ECLI:NL:CBB:2024:917
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Rotterdam inzake proceskostenverdeling in tabaks- en rookwarenwet
In deze uitspraak oordeelt het College van Beroep voor het bedrijfsleven dat het hoger beroep van [naam] ongegrond is. De uitspraak betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 30 mei 2024, waarin de rechtbank een proceskostenverdeling heeft vastgesteld. Het College heeft geoordeeld dat de door de rechtbank toegepaste wegingsfactor van 0,5 (licht) correct was en dat de rechtbank terecht geen extra punten voor proceskostenvergoeding heeft toegekend. Het College heeft vastgesteld dat beide partijen hebben verklaard geen gebruik te willen maken van hun recht om ter zitting gehoord te worden, waardoor een zitting niet nodig was. Het College heeft de argumenten van [naam] over de wegingsfactor en de proceskostenvergoeding verworpen, en heeft geconcludeerd dat de rechtbank op juiste wijze heeft geoordeeld. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en het College heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te betalen.