Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 december 2024 in de zaken tussen
[naam] B.V., te [plaats] (onderneming)
(gemachtigde: mr. P.C. Nieuwenhuizen)
de minister van Economische Zaken
Procesverloop
Overwegingen
Naar aanleiding van de tussenuitspraak heeft de minister een aanvullend verweer ingediend. De bestreden besluiten zijn ongewijzigd in stand gebleven. Ook heeft geen wijziging van de juridische grondslag hiervan plaatsgevonden. Het College ziet de brief van 9 september 2024 daarom als aanvullende motivering voor de bestreden besluiten. Met de term ‘bestreden besluiten’ bedoelt het College hierna dan ook de bestreden besluiten inclusief de aanvullende motivering van 9 september 2024.
Omdat het College in zijn tussenuitspraak heeft geoordeeld dat de bestreden besluiten zorgvuldigheidsgebreken bevatten, zijn de beroepen gegrond en moeten de bestreden besluiten worden vernietigd. Het College ziet aanleiding om (met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Algemene wet bestuursrecht) de rechtsgevolgen van de te vernietigen besluiten in stand te laten gelet op wat hiervoor is overwogen over de aanvullende motivering van de minister.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van de vernietigde bestreden besluiten in stand blijven;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van in totaal € 730,- aan de onderneming te vergoeden;