ECLI:NL:CBB:2025:241

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
1 april 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
25/245
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake spoedbestuursdwang voor pony's in zorgwekkende toestand

Op 1 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoekster, die de zorg had over de gezondheidssituatie van haar pony’s, vroeg om terugkeer van de dieren die door de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur waren meegenomen op basis van spoedbestuursdwang. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, na beoordeling van een rapport van de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn en een verklaring van een dierenarts. Het rapport vermeldde dat de pony’s in zorgwekkende toestand verkeerden, met diverse gezondheidsproblemen en een ongeschikte huisvesting. De voorzieningenrechter concludeerde dat de staatssecretaris terecht had gehandeld en dat er geen reden was om het besluit te schorsen. Verzoekster betwistte de bevindingen en beschuldigde de toezichthouders van corruptie, maar de voorzieningenrechter vond geen aanleiding om aan de juistheid van het rapport te twijfelen. De uitspraak benadrukt het belang van de gezondheid en het welzijn van de dieren en bevestigt de bevoegdheid van de staatssecretaris om in te grijpen in situaties van ernstige verwaarlozing.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 25/245
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 april 2025

Voorzieningenrechter: mr. D. Brugman

Griffier: mr. F. Willems

Partijen

[naam 1], te [woonplaats] (verzoekster), voor wie aanwezig zijn verzoekster en [naam 2]
en
de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, vertegenwoordigd door mr. P.J. Kooiman en voor wie ook aanwezig zijn [naam 3] en [naam 4]

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Op 19 maart 2025 heeft de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn een controle verricht bij de voormalige woning van verzoekster. Aanwezig waren twee toezichthouders, agenten van de (dieren)politie, een buitengewoon opsporingsambtenaar, een gemeenteambtenaar en een dierenarts. Van de controle is een rapport opgemaakt. In het rapport staat dat op het terrein vijftien pony’s zijn aangetroffen in zorgwekkende toestand. Er was sprake van diverse overtredingen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren (Bhd) (artikel 2.2, achtste lid, van de Wet dieren in samenhang met de artikelen 1.6, tweede en derde lid, en artikel 1.7, aanhef en onder c, d, e en f, van het Bhd). De pony’s hadden bijna allemaal luizen en schurft, sommige waren mogelijk drachtig, hadden wormbesmetting, een oedeem aan de schacht, diarree, en/of gebitsproblemen. De meeste waren erg mager. Voor de medische problemen was geen dierenarts ingeschakeld. Verder was de huisvesting van de pony’s niet op orde. Deze was vervuild en er lagen gevaarlijke objecten. De pony’s hadden ook niet de beschikking over schoon drinkwater en voldoende voer. Bij het rapport zijn foto’s van de dieren gevoegd met een korte beschrijving van hun gezondheidssituatie. Verder is er een verklaring van de dierenarts waarin in grote lijnen hetzelfde staat. Naar aanleiding hiervan heeft de staatssecretaris op 19 maart 2025 spoedbestuursdwang toegepast en de pony’s meegenomen. Ze verblijven nu in een opvanglocatie.
2 Verzoekster wil voorkomen dat de pony’s worden verkocht en wil ze weer terug. Volgens haar kloppen de bevindingen van de toezichthouders en de dierenarts niet. De pony’s waren er niet zo slecht aan toe. Verder zijn de toezichthouders en de betrokken dierenarts(en) volgens verzoekster corrupt en niet objectief.
3.1
Om tot een oordeel te komen heeft de voorzieningenrechter de inhoud van het rapport van bevindingen en de veterinaire verklaring tot uitgangspunt genomen. De voorzieningenrechter heeft geen reden om aan de juistheid van de inhoud van het rapport en de verklaring te twijfelen. In het rapport staat de gezondheid van de pony’s en de situatie waarin zij verkeren op 19 maart 2025 concreet en duidelijk beschreven. Daaruit, en uit de bijgevoegde foto’s, blijkt dat de situatie zorgwekkend was. Dat in het rapport, zoals verzoekster aanvoert, mogelijk een enkele onjuistheid staat, maakt niet dat die algemene conclusie niet klopt. Er is verder geen enkele aanwijzing dat met de foto’s uit het rapport is geknoeid, zoals verzoekster stelt. Van de foto’s die verzoekster heeft opgestuurd, is niet duidelijk wanneer die zijn gemaakt. Die leiden daarom niet tot een andere conclusie over de situatie op 19 maart 2025.
3.2
Ook heeft de voorzieningenrechter geen aanleiding om te twijfelen aan de deskundigheid en het objectieve oordeel van de toezichthouder(s) en de dierenarts(en). Het beroep van verzoekster op artikel 2:4, van de Algemene wet bestuursrecht volgt de voorzieningenrechter niet. Het tweede lid van deze bepaling is hier niet van toepassing, want beïnvloeding van de besluitvorming door persoonlijke belangen is hier niet aan de orde. Ook is er geen aanleiding aan te nemen dat sprake is van vooringenomenheid als bedoeld in het eerste lid. Het klopt dat de dierenarts de inspectie in opdracht van de staatssecretaris heeft uitgevoerd. Dat betekent echter nog niet dat zij daarom vooringenomen is. De dierenarts heeft tijdens de zitting verklaard dat zij zich vrij voelde om zelf de gezondheidssituatie van de pony’s vanuit haar deskundigheid te beoordelen en dat zij zich daarbij niet heeft laten beïnvloeden door anderen. De voorzieningenrechter heeft geen reden om hieraan te twijfelen.
4 Uit de inhoud van het rapport van bevindingen en de verklaring van de dierenarts blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter duidelijk dat de gezondheidssituatie van de pony’s zo ernstig was dat de staatssecretaris mocht overgaan tot toepassing van spoedbestuursdwang. Er is geen grond om dit besluit te schorsen.
5 Het verzoek wordt dus afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De griffier is verhinderd de uitspraak te onderteken.
w.g. D. Brugman F. Willems