ECLI:NL:CBB:2024:859
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar subsidie COVID-19
Op 3 december 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van [naam 1] B.V. tegen de minister van Economische Zaken. De onderneming had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 16 mei 2023, waarin haar bezwaar tegen de intrekking van een subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 niet-ontvankelijk was verklaard. De minister had geoordeeld dat het bezwaarschrift te laat was ingediend, en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De laatste dag van de bezwaartermijn was 7 juni 2022, maar het bezwaarschrift was pas op 14 juni 2022 ingediend. De onderneming stelde dat zij de notificatie e-mail van de minister niet had ontvangen, omdat het opgegeven e-mailadres niet meer geldig was. Het College oordeelde dat de termijnoverschrijding aan de onderneming kon worden toegerekend, omdat zij verzuimd had een nieuw e-mailadres op te geven na het vertrek van de medewerker die het oorspronkelijke e-mailadres gebruikte. Het College concludeerde dat de minister niet verplicht was om een systeem in te richten om de aflevering van e-mailberichten te monitoren. De uitspraak van 16 mei 2023 werd bevestigd, en het verzet van de onderneming werd ongegrond verklaard. De minister werd niet veroordeeld tot vergoeding van proceskosten.