beroep op gelijkheidsbeginsel slaagt niet.

De rechtbank Rotterdam oordeelt dat de machtiging van de gemachtigde voldoet aan de vereisten. Het beroep is gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en proceskosten vastgesteld op € 368,50. Verweerder moet ook het griffierecht van € 45,- vergoeden.

Rechtbank Rotterdam vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Albrandswaard, dat het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaarde, wegens onjuiste mandaatverlening.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam over Wob-verzoeken en de rol van de bezwaarschriftencommissie, met gebreken in de bestreden besluiten.

Rechtbank vernietigt besluit van gemeente Rotterdam over individuele inkomenstoeslag wegens strijd met de Participatiewet. Verordening die leeftijdsgrens stelt is onverbindend. Verweerder moet nieuw besluit nemen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over openbaarmaking documenten Wob. Bepaalde documenten moeten openbaar worden gemaakt, andere weigeringen zijn terecht. Verweerder moet proceskosten vergoeden.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de gemeente Zoetermeer in redelijkheid heeft vastgesteld dat de exploitatie van sportaccommodaties in het algemeen belang is, maar vernietigt het besluit wegens motiveringsgebrek en laat de rechtsgevolgen in stand.

Rechtbank Rotterdam vernietigt boete van ACM aan huisartsenvereniging wegens overtreding Mededingingswet; aanbevelingen niet als mededingingsbeperkend beschouwd.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag om een scootmobiel niet-ontvankelijk, omdat de ingebrekestelling prematuur was.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de brief inzake drangaanpak geen besluit is in de zin van de Awb, waardoor het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

Rechtbank Rotterdam wijst het verzoek van eiseres om herziening van een boetebesluit af, omdat geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn aangetoond. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft de herroeping van de boete en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat de noodzaak tot beroep te wijten was aan de handelwijze van verzoekster.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de intrekking van bijstandsuitkering van eiseres terecht was, omdat zij niet tijdig de gevraagde gegevens had ingeleverd.

Tussenuitspraak over de uitbesteding van kerntaken van de Wet werk en bijstand aan Investiga B.V. De rechtbank oordeelt dat de uitbesteding onrechtmatig was en geeft de RSD de kans om het besluit te herstellen.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam over de onrechtmatige uitbesteding van kerntaken van de Wet werk en bijstand aan Investiga B.V. De rechtbank stelt dat de onderzoeksbevindingen onrechtmatig zijn verkregen en geeft verweerder de kans om het gebrek te herstellen.

Rechtbank vernietigt besluit tot intrekking bijstandsuitkering en kent bijstand toe vanaf 19 mei 2014, wegens onterecht vereiste DigiD voor aanvraag.

Rechtbank Rotterdam vernietigt last onder dwangsom wegens geen overtreding van de APV en bestemmingsplan. Eiser krijgt griffierecht en proceskosten vergoed.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over herziening en terugvordering bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenplicht. Boete verlaagd van € 6.860,- naar € 2.838,82.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiseres ongegrond wegens schending van de inlichtingenplicht bij de herziening van haar bijstandsuitkering.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de staatssecretaris onbevoegd was om te beslissen op de vergunningaanvraag voor locomotieven. Beroep gegrond verklaard, bestreden besluit vernietigd en schadevergoeding toegekend aan eiseres.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de staatssecretaris onbevoegd was om op de vergunningaanvraag van de onderneming te beslissen, en verklaart het beroep gegrond. Schadevergoeding en griffierecht worden toegewezen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat medewerkers van Investiga als derden zijn aan te merken en dat hun werkzaamheden kerntaken van de Wwb betreffen die niet mogen worden uitbesteed. Het bestreden besluit wordt vernietigd en het beroep gegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt besluiten tot intrekking bijstandsuitkering en terugvordering, oordeelt dat onvoldoende bewijs is voor niet-wonen op opgegeven adres.

Rechtbank Rotterdam vernietigt de beëindiging van de nabestaandenuitkering en terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering, oordelend dat onvoldoende bewijs is voor een gezamenlijke huishouding vanaf 2002.

Rechtbank Rotterdam bevestigt herziening bijstand en oplegging boete wegens niet opgegeven inkomsten, maar verlaagt boete tot € 360,-.

Eiseres verzocht om bijstandsuitkering, maar kreeg een verlaging van de toeslag van 20% naar 10% vanwege een thuiswonend kind met studiefinanciering. De rechtbank oordeelde dat deze verlaging terecht was.

Rechtbank vernietigt verlaging toeslag uitkering door bijverdiensten inwonend studerend kind en oordeelt dat hardheidsclausule van toepassing is.

Rechtbank Rotterdam verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens misbruik van procesrecht in Wob-zaak. Eiser veroordeeld in proceskosten van € 980,-.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiseres onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, waardoor een loonsanctie terecht is opgelegd. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat UWV de verkorting van de loondoorbetalingsverplichting terecht heeft geweigerd, maar het besluit is in strijd met het motiveringsbeginsel. UWV krijgt de kans om het gebrek te herstellen.

Rechtbank Rotterdam bevestigt verlaging toeslag Wwb van 20% naar 10% voor alleenstaande moeder vanwege studiefinanciering dochter.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat stortingen op zijn rekening leningen zijn. Eiser en [betrokkene] worden als gezamenlijke huishouding beschouwd, waardoor de bijstandsuitkering wordt ingetrokken.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over intrekking exploitatievergunning coffeeshop op basis van Wet Bibob. Eiser betwist de conclusies van het Bibob-advies. Verweerder krijgt kans om besluit te herstellen.

De rechtbank verklaart het beroep van de NPCF niet-ontvankelijk, omdat zij niet als consumentenorganisatie kan worden aangemerkt volgens de Mededingingswet.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de weigering van de gemeente Rotterdam om verzoeker toe te laten tot de maatschappelijke opvang niet voldoende is gemotiveerd en wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe.

Rechtbank Rotterdam bevestigt grotendeels de boetes van ACM aan luchtvaartmaatschappij, maar matigt deze tot € 324.000 wegens overschrijding van de redelijke termijn en onduidelijkheid over gangbaarheid van betaalmiddel.

De rechtbank Rotterdam heeft de boete van € 200.000 voor een luchtvaartmaatschappij wegens overtreding van prijsaanduidingsregels gematigd tot € 150.000. De overtreding duurde van 7 januari 2014 tot 26 februari 2014.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boete van € 4.000,- voor onttrekking woonruimte voor hennepkwekerij. Boete wordt gematigd tot € 2.000,- en griffierecht van € 165,- vergoed.

De rechtbank heeft de intrekking en terugvordering van de Wwb-uitkering van eisers bevestigd, omdat zij geen inkomsten uit krantenbezorging hadden opgegeven. Het beroep van eisers is ongegrond verklaard.

Eisers hebben hun AIO-aanvulling verloren door schending van de inlichtingenplicht over onroerend goed in Suriname. De rechtbank bevestigt de intrekking en terugvordering van € 28.865,81.

Eisers hebben beroep ingesteld tegen de intrekking van hun AIO-aanvulling. De rechtbank oordeelt dat het huisbezoek rechtmatig was en dat eisers vrijwillig toestemming hebben gegeven. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Eisers hebben hun AIO-aanvulling verloren door het niet melden van een woning in Marokko. De rechtbank oordeelt dat de intrekking en terugvordering van € 9.336,80 terecht zijn.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over herziening studiefinanciering en boete wegens niet-wonen op gba-adres. Eiser kan niet aantonen dat hij op het gba-adres woonde. Boete blijft gehandhaafd.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiseres niet op het GBA-adres woonde en bevestigt de boete van € 1.440,20 wegens onterecht ontvangen studiefinanciering.

Rechtbank Rotterdam verklaart de beroepen gegrond, vernietigt het bestreden besluit van ACM en bepaalt dat ACM de griffierechten en proceskosten vergoedt.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de staatssecretaris in redelijkheid een last onder bestuursdwang kon opleggen aan Strukton Rail wegens overtreding van de Spoorwegwet met betrekking tot locomotieven.

Rechtbank Rotterdam sluit woning voor drie maanden wegens handelshoeveelheid harddrugs in kelderbox. Eiseres betwistte de beslissing, maar rechtbank oordeelde dat burgemeester bevoegd was tot sluiting op basis van de Opiumwet. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt besluit tot intrekking AIO-aanvulling en terugvordering, maar laat rechtsgevolgen in stand. Eiser schond inlichtingenplicht door bezit onroerend goed in Marokko niet te melden.

De Rechtbank Rotterdam weigert de ontheffing voor het parkeerverbod voor vrachtwagens aan de [straatnaam] in [plaatsnaam]. Het beroep van de eiser is ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun aanvraag voor buitengewoon vakantieverlof ongegrond verklaard, omdat niet voldaan was aan de voorwaarden van de Leerplichtwet 1969.

Rechtbank Rotterdam vernietigt stadionomgevingsverbod opgelegd aan eiser door burgemeester wegens motiveringsgebrek. Eiser krijgt griffierecht en proceskosten vergoed, verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over aanvragen langdurigheidstoeslag na wetswijziging Wwb. Eiseres krijgt deels gelijk, maar rechtsgevolgen blijven in stand. Proceskosten en griffierecht worden vergoed.

Rechtbank vernietigt herziening studiefinanciering; onvoldoende bewijs dat eiseres niet op adres woonde. Vergoeding proceskosten en griffierecht aan eiseres.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiseressen recht hebben op vertaling van bestuursdocumenten in het kader van mededingingsrecht, vernietigt het besluit van ACM en veroordeelt ACM tot vergoeding van proceskosten.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over boete van € 100.000,- aan buitenlandse onderneming wegens spam. Boete verlaagd naar € 81.000,- na overschrijding redelijke termijn. Publicatie van besluit niet actief vereist.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over herziening studiefinanciering en niet-ontvankelijkheid bezwaar. Eiseres krijgt deels gelijk, boete wordt inhoudelijk getoetst.

De rechtbank heeft de intrekking en terugvordering van de bijstandsuitkering van eisers bevestigd, omdat zij onroerend goed in Turkije bezitten en de inlichtingenplicht hebben geschonden.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de intrekking van de bijstandsuitkering en terugvordering van € 5.433,96 terecht zijn, omdat eiser onroerend goed in Turkije bezat dat niet was gemeld.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de eigen bijdrage voor zorg met verblijf een inbreuk op het eigendomsrecht vormt, maar niet disproportioneel is. Het bezwaar van eiser werd gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen bleven in stand.

Rechtbank vernietigt besluit tot behoud van meldingen in historisch archief verwijsindex risicojongeren; oordeelt dat bewaartermijn van vijf jaar onterecht is.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de indicatie voor begeleiding individueel klasse 2 voldoende is en dat er geen aanspraak is op persoonlijke verzorging onder de AWBZ. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam over verzoek tot verlegging peiljaar ouderlijke bijdrage Wsf 2000, waarbij de rechtbank oordeelt dat de minister onvoldoende gemotiveerd heeft waarom de inkomensdaling van eiser niet als uitzonderlijk kan worden beschouwd.

Rechtbank vernietigt intrekking horecavergunning en afwijzing aanwezigheidsvergunning wegens onterecht gebruik van antecedenten. Eiser krijgt recht op vergoeding griffierecht en proceskosten.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het zorgkantoor terecht het hogere tarief voor gespecialiseerde begeleiding heeft afgewezen en het basistarief heeft vastgesteld. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over de indicatie voor zorg van eiseres op basis van de AWBZ. Beroep tegen bestreden besluiten ongegrond verklaard, griffierecht en proceskosten vergoed.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en handhaaft de indicatie van 270 minuten huishoudelijke verzorging per week, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep ongegrond inzake afwijzing aanvraag uitbreiding opvang voor kwetsbaar persoon onder de Wmo. Eiser ontving adequate opvang, ondanks zijn bezwaren.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de maatschappelijke opvang voor eiseres, een kwetsbare vrouw, toereikend is volgens artikel 8 EVRM. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam over mededingingsrechtelijke overtredingen door plantuienbedrijven. ACM moet boetegrondslag herstellen.

De rechtbank verklaart het beroep van de studente ongegrond, oordelend dat de toezichthouders bevoegd waren en er voldoende grond was voor het huisbezoek.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiseres tegen de afwijzing van exploitatie- en aanwezigheidsvergunningen voor een speelautomatenhal deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over bestuurlijke boetes aan zorgaanbieder voor overtredingen van de Wmg. Boete van € 399.000,- wordt gematigd tot € 195.000,-. Openbaarmaking van de boete is rechtmatig.

Rechtbank Rotterdam vernietigt de maatregel van 100% verlaging van de bijstandsuitkering wegens strijd met de Awb. De rechtbank oordeelt dat de sanctie niet rechtsgeldig was, omdat de overtreding niet was omschreven in een wettelijk voorschrift.

Rechtbank Rotterdam vernietigt het bestreden besluit wegens onvoldoende criteria in de Afstemmingsverordening Wwb 2013. Eiser krijgt griffierecht vergoed en proceskosten vergoed.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Rotterdam over verzoeken om informatie op basis van de Wob. De rechtbank vernietigt de afwijzing van de verzoeken en stelt verweerder in de gelegenheid om de gebreken te herstellen.

Rechtbank Rotterdam vernietigt boetes van ACM wegens onvoldoende bewijs van overtredingen door eiseressen in mededingingszaak over isolerend dubbelglas.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boetes van € 845.000 aan telemarketingbedrijven voor overtredingen van de Telecommunicatiewet, geen sprake van dubbele bestraffing.

Rechtbank Rotterdam bevestigt de weigering van ACM om vergunning te verlenen voor concentratie in de beschuitproductie, o.a. wegens significante belemmering van de mededinging.

Rechtbank Rotterdam vernietigt besluit van de Sociale Verzekeringsbank over Remigratiewet; geen rechtvaardiging voor onderscheid op basis van nationaliteit.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van Stichting Platform Makers ongegrond; ACM mocht handhavingsverzoek tegen publieke omroepen afwijzen wegens gebrek aan bewijs voor overtredingen Mededingingswet.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boetes aan energieleverancier [A] voor misleidende colportagepraktijken. Overtredingen van E-Wet en Gaswet zijn structureel en niet in strijd met Richtlijn OHP. Beroep ongegrond verklaard.

Chipshol Holding B.V. verzocht ACM om handhaving tegen Schiphol wegens vermeend misbruik van economische machtspositie. De rechtbank oordeelde dat ACM voldoende onderzoek heeft verricht en dat Schiphol's gedragingen niet als misbruik kunnen worden gekwalificeerd. Het beroep werd ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam wijst het beroep van een Canadese moeder af om bijstandsuitkering op basis van verblijfsstatus en Europese rechten, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden van de Wwb.

Rechtbank Rotterdam weigert kinderbijslag aan Canadese eiseres zonder verblijfsrecht. Eiseres kan geen recht op bijslag aantonen, beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt herziening pgb voor huishoudelijke hulp wegens onvoldoende motivatie en onjuiste hoorzitting.

Rechtbank vernietigt herziening pgb voor huishoudelijke hulp wegens onvoldoende motivering en niet algemeen verbindende voorschrift.

Rechtbank Rotterdam vernietigt herziening pgb huishoudelijke hulp wegens onvoldoende motivering en onterecht beleidseis.

De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat verweerder op goede gronden heeft besloten de uitkering pas per 13 juni 2012 toe te kennen en er bijzondere omstandigheden zijn die het verzoek niet inwilligbaar maken.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de intrekking van de uitwonendenbeurs en terugvordering van studiefinanciering terecht zijn, maar verlaagt de opgelegde boete tot € 285,81.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat het bevel tot stopzetting van een kinderdagverblijf op goede gronden is gegeven vanwege ernstige overtredingen die een gevaar voor de kinderen opleverden. Beroepen van eiseres zijn ongegrond.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat verweerder ten onrechte schadevergoeding wegens termijnoverschrijding heeft afgewezen. Verweerder moet binnen zes weken het besluit herstellen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over herziening bijstandsuitkering en schadevergoeding wegens schending van artikel 6 EVRM. Bestreden besluit vernietigd, schadevergoeding vastgesteld op € 1.000,00.

Rechtbank Rotterdam vernietigt de verlaging van de bijstandsuitkering van eiseres wegens schending van de inlichtingenplicht, legt een sanctie van € 150,00 op en wijst schadevergoeding af.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat eiser zich onttrok aan vrijheidsstraf, waardoor zijn bijstandsuitkering terecht is ingetrokken. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam bevestigt boete van € 176.000,- voor Montage Onderneming Benelux B.V. wegens tewerkstelling van 22 derdelanders zonder vergunning. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat Lummus Technology Heat Transfer B.V. terecht een boete van € 168.000,- is opgelegd wegens tewerkstelling van derdelanders zonder vergunning. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat Shell Nederland Raffinaderij B.V. terecht een boete is opgelegd voor het tewerkstellen van derdelanders zonder vergunning. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat Shell Nederland Chemie B.V. terecht een boete is opgelegd voor het tewerkstellen van derdelanders zonder tewerkstellingsvergunning. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Rotterdam matigt de boete van Cleve & Zonen B.V. wegens overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen van € 56.000,- naar € 51.000,- en veroordeelt de minister in proceskosten.

Eiser X verzocht om informatie over WOZ-bezwaren op basis van de WOB. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat verweerder niet over de gevraagde informatie beschikte.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de minister het certificaat voor eerste hulp aan kinderen ten onrechte niet heeft aangewezen. Beroep gegrond, besluit vernietigd en certificaat alsnog aangewezen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat Netwerk Vloerisolatie B.V. een boete van € 72.000,- terecht kreeg opgelegd wegens het tewerkstellen van negen Bulgaarse vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning. Beroep ongegrond verklaard.

Eiseres verzocht om inzage in haar volledige personeelsdossier. De rechtbank oordeelde dat verweerder inzage had gegeven en dat het beroep ongegrond was.

Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van eiseres ongegrond inzake terugvordering restschuld na executoriale verkoop woning. Eiseres heeft niet voldoende medewerking verleend.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat [A] in reclame-uitingen voor [D] obligaties risico's niet vermeldde, wat in strijd is met de wet. Beroep ongegrond verklaard.